komende in den Navorscher, neem ik de vrijheid de volgende beschrijving
mede te deelen van een paar stel soortgelijke stukken
in mijn bezit.
Het bestaat uit 40 stukken, 20 gele en 20 zwarte, de eerste
van palm- en de laatste van pokhout en 4 ned. duimen in doorsnede.
Ze zijn fraai en zoowel de figuren als de omschriften, vooral
van de zwarte, scherp en duidelijk afgedrukt.
De figuren van 19 gele en van zooveel zwarte zijn aan weerszijden
gelijk; in het laatste paar, 1 geel en 1 zwart, is verschil.
Sommige voorstellingen komen ook, hetzij aan de voor- of keerzijde,
overeen met de reeds in den Navorscher beschrevene stukken;
doch niettegenstaande die overeenstemming, bestaat er wel eens
verschil in het omschrift.
Gele en zwarte schijven:
1. Twee borstbeelden elkander aanziende. Henri lY. Sully.
•Een nederdalende engel houdt in elke hand boven ieder hoofd
eene krans
Keerzijde r Borstbeeld. Lvd. XVI. D. G. Fr. et Nav. Rex.
2. Geharnast borstbeeld. F ridericus Borussorum Rex. = Nav. XI,
blz. 271 voorz.
Keerzijde: Een Leeuwenjagt. Cynthia sic Phoebo cedisque Me-
lampe Leoni.
3. Twee borstbeelden. Care VI D. G. Rom. Imp. et Elis. Ohr.
Aug, B. R. — Nav. XI, blz. 271 voorz.
Keerzijde: Geharnast borstbeeld. Carolus VI. D. G. Rom. Imp.
S. A. G. H. H. & B. Rex. = Nav. XI, blz. 347, n°. 18 voorz.
4. Geharnast borstbeeld. Franciscus I. D. G. Rom. Tmp. Semp.
A ug. = Nav. XI, blz. 271 voorz.
Keerzijde: Borstbeeld. Maria Theresia Hungar. Bohem. R eg.
Archid. Aust. IS Nav. als boven.
5. Borstbeeld. F ranciscus III. D. G. Dux. Loth. B.
Keerzijde: Borstbeeld. Car. Henr. D ux Lothar. S. R. Mal
H. & B. Dux Bell.
6. Geharnast borstbeeld. Josephus II. D. G. Rom. Imp. Semp. A ug,
Keerzijde: De godinnen der Gerechtigheid en des Vredes. Gluck
sich fint wo WIR sint. = Nav. XI, blz. 348, n°. 12 keerz. en vergelijk
Nav. XII, blz. 313, n°. 16 keerz.
G E S C H I E D E N I S .
Cockerellen-spel. (XXIX, bl. 17, 40, 237.) Deze naam wordt nog
steeds gebruikt ïé- Roermond en omliggende dorpen om aan te
duiden het spelen met draaitollen, namelijk die soort van tollen
die met een zweep worden voortbewogen.
De tol zelf draagt den naam van cocquerel of koekerèl in
tegenstelling van den priktol, dien men dop noemt.
Indien dit spel mogt bedoeld zijn, schijnt het verbod zijne verklaring
te vinden in het gevaar voor glasruiten en zelfs voor personen,
dat aan het uitoefenen van dat spel in de straten is verbonden.
Den oorsprong van het woord kan ik niet verklaren.
Ware aan spaansche origine te denken, dan liet het zich aannemen
dat het meer inheemsch ware geworden te Roermond dan
elders in Nederland, omdat deze hoofdplaats van het voormalig
overkwartier van Gelderland veel langer aan Spanje is onderwóipeu
gebleven, als hebbende geen deel genomen aan de Unie van Utrecht;
doch dit komt mij voor, hier niet het geval te zijn.
Welligt dat daaromtrent meer licht te verkrijgen ware bij den
even kundigen als gedienstigen archivaris van het rijks en gemeente
Archief, den heer J. B. Sivré te Roermond, terwijl ik mij
aanbevolen houd voor mededeeling in den Navorscher van wat verdere
nasporingen mogten hebben aan het licht gebragt.
;s ’ Gravenhage. a . j . w. van d e n be rg h .
[Ook R. B. deelt mede dat het spelen met den drijftol onder
dien naam in Limburg bekend is, en vermoedt dat het om bovengemelde
reden zal verboden zijn.]