mensuel de Numismatique et d’Archéologie 1881, I, p. 3—6. Joris
Veselaer of Veseler was in 1561 een der generaal-meesfers van
de munt en woonde te Antwerpen (Zie v. d. Chijs, Overijssel I,
blz. 381 en 393(1) Zijn wapen (volgens Rietstap, Armorial général,
Amst. 1873) Veselaer, Veseler (Vlaandeeren) was van goud met
een zwarte keper (chevron) en drie zwarte schijven. Hij was een
rijk burger en handelaar te Antwerpen, gednreude 23 jaren aldaar
aan de munt verbonden. Eerst als prévot en daarna als munt-
meester-generaal. Hij deed grooten handel in Vlaamsche tapijten,
waarvan t. a. p. p. 4 de voorbeelden zijn bijgebracht. Hij was
gehuwd met Margaretha Boghe, f 1564. Hij stierf in 1570, oiid
77 jaren en was dus in 1493 geboren. Zijne kinderen waren:
(1) Elisabeth Veselaer, gehuwd met Jacoh Hoefnagel, aalmoesenier
en regent van het hospitaal van der Biest. (2) Cecilia Veselaer,
geb. in 1522. Eerst gehuwd met Melchior Balde en later 1559
(zie n°. 266 — 67) met Floris Aleioyn (3) Margaretha V., gehuwd
met Joris de Vogelare. (4) George (Joris) Veselaer, f 1580. Zijn
kasteel te Deurne, het Lanteernhoff, werd in 1542 door de benden
van Maarten van Rossem verwoest 2).
In de Navorscher 1879, blz. 458 op 459 is het nummer 268
overgesprongen op n°. 369 dus honderd te veel. Men zoeke dus
niet naar n°. 269—368! Grace?
427* (Nav. 1879, blz. 554). Cal. Arti 1880, n°. 1091, v. L. I,
85 (2) gemerkt VLG. Met oog. Aan een ketting, waaraan een kleine
bierkan en lazarusklep. Op de bierkan een familiewapen gegraveerd.
(G. Kamper te Hoorn).
436. Aid. n°. 1093. Met oog zonder VLO.
453. (Nav. 1879, blz. 613). Steven de Wit was een Jerusalem-
vaarder in 1541. Hij stierf 3 Juni 1571. Zie óver hem mr. S. Muller Fz.
He schilderijen van Jan van Scoorl 1880, blz. 39—40.
454. (Aid.) Cat. Arti 1880, n°. 1081 met JVL. G.F(*m?) F(mï).
461. Nav. 1879, blz. 617. In de Gartenlaube 1881, n°. 1, S. 20
aldus door R. Chr. beschreven. Vz.: Paus-duivel. Kz.: A(6a-zotskap.
’) iJorys Veseler en Casper Crop comende van Antwerpen.”
’ 2) Zie Vrÿe Fries VII, 304. M. A. Thys sur le Lanteernhof et ses possesseurs.
L’Ecaut, Journal anversois, 8 Avril 1881.
Omschrift: Der Dvck HAlba dvrch sein Narheit hat nichts ausge-
bricht dan-Bosheit.
464. Aid. Ter eere van Nic. van der Burcht. Als eenig bekend exemplaar
beschreven in de Aanw. van het Kon. P. K. 1861, blz. 2o 26.
480. (Nav. 1880, blz. 18). In Aanw. Kon. P Kab. 1874, blz. 9.
Verg. met oog en ring.
481. (Aid.) v. L. I, 136(1). Met Belgiae (Cat. de Haan n°. 77,
Z. 23 /B—75. Kab. F. EI. v. Gelder).^ ' ^ ^ “ • \ f '
481*. (Aid.) t». L. I, 136(2) C a f » . Orden, n°. 524 ƒ 80 / K.
Tijdschr. 11, blz. 59. Zonder omschrift op de vz. en geen jaartal.
489*. 1571. J. B. Houwaert (oud 38 jaren), eenig bekend exemplaar
uit de Verz. van der Auwera. Vz.: Regts gewend bb. ongeveer
als bij v. L. I, 245(2) toen H. 45 jaren oud was. Omschrift: Jan
Baptista. Hovioaert. aet. 38. Kz.: Zijn zegel. Omschrift: S*(igillum)
Jan * Baptista* Hovwaert* 1571. Medeged. en toegelicht door den
heer R. Chalon in de Revue 1869, p. 324 — 329, pl. IS (7).
489**. 1571. Huwelijkspenniug van Frans Canter, Burgemeester
van Leeuwarden. Vz.: Beeltenis. Frans Canter Aet.(atis s(uae) 41.
Kz.: Beeldtenis. Geel van Humalda Ae.(tatis) 35. Beide zijden zijn
geëtst, vermeld in het Vrijmoedig beroep van S . H. van I ds in o a
tegen het vrijmoedig beroep der volmagten ten landdage. (Een zeer
zeldzaam werk Z. p. of j.) Te vergeefs is deze penning, die welligt
in Friesland bij eenen afstammeling der C anteks kan schuilen,
door ons opgevraagd in de Navorscher XT (1861), blz 263, en in de
Revue 1872, p. 292. Men leze aldaar in plaats van Hnmalda IIn-
malda = van 1573: 1571 en = van 1863: 1861.
*3» De opvrage wordt herhaald ten behoeve van Nieuioe Bijdragen
tot de Penningkunde van Friesland, die ter perse zullen gaan.
494. (Nav. 1880, blz. 19-20) is in het Kon. Kab. Zie^amo.l872,blz.l 0.
526. (Nav. 1880, blz. 26) In Kab. F. H. v. Gelder met zilveren
kettingen als Ij L. I, 194, zonder den brand van Soeterwoude.
540. (Nav. 1880, blz- 90). v. L. I, 222. Zeldz. ook in het Kab.
P. II. v. Gelder.
547*. 1577. Ter eere van J. B. Houwaert v. L. 1, 245 (l).K z .:
Gegraveerd opschrift in 4 reg. als Cat. Posthumus n . 146.
*Twas Houwaert die Willem Heerste veel eer aandede
>Als hy t’ Antwerpen ingehaalt Daar binne quam gerede,