969. 1634. v. L. II, 222. Op het ontzet van Breda. Van dezen
Legp. (en ook van dien met Moderatio van 1620, v. L. II 130)
zÿn de stempels nog voorhanden. Zie Ch. Piot, Catalogue du dépot
des coins, poinçons et matrices de monnaies, médailles, jetons, sceaux,
cachets et timbres appartenant à l'Etat. Brux. 1861, p. 30, n°. 306
en 307.
970. 1635. Zeer groote, zilveren, gedreven penning in kabelrand
met oog. Vz. : regtsgewend b.b. van een man van middelbaren
leeftijd, met zeer kort afgesneden haar en wambuis met kraag en
hangbaard. Omschrift: Klaes Klasen Moey. Kz.: een naar de
reg ter zijde stevende driemaster in woelige zee. Omschrift: Claesen
Cornelis M(oey ?) 18^80 bij den heer J. Schulman te Amersfoort,
(in Afteek bij J. D./'L.) Cornelis de Mooy (vgl. v. d. Aa) volgens
Kramm, was een schilder van kabbelend water, gestoffeerd met
zeilende oorlog- en andere schepen.
971. (1636) v. L. II, 232 (1). Karel I van Engeland. Is ge7
merkt »N. Briot”. Volg. Cat. Arti, 1880, n°. 1164, een Lotha-
ringer, die in Engeland, en na 1642 in Frankrijk werkte en uitvinder
van de muntschroef was. Ook opgenomen in de Revue Num.
Française, 1857, pl. 1, II, n°. 1, p. 26, als van Briot.
972. v. L. plaatste in dl. II (234) een gedreven penning ter
eere van Dirk Graswinckel Jansz. op het jaar 1636. Deze behoort
althans niet eerder dan op 1645, toen hij Advocaat Fiscaal van
Holland werd, geplaatst te zijn. Het randschrift vermeldt die waardigheid.
De penning, althans een penningplaat met zijn gedreven
b.b., is gemerkt A. C. (Cat. Arti, 1880, n°. 1169). Bij Stricker I, n°.
3555 Averd een exemplaar met een oogje voor ƒ 19 verkocht, waarop
in den kant was ingesneden : Natos 1 Octobris Anni 1600. Benatbs
12 Octobris Anni 1666. Ook de spreuk : Nemo ignavia factus immor-
talis wijst op een begrafenispenning van 1666. Vgl. Navorscher
XXIV, blz. 41.
973—976. v. L. 235 (1 en 2). Utrechtsehe eerepenningen bij
promotie met den kap. Zie Catalogus (van mr. S. Muller Fz.) van
het Museum van Oudheden te Utrecht, blz. 137—138, n°. 1 (973),
is volgens Vroedschaps-resolutie van 14 Aug. 1643 waardich
tusschen 2 en 3 pond vlaamsch ( f 12—/IS ). Later afgekeurd en
6 Nov. 1648 besloten »als veel te swack of te buijchsaam van
ducatengout en op barder gout niet wel te prenten, vermits de
stempel wat diep is ingesneden (door Roelof van Cuylenburcli).
Ook behoorde bet beeld een tabbert te hebben, »mitsgadert een
bonnet op ’t hooft”. — Het model of teekening werd vertoond en
R .v .C ; sneed ook dezen penning n°. 974, waard ƒ 100. Hij was in
gebruik van 1649 tot 1736. No. 3 (975) met pruik en kleeding
der 18de eeuw werd (volgens resolutie van 3 Juli 1736) door N.
van Swinderen gesneden. Z. 29 Cat. Utrecht n°. 1086. No. 4 (976)
Nieuwere stempel, kwam in 1836 in gebruik. Cat. Bom, 1873,
p. 192, n°. 4555—4559. Vgl. van Orden, II, blz. 469.
977. 1636. Gouden penning aan Johan Evertsen vereerd. Zie mr.
J. C. de Jonge. Levensbeschrijving van J . en C Evertsen. ’s Graven-
hage 1820, bl. 34 en v. Orden II, blz. 469. Deze penning is
door mevr. de douairière de Jonge-Evertsen aan de. stad Middelburg
geschonken. Dagblad van 's Gravenhage, 2 Dec. 1870, blz. 2
(col.) 2.
978. 1637. v. L. II, 238 (1-2). De graveur van n°. 1 geeft op
als dag van het hernemen van Breda den 26 Sept., J. Looft, de
graveur van n». 2, 10 Oetober 1637. Op dien dag trok de
bezetting uit die vesting. No. 1 is ook afgebeeld bij Th. E. vari
Goor, Beschrijving der Stadt en Lande van Breda, blz. 183. V. Orden,
II, 470, vermeldt een tweeden stempel van n°. 2. Zie Salm, n°. 935,
en Van Cleeff, I, n8. 1470 Z., f 7.
979. 1637. Begrafenisp. van »De Ghebvren van de Tvrfmarct”
te' ’sHage. Mededeelingen, I, blz. 200, n°. 1, pl. a. (I), Dirks in Revue
1859, p. 493—494, n°. I.
980. Theodorus Rombouts, Schilder, door Simon.
— 981. Z. j. v. L. II, 244. Ter eere van Maria de Medicis. Bij
Renesse, Mes Loisirs II, n°. 10170—10178, zijn er negen stuks z. j. en
van 1610, 1613, 1614 en 1631 beschreven. Vgl. v. Orden 11,471,
Cat. Tent. te Amst. 1876, n°. 3961—3972, Cat. Bom 1873, blz.
24, n°. 546, met het omschrift : Crescvnt dvm ftorent enz.
982. 1638. v. L. 11, 245 (2). Op de geboorte Bodewijk X IV .
Bij van Cleeff II, n°. 989. Veel grooter en ander b.b. Z. Bij Salm
n°. 940 en Noot-Nagel n°.- 365. Veel grooter b.b. van Lodewijk
XIV, met een leeuwenhuid Mm. 72. Brons.
983. Nanning van Loon Foreest, is gebooren 13 November 1638.