Kantschrift van den gouden bruiloftsp. n°. 876. Cat. Eist. Tent.
van Amst. 1876, no. 470.
984. Den 6 Mei 1638 stierf Gom. Jansenius, bisschop van
Yperen en de naamgever der Jansenisten. Penningpl. met b.b.
(links). Het omschrift: Sorgit gvoqve posthvma veritas (de waarheid
komt ook na het verscheiden aan den dag), duidt op eene vervaardiging
na zijn dood. Onder het b.b. Janssenius Episc. Iprensis.
Bij Oosterdijk no. 873 Z. misplaatst op 1635, desgelijks bij van Cleeff,
I, n°. 1452, Z. ƒ10 op 1634.
985. 1638. Begrafenisp. van de bvert van de mar(k)t te ’s Hage-
Revue 1859, p. 494 (2), Meded. II, blz. 74, pl. e (I).
986. 1639. 1 Januari werd door de Hooginogenden aan den
kapitein van de Admiraliteit Pieter van den Brouck vereert een
gouden medaille, »uyt erkentenisse dat hij hem couragieuselijck heeft
gedefendeerd met Sijn onderhebbend schip tegen seven fregatten
van den vijand”. Meded. van den majoor P. A. L[eupè) in de
Oude Tijd 1869, blz. 86.
987. 1639. Vierkante gedenkmunt van Wolfgang Wilhelm, paltz-
graaf aan den Rijn enz. enz. heer van Ravestein. Madai n°. 3894,
Van Dam n°. 1623, Z. ƒ 10—50.
988. 1639 ~ v. L. II, 522 op 1663. Ovale penning. Vz. B.b.
van H. de Croonendaele de Beure etc. A. W{aterloos{ F(ecit). Kz.
Geslachtswapen. Üat. Bom 9 Juni 1879, n°. 58 (Tin..) Revue 1855,.
p. 258 n°. XVI over Croonendaele, Revue 1872 pl. d (18) p. 352,
v. L. II 522/523 en n°. 1019.
989. 1640/1641. Verovering van Malakka, zie Navorscher VIII,
78 en Majoor P . A. Leupe in Nav. XV, 295, met verwijzing naar
Berigten van het Historisch Gen. 2e serie II, 1, blz. 4, alwaar men
leest: »goetgevonden Minsce Willemz (Caertekoè) te vereeren met
een gouden ketting en medaille ter waarde van ƒ 500, ende
waerop sal worden gesneden aen de eene sijde de stad Malacca en
aen de andere sijde het wapen van de (O. I.) Comp. Vergl. Bijdr,
Batavia VIII bl. 197.
990. 1640.-Penning op den Steenen Roeland te Breinen. Zie de
Smeth n°. 1382. Bij Kohier X, 145 op den Munsterschen vrede, toegepast.
Over den Steenen Roeland te Amsterdam zie Wagenaar,
Amst., IX 4. Almanak V. W. 1840. Nav, I, 346.
991. 1640 28 Juli. Vz. Op het vlak: Anna Bilandt ghestorven
28 July 1640, Aetat. 18. Omschrift: lek gae op als een bloeme ende
val af. Kz. Doodshoofd en schenkels omgeven van een lauwerkrans.
Omschr.: Ende vlvchte als een schadvwe. Hiob 14. Bij de Roye
v. Wichen, n°. 1370, Z. f 8. Vari Duren, n°. 1046, Z. Bom, 1873,
n°. 542, Z. 67 Gr.
992. 1640, 9 Octb. »Wij Burgemn., Schepenn. ende Raedt der
Stadt Deventer tuigen openbaer, certificerende voor de geregte
waerheyt in ende vermits desen dat wij onsen muntmr. Joan
Wintgens bij provisie ende tot revocatie geaccordeert hebben ende
denselven accorderen bij desen, om te moegen munten goude eerpenningen,
heele en halve nae de valeur van den portugalloisen,
hebbende den arent (onser stadts wapen) met dese inscriptie:
Me Vigilante floret Daventria, daaronder Valoris Portugallici aen
de eene, ende den cruiee met dese woorden: In Christo Crvcifixo
salus nostra aen d’andre zijde. Sonder dat daervan eenige costen
tot onser stadts laste sullen mogen werden gebragt”. (Medeged.
door nir. W. H Cost Jordens in de Overijss. Alm. 1855, blz. 94.
Afgebeeld tegenover blz. 118, vermeld ald. blz. 60 en ook beschreven
door M. van Doorninck in n°. XV, bl. 35-37 der Gedenkpenningen
enz.
993.1641, 18 Febr. Zwolsche Portugalozen (Kon. Kab.) Vermeld
bij Af: van Doorninck, t. a. p. blz. 36. Vz.: Wapen van Portugal,
de koningskroon en het schild, doch in plaats van de vijf schildjes
in het midden, staat de Aartsengel met den draak onder de voeten
en een klein Zwolsch kruisje op de borst. Binnenste omschrift:
Ad valorem Emanuel 11. Portug. Het buitenste is: Moneia aurea
Civitatis Zwollae. Ter zijde van het wapenschild zijn twee kleine
cirkeltjes. Kz.: Een kruis met het omschrift: In Crislo erveifixo
nostra salus. Vandaar de naam van Cruisaten. Wij hadden in 1641
nauwe relatiën met Portugal. Zie v. Loon II, 256.
994. 1640. Begrafenisp. te ’s Hage. Revue 1859. p. 494,
n°. 3.
995. 1641. Als boven van: De buert van de Lange Gracht.
Revue 1859. p. 495. n°. 4. Mededeel. I. blz. 201. n°. II. pl. a II.
996. 1641 (?) Gouden tweede penning met de descriptie van
Malakka, vermeld door den heer P. A. Leupe in de Bijdragen tot