gedenkpenning, teregt, hoewel zonder omschrift aan Kóning jFVans I
toe. Bij ’t Hooft n°. 123 komt voor een dergelijke met het portret van
koning Hendrik II, (1546—1560), blijkens het omschrift Henricus II,
D. g. Galliarum rex. Deze ovale plaat heeft Kz. de afbeelding van
Hendrik II te paard gezeten, als bij v. Mieris II, blz. 442.
164. (IV, blz. 286 (2). Psalm 93 aldaar genoemd is geene vergissing.
Dit is geschied volgens de Vulgata. Daar in zijn Ps. 9 en
10 niet zooals bij ons twee psalmen maar slechts één. Later komt
dat weder in het gelijk, door dat Ps. 146 in twee deelen is gescheiden,
zoodat men in de Vulgata, even als in de Statenvertaling,
150 psalmen heeft.
176. (blz. 291.) De zin is Heiligheid is in onrechtvaardigheid en
wijsheid in dwaasheid verkeerd. Perversa, te vinden op n°. 165, is
op den penning hier niet herhaald.
N°. 177 bij 'tHooft n°. 153 met: Vader der werelt is en duivel
hij Godt. Joh. 8. 44. — Weisheit is verkert in Sotheit. Rom.
1 C(apittel) Z. Z. W. (22 vers.)
Einde der aanteekeningen op van Mieris, nader aan te vullen uit
die van G. van Orden in het Tijdschrift voor Algemeene Munt- en
Penningkunde uitgegeven door Dr. P. O. van der Chijs, I, 1838
en de aldaar aangehaalde schrijvers.
Onderscheidingsteeken, (XXIX blz. 204.) In antwoord op de vraag
van den heer K. v. S. betreffende eene anti-thorbeckiaansche
(lees liever: anti-katholieke) vereeniging van 1853, kan ik het
volgende mededeelen:
E.ort nadat de stormen der aprilbeweging eenigszins uitgewoed
hadden, maakte een op winst bedacht graveur te ’s Gravenhage
van de ontstane opwinding gebruik om een gedenkpenning uit te
geven, vergezeld van eene gesteendrukte verklaring als herinnering
aan deze dagen. De gedenkpenning vertoont aan de eene zijde de
Nederl. maagd leunende op den Bijbel, met omschrift Hanc tuemur,
hac nitimur; keerzijde: Geloof, Hoop, Liefde, 1517, 1648 en 1853.
De verklaring heeft het opschrift: »Protestantsche Gedenk- en
» Verbondspenning,” en bevat de volgende toelichting:
»In den jare 1854 heeft men doen slaan een Protestantschen
gedenk- en verbondspenning, en bij elk exemplaar dit bijschrift, 1°.
om te vermelden de oorzaak, die geleid heeft tot het vervaardigen
van den penning, 2°. te verklaren de insigne en jaargetallen enz.
en 3°. de strekking van den penning aan te toonen te gelijk als
gedenk- en verbondspenning. De eerste aanleiding tot het doen
vervaardigen was de aankondiging door de ültramontanen en
Jesuïten, dat er een penning zou worden geslagen ter eere der
herstelling van de geregelde Kerkordening (of liever van de Bisschoppelijke
Hiërarchie) in Nederland." - Volgt de verklaring en
daarop de aanduiding der strekking: ». . . . nu in 1853 met is
kunnen geweerd worden wat den Protestant ergelijk is, of ver
kregen, wat hij met regt heeft verlangd, nu zal die zelfde penning
ook strekken tot het sluiten van een verbond dat zich ten doel
stelt onze dierbaarste belangen te blijven voorstaan, en met alle
kracht weerstand te bieden aan, en des noods strijd te voeren
tegen alle verdere aanmatigingen van de zijde van Rome.
Door het bezit van dezen gedenk- en verbondspenning en het
overgaan van denzelven van ouders op kinderen en kindskinderen,
zal dan ook het bewijs gegeven worden, dat men in 1853 met
alleen heeft deelgenomen aan de zoogenaamde Aprilbeweging, maar
ook heeft aangegaan het verbond van krachtigen strijd voor de
vrijheid van geweten in het geloof aan Gods woord met de wapenen
van Geloof, Hoop en Liefde.
Onderaan is plaats opengelaten ter invulling der namen van hen,
die den penning deden vervaardigen en tot een zoodanig verbond
toetraden.
Het blijve aan anderen overgelaten, na te vorschen en mede te
deelen, of de hierin bedoelde kath. penning zoowel als de protestantsche
geslagen zijn, door wien en waar.
Amst J' F' VAN
Onderscheidingsteeken. ’k Heb in dien tijd wel eens van een geheim
genootschap G. H. L. iets gehoord. Men zeide mij, dat die
letters beteekenden, Groot Hertogdom Limburg.
Onderscheidingsteeken. Bedoeld geheim genootschap was een soort
van vrijmetselarij - men heeft mij zelfs gezegd dat het was een
tak der groote vrijmetselarij. - Het had departementen door het