n°. 197. Een der honderden voorbeelden van fouten, in dit werk
voorkomende, alleen voor Deel II Noord-Nederland door ons aangewezen
in de Nalezing II [achter onze Noord Ned. Gildepen-
ningen II blz. 21—60 en in de Revue 1880 p. 97—127.
599. 1581. v. L. blz. 292 zegt dat hij dezen penning op de
verkiezing van den hertog van Anjou nergens dan in de penning-
kasse van den heer Balthasar Scott, Baad en Vroedschap der
stad Amsterdam heeft aangetroffen. In den Messager des Sciences
historiques et archives des arts de Belgique, Gand 1850, p. 4 (2)
deelt de heer Bh. Kervyn de Volkaersbèke een uittreksel mede uit
de rekeningen van de stad Gent van 1581, waaruit blijkt dat
Coenrat de Bock ontving de somme van XVI li(vres) XIII schellingen)
1III gr(ooten) voor tprepareren ende maecken van zeker
medaelye voor den hertoghe van Anjou, jeghens de compste van
zijn Excellentie enz. De Hoogl. O. P. Serrure in zijn Vadert.
Museum, Gent 1859—1860 (III Munten te Gent geslagen 1581-—1584)
nam dit uittreksel ook over en zeide blz. 81. »Ik ook ken er maer
één exemplaer van, hetwelk deel maekt van de verzameling van
den heer doktor (Kvgg.)Kluijskens te Gent,” die dit exemplaar,
hoogstwaarschijnlijk, den 17 Julij 1857 (Cat. JDorselare no. 248
te Gend: Seul exemplaire connu, Argent) zal gekocht hebben.
Finchart merkte later teregt op dat nu het bleek dat Conrad Bloc
— Coenraat de Bock in Gent in 1581 woonde, zijne penningen
ter eere van Willem den Zwijger van 1577 en 1580 opgehelderd
zijn. Conrad Bloc graveerde aldaar ook de stempels voor de
Gentsche nobels 1581—1584. (Vgl. n°. 548.)
600. 1580. Gouden drâagp. W. 9.85. Vz. La ferme foy avecque
(Kz.) fortune aidera mon droit. (Westhojf 1848 n°. 683) alwaar:
»waarschijnlijk op het vogelvrij verklaren van den prins van Oranje
en de hem aangeboden doch geweigerde lijfwacht.’’
601. 1580. Ter eere van François hertog van Alençon. Vz. Borstbeeld
in profil. Fran.fciscvs) ffilivs) Fran{ciae) el fra.(ter) vnic.(ys)
reg (is) d.(ei) g.{ratio:) dvx brab.(antiae) Zc. co.me{s)flan.{driaé). Zc.
(Vgl. v. L. I, 309) onder den arm aet[atis) 28. Kz. De zon hare
stralen op de zee werpende en de wolken verdrijvende (zie v. L.
I blz. 309). Fovet et discvtit. In de afsnede 1580- Finchart, Kist.
p. 32, dezen penning uit den Trésor de numismatique, (médailles
françaises) T. 1 er, pl. XXVI overnemende, kent dien aan Conrad
Bloc toe, omdat de kz. overeenkomt met die van penningen door
dezen gemaakt. Aan dezen kent hij Mist. p. 36, n°. 2 ook den
volgenden penning toe.
602. 1580. Ter eere van Antonie van Bourgogne, heer van Wac-
ken. Vz. Bb. Antonivs. a. bvrgondia. do.{minus) de Wacken. Kz. : Een
antiek altaar waarop vuur uit den hemel nederdaalt, met eenen
met een degen gewapenden arm. Virtuti. fortuna. cedit. 1580. Het
fortuin wijkt voor de deugd. Ontleend uit den Trésor de numismatique
pl. XLVIII.
btf 603. 1581. v. L. I. 293. Op de verdediging van de schans te
Bomsterzijl. Zie Jhr. J. W. van Sypestein (Milit. Speet. 2e Serie,
VII, bl. 40—44) in zijn stukje: Een penning ofgedenkp.,inhetjaar
1581 uitgereikt aan de verdedigers van de Nijezijl of nieuwen Bomsterzijl.
Zie ook Verslagen van het FrieschGen 4to. blz. 146.154 enz.