vinden wg ook chef des finances. De legpenning (v L ï | 212 behoort
dus hem toe.
538 1575. Ter eere van den krijgsoverste] Jacdbus Hannibal
graaf van Altaemps (Alt-Hohen-Embs J).
Vz. Eegts gewend borstbeeld, geharnasd, met den krijgsmantel
paludamentuni) en met geplooide halskraag.
Omschrift, JACOBVS HANDBAL COMES IN ALTAEMPS,
Onder het armstuk 1575.
Kz. Een driemaster waarvan een species van een engel (une
(27 Januanj 1555) opperjagermeester van Brabant, Vlaanderen en Namen,
gouverneur en souverein baljuw van het graafschap Namen, zoon van Michel
en Maria de Barauth, f 1578.
') In Graauwbunderland, bij Bregenz in het Rhyndal. Deze zeldzame gouden
of verguld zilveren penning isopgenömen en vrij onnaauwkeurig afgebeeld door
deD bekenden J . B a v id Kohier in het eerste en eenige deel van zijne
Remarques historiques sur les médailles et les monnoyes. Berlin 1740. 4. De
heer Camille P ic q u é liet dien in de Revue 1879 pl XVII no. 4 als in naauw
verband tot zijne reeds meer door ons vermelde fraaie Iconographie de la fu r ie
Kspagnolle (Anvers pris d'assaut et mis d sac 1576) op nienw afbeelden en
meldt ons t. a. p. p. 297 dat hij geneigd is om dien aan Giovanni Paolo
Poggini toe te kennen.
Kohier zegt dat het geslacht van Jacobus Hannibal graaf van het Heilige
Roomsche Rijk, van Hohen-Embs en Gallerta in Graauwbunderland zeer oud
is. Nieuw Hoog Embs en het vlek Embs liggen zeer nabij Oud Hoog Embs.
Onze held nam deel aan den slag van Lepanto in 1571. Een bevel des
konings van Spanje in 1574 om 4000 man naar de Nederlanden te voeren,
b ra g t hem herwaarts. Den 18. November 1574 beval Requesens hem uit
Brussel zijn regement af te danken. Point d'argent, point de Suisses. Hannibal
weigerde zulks te doen. Zijn regement van zes compagniën uit Duitschers
en Zwitzers bestaande was om de onbetaalde soldij zopdra het in de N ederlanden
was gekomen aan het muiten geslagen. Wel had hij eerst laken voor een
gedeelte der hem verschuldigde som in betaling aangenomen, maar zoodra er
sprake van afdanken was kop Requesens geen laken meer bij hem slijten.
Men ziet, zegt de heer Picqué, dat het devies, dat de stempelsnijder hem in
15/5 gaf,, Salva domine vigilantes, Sauvez, 6 mon Dieu, ceux qui veillent au
grain, (die op de dubbeltjes passen) zeer gepast was. Trouwens het Spaansch
bewind was in 1575 één milloen kroonen ( / 2.000,000) schuldig aan vijf Duitsche
regementen, doch het minst aan dat van Altaemps. In hoeverre dit regement
deel nam aan de' Spaansche furie kan men t. a. p. p. 300-801 lezen. Hannibal
tie rf te Hohen Embs, den 6 December 1587.
mnière d’ange, d’éphèbe bouffi, zegt de heer Picqué) het roer houdt.
Omschrift Salva Domine vigilantes. Heer! behoedt hen die waken.
539 (15)76, v. Loon I, 215 (1). Aldaar vindt men een groot
rond stuk, waarop hoog verheven de letter F tusschen het getal
76. Het Zeeuwsche stempeltje is er als bewijs van echtheid op
gedrukt. Door van Loon is het onder de Zierikzeesche noodmunten
geplaatst. Zou het niet een loodsmans penning van Vlissingen
(Flissingen) zijn? De drie gaten daarin dienden ter bevestiging
op het wambuis.
- 540, 1576, v. L. I, 222. Op het toetreden van Gelderland en
Zutfen tot de zijde der Staten. Deze zeer zeldzame penning bevindt
zich in het Kon. Kabinet te ’s Gravenhage. Wij gissen dat
deze Geldersche penning bedoeld wordt in de stadsrekening van
Nijmegen van 1576, waarin men leest: »Den weerdigen President
een golden penninck van 16 Car. guld. vereerd.” (W. J. de
Voogt, Aanteekeningen, blz. 12.)
541, 1576. (Vergelijk v. L. I, 204 van 1575). Op den vrijen
Staat en het afbreken der onderhandelingen te Breda, groote
penning met het jaartal 1576, Zilver, 2, 5. de Vries 1854, n°. 617
v, Orden, II, blz. 95.
542, 1576. Op de magt van Philips II en ter aanduiding der
gemoedsgesteldheid van sommige Nederlanders in 1576. Zie de
Jonge c. s. I, blz. 24—26, pl. II. (1).
543, 1576. 4 November. Groote penningplaat van de spaansche
furie te Antwerpen, beschreven in de Iconographie de la furie Espag-
nolle door den heer Camille Picqué. Revue 1879, p. 288—289 en.
aldaar afgebeeld, pl. XV. (2).
544, 30 Julij 1576, franciscus Sonnius, Bisschop van IJperen
door Simon. Zie Jocher.
-■ 545, 1576, v. L. I, 225. Ter eere van George baron van Freundts-
perg. Volgen Pinchart p. 36, vermoedelijk doör Conrad Bloc
gesneden.
546, 1577. v. L. I, 234 (1). Op het verdrag van Brussel of het
zoogenaamd Eeuwig Edict. Andeie stempel, kenbaar vooral aan de
verschillende plaatsing der letters van het randschrift. Cat. van
Duren (1865) n°. 439 eD Patijn (1866) n°. 53, Zilver, 17.
547, (577) v. L. I, 235. Legpenning van Bucho Aytta. Van