250. 1558. Op het sneuvelen van den maarschalk Pietro Strozo
voor Diedenhoven (Thionville) 20 Mei, vgl. v. Mieris III, blz. 428.
' ' z- — T< M. III, 428, 2. kz.: Eene sierlijke graftombe met emblêmes
op een schild gegraveerd: Pietro Strozo periit manu inimici
Diedenhoviam (sic) op een wimpel, daaronder D(ie) 20 Maj (i)
a°. 1558. Cat. Stricker (Bom) 19:Decb. 1859. n°. 1868 kop. verg. ƒ 3.—
251. 1558. Gedenkp. met kabelrand en oog. Zilver verguld,
vz.: Bb. van Philips II met ingesneden opschrift. Phs. d. g. Hisp.
Rex. kz : De geregtigheid en ingesneden opschrift. Bilygüe
Justic(i)am quy Judicatis terram. Cat. MunnicJcs van Cleeff 7(1867)
n°. 388. Houck (1863) n°. 116.
252 1558. Raadsteeken of presentie- en wijnpenning van Nijme-
gen, afgebeeld bij W. J. de Voogt. Aanteekeningen betrekkelijk de
Nymeegsche Vroedschaps- en Vereeringspenningen. Amst. 1866. zie
ald. blz. 4 5 met de stempels of dutten, 4—9. Een ander met
5. stempels, 4. 1. 7. 7. en 9 wordt blz. 7 vermeld.
253. V. L. I. blz. 26. Groote penning ter eere van Wouter van
Uier, als baljuw van de Duitsche Orde te Maastricht (alzoo vertaalt
v. L. Trajectensis), doch vermits de graveur Steven van Holland
(zie Pinchart, p. [0. Revue 1860, p. 179) te Utrecht te huis behoorde,
leze men Utrecht, alwaar de Duitsche orde nog eene rijke balije heeft.
254. 1558. Gegraveerde, doorboorde, zilveren gedenkp. op de
geboorte van Willem van Bronkhorst van Batenburg, gegeven door
den Baron van Gronsfeld. De inscriptien op voor- en keerzijde
wijzen zulks aan en luiden: Baronis in Grösfeld donum in memoriam
nativitat(is) domini Guilhelmi, de Bronckhorst et Batob{urg). De laatste
naam staat bij het wapenschild. Cat. de Smeth, 1810, n°. 264.
Mm. 281/2 21/4 Eng. f 5.50 Cat. Becker 1853 (verkocht in Junij-
Julij 1854), p. 165, n°. 120. Gr. 28. Gew. 55,5: Verwijzing naar
Vaderl. Historie VI. 399. 422-429.
255. 1558. Op het overlijden van Corn. Grapheus ook Scribonius
(vertalingen van zijnen eigenlijken naam Schrijver), vlaamsch geleerde,
door Simon. Hij was geb. in 1482. Jöcher op Corn. Scribonius.
256. 1559. V. L. I, blz. 28 (1—2). Op den vrede met Frankrijk:
beide gesneden door G. P. Poggini. De kz.: van n°. 1 is gecopi-
éerd naar den penning van Benvenuto Cellini van 1534, (van Mieris
I blz. 315, 395. Zie ons Repertorium n°, 95 en 117). De heer
Camille Picgué in de Revue 1879 p. 298. (Afdruk p. 21), dit
opmerkende voegt hij er bij: »11 nous a seuiblé qu’ il prenait un
peu son bien ou il le trouva”.
257. Bij V. L. I, blz. 35, is eene afbeelding te zien van een
schutterspenning van ■»het Groote Gilde te Brussel”. Merkwaardig,
volgens J. W. Wolf, (in51848 te Brussel wonende, zie Jahrbücher
des Vereins von Alterthumsfreunden im Rheinlande X II, Bonn 1848
S. 30) is het voorkomen daarop van de Moedermaagd Maria, in
een zeilboot zittende en kenbaar aan de aanroeping, O Mater Dei
memento nostri, als omschrift der voorzijde. Wolf t. a. p. in zijne
verhandeling Die Dea Nehalennia, ziet in dit deel van den Omme.
ganck (S. 30—36) verband met de overoude Nèhalenniavereering.
258. I blz. 37 heeft als kz.: het bb. van Margaretha van Frankrijk.
Als vz.: komt het voor in de Revue 1878, pl. I, n°. 3, met de
spreuk: Hic nihil Expectes, op de keerzijde, zie Graaf Nahuijs,
t. a. p. p. 62—63, over deze vorstin en dezen koperen penning.
259. I blz. 38, is zeker ook een hüwelijkspenning van Willem
van Croy en Anna van Renesse, maar wanneer had dit huwelijk
plaats? Van Loon’s plaatsing op 1559 schijnt niet juist te zijn.
Willem de Croy overleed in 1565.
- 260. I blz. 39 is volgens Pinchart Revue 1854, p. 234, en zijne.
Histoire de la gravure des Médailles, p. 22, van Jacob Jonghelinck
261. 1559. In de Revue 1872, pl. ƒ. (n°. 24) p. 359—360 is
door Graaf Nahuys een penning beschreven z. j. en toegepast op
den vrede van Kamerijk (3 April 1559), vz.: Links gewend b.b. van
Philips, versierd met de orde van het gulden vlies. Omschrift:
Philipvs dei g. hispaniarvm rex invicjtus). kz.: Een gekroonde wapen-
trofée. Omschrift: Pax mvlta diligentibus] legem tvam, ontleend aan
Ps. 119 vers 165.
— 262. V. L. I blz. 41, Joost Damhouder 1566. Gegraveerd volgens
Pinchart (Revue 1854, p. 236, Ilist. p. 24) door Jonghelinck.
263. 1559. vz.: Regtsgewend borstbeeld, in wambuis en bloot-
hóofds. Peter Pan. hvis. aet. 30 A°. 1559. kz.: zijn wapenschild.
Omschrift: En espoir, vive. Daaronder: Sle(phanus) Il(ollandiac) f[ecit).
Medegedeeld door den heer Th. M. Roest in de Revue 1870 pl. XI
(6) p. 513—514. In de Revue 1871 p. 91 — 93 deelde de heer
H. Schuermans van Luik nog eene inscriptie van 1566 van Peter