12
penning van Christine de Flines, trouwende met Jakob Leeuw.
Samson wonder van zyn eeu
Temt met kracht een jongen leen
Maar Christine met haar hant
Leght im Leeuwen aan den bant
Daar zy nimmer uit zal springen.
Zwakheid kan de sterckheit dwingen!
Bestaan n°. 1452 en 1453 nog? Zoo verzoekt men mededeelin-
gen dier penningen ter atteekening.
1454. 1666. 27 Septb. Geg. en gegr. begraafnisp. van jonkvrouw
Johanna van Arnhem van Rosendaal, gest. 13 en begr,
27 Septb. 1666. Bom 1873, n°. 758 (Mm. Bom 49) Z. 25.
1455. 1666. 14 Febr. Gedr. en ovaal. ==. Ter gedachtenisse van
Mathys Ulivier. In den ITeere gerust. Annexeert duysent ses hondert
66 denfden) (sic) 14 November, out synde 2 i jaar. Mm. 60/55, Z. 50.
Cat. Jamieson Feyens, n°, 1014. Gezien 1844-72.
1456. 1666. Bij het overlijden van JPider AU. Semeyns, Bege(-
rend) Burgemeester tot Enchuysen. Vz.: Zijn wapenschild en devies.
Kz.: Opschrift. {Bom, Mm. 55) Z. 51. Bom 1873, blz. 34, n°. 757.
1457. 1666. 17 October. Op het overlijden van Corns van
Stamhorst. Met twee gedreven wapenschilden, Z. Kon. Kab.
Aanw. 1879, blz. 19.
1457*. Bij gelegenheid van den togt naar Chatham werd de
kapitein ter zee Jan van Brakell, wegens het bekende (zooals
v, L. II, blz. 554, zegt, maar door anderen weei’sproken) feit van
het zeilen over den keten, beloond met de groote medaille die
aan vertrekkende ambassadeurs werd geschonken, afgeb. bij
x. L. II, 53.
P
Penningkundig Repertorium. Mededeelingen door Mr. j. d ik k s .
1667, n°. 1458—1484.
1458. Op den slag van Chattam, Junij 1667. Groote penning
Vz. Bb. en fage, versierd met de orde van St. Michaël. Omschrift
Michiel Adr. de Ruyter, R(idder) L. Adm. v{an) üoll. e(n) West-
v{riesland) Ec. Kz. Het zeegevecht met het zinkende schip als bij
van Loon II, 559 (2). Vz. Afgebeeld bij de-Vries c. s., pl. VIII (4),
blz. 52 —54. Vz. gesneden door P. v. Abeele. Cat. de Vries n°. 1314,
Z. 8. 1.
1459. 1667. Vgl. v. L. II, 549 (3) als penningpl. Vz. met het
omschrift M. Ad. D. Ruyter, R. L. Admiraal Gen. v. Holland Ec.
en onderaan: Chattam Jun. 1667. Vermeld bij v. Orden II, 756.
Dezelfde als bij P. Smidt v. Gelder, n°. 240o. Bb. = 549 (3), doch
zonder oorlogschip. Omschrift — gesneden. Met een oogje. Z. 37'/2 W.
Bij van Cleef I, n°. 1790. Z. ƒ13—50. Salm, n°. 1245, fraai en
zeldzaam. Z. 37. Ook in Verz. P. H. v. Gelder.
1460. 1667. Vz. = de Vries c. s., pl. VIII (4). Kz.: Met het
wapenschild van de Ruiter zooals het is beschreven in de Nav. 1874,
blz. 525. Cat. de Vries, n°. 1314. Z. 8. 8. Gekocht door den heer
Völcker voor ƒ171! In twee zilv. penningplaten in Verz. wijlen
Jo. de Vries Jzn. Zie Nav. 1874, XXIV, blz. 584. Het wapen omringd
door een scheepskabels waaraan de orde en daaronder:
Anno 1667 met naamcijfer P. v. A. Cat. Bom, 1867, n". 512.
H. G. Bom, 1880, 26 Jan. n°. 491. Z. 85 grm.