zijn aan gehaald werk een penning, zonder opschriften, mede, geslagen
ter gedachtenis »van den tweeden veldslag der Brabanderen tegen
»de hoeren van Berthoud, omtrent het midden der twaalfde eeuw
»voorgevallen, in welken Godfried de Derde (1 143 — 1190) Hertog
»van Brabant, nog een kind zijnde, in ’t gezigt zijner krijgsknegten,
»om hunne dapperheid te wetten (aan te vuren) met zijne wieg aan
»eenige willige takken gehangen wierdt, verbeeld is”.
De archivaris Alexander Pinchart, in zijne bekroonde verhandeling
: Histoire de la gravure des médailles en Belgique (Bruxelles
1870 4°.) p. 53 zegt, dat hij in verschillende verzamelingen eenen
zeer fraaien penning heeft gezien, dien hij voor het werk van den
stempelsnijder Adxiaan of Dionysius Waterloos houdt. De penning
herinnert aan den slag van Ransbéek, geleverd tusschen den hertog
van Brabant en de heeren van Grimbergen. Aan de eene zijde ziet
men den jongen hertog Godfried I I I te midden van strijders in
een wieg tusschen struiken geplaatst. Omschrift:
Deprimit. avstrasivs. cvnis. dvx. obrvtvs. hottes.
rex. cvibvs. emathivs.-certat. virtvtibvs. infans.
Aan de keerzijde wordt een bosch en een stad (’s Hertogenbosch),
afgebeeld, alsmede een krijgsman, houdende een zwaard in de
regterhand en steunende met zijn linkerhand op het wapenschild
van Brabant. Omschrift:
-j- Quod. dedit. e. silva, nomen. dvx. conditor vrbis
-j- Fonte. pver. refero. sar.ro. Godefridvs.
Er bestaan dus van dezen penning twee stempels1), waarvan
die met het opschrift ook zinspeelt op de stichting van -s Hertogenbosch
door den hertog Godfried III van Brabant; volgens
Dr. P. O. van der Chys. De Munten der voormalige hertogdommen
Braband en Limburg. (Haarlem 1851) blz. 36 (1) ook vermeld in
het tijdvers (1184).
GodefrïdVs dVx e sILVa feclt oppIdVM.
Deze penning is dus in de zeventiende eeuw geslagen, want Adriaan
Waterloos leefde van 1622—1668 en Dionysius of Denis Waterloos
van 1656—1681. Zie Pincliart, Table des riöms des Graveurs.
Wij geven nog eenige bewijzen, dat penningen in onzen tijd
*) Van Orden in Tijdschrift van v, d. Chys I, blz. 123 vermeldt er echcn met
eene andere keerzijde en met het jaartal 1164.
zelfs ter herinnering aan middeleeuwsche personen, stichtingen enz.
geslagen zijn.
5. Ter nagedachtenis van Jan zonder Vrees, hertog van Bour-
gondië, graaf van Vlaanderen (1371 — 1419), door Jouvenel (Revue
Beige) 1876,’ p. 10—12, pl. IV. N°. 2.) Het opschrift der keerzijde
is niet zonder staatkundige strekking, aldus luidende: 1404,
I l rendit à la Flandre sa nationalité en lui rendant l'usage de sa
langue. Il eut trop d'ambition peut-être, mais cette ambition n empêcha
point ses sujets de vivre heureux et tranquilles sous son régne. —
Liberté des communes, Prospérité du commerce. Jean fut assassiné
au pont de Monter eau én 1419.
6. Al de penningen op het verbranden in 1415 van Jan Ilus.
Vergelijk de aanteekeningen van G. van Orden, Tijdschrift I,
blz. 124—125. Hiervan zijn vele varianten b. v. bh 21 n°. 4 met
verkorte omschriften (Cat. Noot-Nagel n°. 12). Ook bestaat er een
op het verbranden (1428) der beenderen van Joh. Wiclef, kerkhervormer
in Engeland. Pinkerton pl. III (3).
7. De penning op de instelling van de orde van het Gulden
Vlies, door v. Mieris Dl, I blz. 42 op het jaar 14ö0 geplaatst, is,
volgens de Revue {Beige) 1855, p. 264, XXVII en Pinchart Histoire
de la Gravure p. 45, n°. 23, door A. Waterloos (1622—1668)
gesneden. J. Friedländer in het Numismatische Zeitschrift, 1870,
S. 545 (3) houdt het borstbeeld van hertog Philips den goeden
(1430 — 1467) voor een kopij van een portret.
8. Andere zeer groote zilveren vergulde penningen, wat ruw
(volgens Pinchart p. 79) geciseleerd, zijn niet allen ter eere van
den hertog Philips den goeden1) maar ook ter gedachtenis van het
oprichten der instelling of broederschap (confrérie) »van den drooghen
Boome" te Brugge vervaardigd tusschen dé jaren 1670—1694.2)
De penning vertoont het standbeeld van Philips den goeden, blootshoofds,
in romeinsck keizerlijk gewaad, staande op een voetstuk
(waarop men leest: Philippvs bonvs;) en houdende een bevelheb-
bersstaf in de rechter hand. Een brullende leeuw bast hem ter
') Zonder aanduiding in den Cat. du Général T . , .. Anvers. Nov. 1S54, n°. 6.
Aan Philippe le bon in Cat. de J. E. Th. de Jonghe. Brux Dec. 1860, n°. 2692 bis.
2) Zie Alph. de Schodt, Méreaux de Bienfaisance ecclésiastiques et religieux de la
ville de Bruges. Bruxelles 1873—1873, p. 143—145 als Revue 1877, p. 258 -260.