van Duinkerken door Lod. XIV, Ook niet Christianiss. (dus verkort.)
1384. = — Andere stempel. Omschr. Dunkerca acquisita. In de
afsnede: X X V I I Octobris MDCLX1T, Cat. Patyn, n°. 201. Br.
1385. 1662. 12 Decb. Gouden ketting en medalje, door de
Gomp. aan den sergeant majoor Johan van der Zaeti geschonken.
Leupe t. a. p. VIII, blz. 202.
1386. 1662. 2 Aug. Groote- ovale begravenisp. van Elisabeth
Wittens. (Zilverw. ƒ 10 tot ƒ12).
Vz.. Het lijk van het gestorven meisje met omkranst hoofd
en een kussen daaronder als op eene graftombe, waarop men
de wapenschilden der beide ouders ziet, terwijl eene in de pijp
brandende kaars, in den nabijstaan den kandelaar uitgaat.
Aan de linkerhand ziet men ter zijde de dood één van vier
rijsjes afplukken, en daaronder de woorden:
dit behaeght Oodt.
Op een banderol boven de doode leest men:
Salich sij u de doode die in den keere sterve.
Daarboven komt een engeltje uit de wolken met een krans
in de hand.
Op de graftombe leest men:
Mijn nacht is mijnen Siele
Dach,
Het sterfdijcke bewaert de
aerde voor een tijt, het onsterffe-
lijcke is in den hemel.
Daaronder een doodshoofd.
Op de keerzijde staat in de hoogte.
Mors mihi vita.
En daaronder leest men in eeD ovalen krans:
Elysabeth Wittens,
Geleeft hebbende 18- Jgeren
1 maende 29 dageY is uit dit
Leven gescheyden als uit een
gevangenhuys, en in het
eeuwighe overgegaen op
den 2 Augusty-1662.
XXX.
Penningkundig Repertorium. Mededeelingen door Mr. J. d ir k s .
1663—1666, n°. 1387—1457*.
1387. 1663. Op het aankoopeu van Duinkerken door Lodewijk
XIV, e. L. II, 510 (1 en 2) en 5 ll. N°. 2 van blz. 510 komt
bij Bellefroid (1862) n°. 1203 veel grooter en met het jaartal
1663 onder het borstbeeld in zilver voor. Bij mij in J j| met Kz.
in de afsnede: Ordinaire des guerres.
1388. 1663. Als boven. Vierde penning bij P. Smith van Gelder,
n°. 2341. Vz.: Geldregen uit de wolken. Cum foenore Solvit. (Met
woekergeld bevrijd.) Kz.: Eene zittende vrouw, geld uit een zak
stortende. Intemerata mams. (Een onverschrokken hand) 1663. Z.
1389. 1663. De afbeeldingen der penningen op het stichten der
kerk te Oudshoorn, t>. L. II, 512 en 514 moeten omgeplaatst of
verwisseld worden.
1390. 1663. Op het bouwen eeuer brug te Luik ten tijde
dat Maximiliaan Hendrik van Beijeren, bisschop vati Luik was.
Afgebeeld bij Renesse, II, pl. 50; beschreven ald. I, p. 141, in de
Revue 1851, p. 234, n°. 3 0 -3 3 en bij Pinchart, Hist. pl 56 (1).
1391. 1663. Leidsche schutterspenning. Dirks, Lssai, n°. 115.
1392. 1663. 17 Julij. Ovaal. Vz. gedr. Een schild, gehouden
door twee geraamten en waarboven een kind, het leven voorstellende.
Daartusschen gegraveerd: Loodewyck van Wouiv Gebooren