Philippus teekent met syn handen
Het vreeverbont met seeven landen,
En staet zijn regt en titel af,
Dit tuigt het zegel ’) dat hij gaf.
1120. XXXVI. Gedenkpenningen der afgevaardigden tot de
Westphaalschen vrede, allen door Festner, later, tot gedachtenis
gemaakt,. G. 28, 3Ö stuks in brons en tin, bij P. Smidt van
Gelder 2).
1) V. Gelder 2092. Joh. de Crane, voor den keizer. Vz. B.b.
Kz. wapen met omschriften. K.
2) «= 2058. Ferd. Ernest, Graaf van Waldstein, als voren. K.
8) = 2094. Joh. Max, Graaf van Lamberg — R.
4) = 2095. Johan Lodewijk, Graaf van Nassau ~ K.
5) — 2096. Maxim., Graaf van Trautmansdorff — K.
6) — 2097. George ülrich, Graaf van Wolkenstein, voor het
huis van Oostenrijk. T. BS Renesse, n°. 29200, Verduynen,
n°. 2429.
7) . — 2098. Isaac Volmar, voor Z. K. M. en Ferdin. Karei,
Aartshertog van Oostenrijk. K.
8) 2099. Joh. Willem van Gollin, voor Ferdiuand, Aartshertog
van Oostenrijk. T. Renesse, n°. 28944.
9) == 2100. Johan van Giffen, voor Leopold, Aartshertog van
Oostenrijk. T. Renesse, n°. 28941.
10) 2101. J. Guyermans, voor Spanje. T. Renesse, n°. 28801.
11) 2102. Henr. Groulart, heer de la Court voor Frankrijk. K.
12) 2103: Abel Servien, Graaf de la Roche, als voren. T.
13) 2104. Clande de Mesmes, Graaf d’Avaux. = T.
14j 2105. Henri d'Orleans, Graaf van Longueville. = K.
15) 2106. Franc, d'Andrada, voor Portugal. T.
16) 2107. Joh. Oxenstierna, voor ZwedeD. T.
17) 2108. Johan Adler Salvius. - T,
18) 2109. Johan Rosenhaln. T.
19) 2110. FJugo Everh. Cratz, voor den Keurvorst van Ment/,. T.
’) Dit zegel van Philips IV aan de acte van de vrede van Munster in ons
Rijks Archief voorhanden, is van goud als een penning.
3) Vgl. ook hij van Duren, n°. 1130, 8 stuks in brons e n -22 stuks in tin.
20) 2111. Joh. Ern. Pistorius, voov den Keurvorst van Saksen. T.
21) 2112. Joh. Leuber — T.
22) 2113. Aug. Carpsow, voor Fredk. Willem, Hertog van
Saksen. Mazzuchelli, T. II, pl. 150, n°. 1. (Catalogus
numismatum sive Museum, T. I—II, Venetiis 1761/63.) T.
23) 2114, Wolf Conr. von Thumshirn = Mazzuchelli, T. I,
pl. 110. n°,, 6. T.
24) 2115. Kardinaal Fabius Ghisius, voor Paus Innocentius X. T.
25) 2116. Aloysius Contarenus, voor Yenetië. T.
26) 2117. Petrus van Weirns, voor Bourgondië, Luxemburg. T.
27) 2118. Andr. Burchhard, voor den Hertog van Wurtemberg. T,
28) 2119. George Wagner, voor Zwaben, Mazzuchelli, T. II,
pl. 116, n°. 1. K.
29) 2120. Polyc. Heijland, voor de stad Neuremberg, Mazzu-
chelli, T. II, pl. 116, n0, 2. T.
30) 2121. Jo. Godofr. de Meiern, schrijver bij de West-
phaalsche vrede, Mazzuchelli, T. II, pl. 176, n . 5. K. Michiels
van Verduynen, n°. 2430, Renesse, 29200.
1120. Bij Welz. de Wellenheim, n°. 14606 en Macaré nog Z, j.
Nic. George de Raigersparg, gevolmagtigde van den Keurvorst
van Mentz, als boven. Vz.: b.b. Kz. wapen. Omsehr. Gogita mori
ante mortem. Bij 't Hooft, n°. 684. Z. 23, op het jaar 1654.
1121. 1648. v. L. II, 329. Het Spaansche voetvolk bij Lens
verdelgd. Met Lud. X 1 III, Fr. etc. Z. 38 W.
1122. 1649. 30 Januari, v. L. II, 333 (1) Op het onthoofden
van Karei II, get. N. R. F., v. Orden zegt »waarschijnlijk Nico-
lans Roussel fecitf doch Roussel had tot merk H. R. (1654—1711)
voorkomende. In den Cat. Arti 1880 n°. 1351 wordt bij dezen
penning een ? geplaatst, Roettiers. Wij antwoorden j a ! N. Boettiers
werkte in Parijs en Londen (1650—1725).
— 1123. 1649, v. L. II, 333 (2) met R{oettiers) en niet Roussel,
ook om de bewerking met die van n°. (1) of n°. 1122 overeenkomende.
1124. v. L. II, 334. Als hoven. Bij de Haan n°. 195. Yz. B.b.
van den koning en van de koningin. Met kantschrift Carolus et
Maria, enz. Kz. Vgl. v. L. 11, 334. Mm. 75. Zvg. f 34.
1125. 1649. Niet bij Goeree of v. Loon. Overwinningen der