par du
Mon t
T om . IV.
P a r t.il.
fol. 331.
, -'Î1; “m t r
i l l
Îîî!, :'hli
h - r ' k n ; ■■
• 547 maand, dit verdrag tusfchen hen gelloo-
len wierdr.
Jan F red e r ik ,H e r to g van Sakfen ,zou
het Keurvorftendom voor zich en zyne
Kinderen ove rge e ven , en den Keizer
zonder tegenfpreekinge toelaaten met
die Waardigheid naar des zelfs welge-
, vallen te handelen ; Wittemberg en
Gotha , de (lerkfte plaatfen zyns Lan d s ,
den Keizer overleveren, mids de Kinderen
van den gevangen V o r ft het
liuisraad en de g o ed eren , behalven het
g e fch u t , krygstuig en een derde deel
van den voorraad , uit de zelve Steden
lig ten , en zonder ’s Keizers bewilliginge
geene nieuwe Sterkten maaken
z o u d en ; de Krygsknegten , die
’er in la g e n , zouden zonder vaandelen
uittrekken; Markgraaf Albert van
Brandenburg door Jan Frederik H e r tog
van Sakfen in v ryh e id , en ’t gene
den zeiven ontnoomen was weder
gegeeven worden ; mids de Keizer
hiertegen den gevangen Hertog Ernft
van Bronswyk , onder beloften van tegen
den Keizer o f Roomfchkoning
niets te onderneemen , weder ontilaan
zoude. Insgelyks zou de gevange V o r ft
alles, het gene den Graaf van Mansveld
dien van S olm s , en den Duits-
meefter in Prnisfen ontnoomen w a s ,
weder overgeeven. Ve rd e r zoude hy
afftaan van het recht op Maagdenburg ,
Halberftad en H a l , zich het Keizerly
k e Kamergericht onderwerpen , en
zyn deei in de koften draagen, ook
alle verbintenisfen tegen den Keizer o f
Roomfchkoning verlaaten, en geene
anderen moogen maaken in welken deezen
met hunne Landen niet begreepen
w a ren , bewilligende in de ontllaaginge
van Hendrik Hertog van Bronswyk en
des zelfs Z o o n , en wedergeeving hunner
Landen en goederen.
, Nademaal de goederen van Jan Frederik
H ertog van Sakfen verbeurd verklaard
, en thans door den Keizer aan
den Roomfchkoning en Maurits H erto
g van Sakfen gefchonken w a r en ,
hadtmen met wederzydfche bewilliginge
b eftem d , dat H c r to g Maurits aan de «547
Kinderen van den gevangen Jan Fre- '
derik jaarlyks vyftigduizend guldens in-
koomen la a ten , en ter verzekeringe
van deeze renten eenige Steden , Sloten
en Landen verbinden zoude ; d s
zulks den Keizer en H e rtog Maurits
behaagde , dan zoude de Stad Gotha ,
mids alvoorens de Veften geflegt waren,
den gevangen V o r ft gelaaten w o r den.
Hierenboven zoude H ertog Maurits,
tot aflosfing der fchulden voor het
Smalkaldifche verbond g em a ak t, aan
de Kinderen van Jan Frederik honderdduizend
guldens betaalen. Wyd ers
zouden alle gevangenen zonder losgeld
ontflaagen , en de inftellingen tot ruft
en welvaaren des Duitfchen Landaa rds ,
met kennisfe der Ryksftenden geregeld
, vaft gehouden worden. Des zoude
Jan F re d e r ik , mids hem het leeven
gefchonken w a s , zoolang aan ’t
H o f van den K e ize r , o f aan dat van
des zelfs Z o o n , Erfprins van Spanje, in
verzekeringe b ly v en , als het zyne M ajefteit
zoude behaagen. Maar G ra a f
Alb ert van Mansveld en zyne Kinderen
, de G ra a f van B ichlinge, de
Ryngraaf R e c ro t en Thumshirn zouden
hiervan uitgeftooten z y n , doch zo o
de laatftgemelde zyne benden binnen
eene maand afd ank te, dan zoude hy
in ’ t verbond begreepen biyven. E n
opdat alles getrouwelyk agtervolgd zoude
Worden , ondertekenden de Ke izer
en Jan Frederik H e r to g van Sakfen
zulks met eigene handen.
Ondertusfchen hadt de Keizer , om
deeze gelukkige overwinning zynen Onderdaanen
bekend te maak en, renboo-
den ( I ) gezonden naar Spanje , Italie (■) L.
en andere Landen zyner Heerfchap-¿¿I'Jcer;
Î 547.
N E D E R L A N D S C H E V O R S T E N . III. Boek.
+
alwaarmen, mids die Landaard
veel tot de zeege geholpen h a d t , ter
gedachtenisfe van dit merkwaardige gev
a l , w y l de Regeerders geen gering
deel in ’s Keizers belangen namen, de
drie volgende rekenpenningen gemaakt
heeft.
I. ’s Kd-
GioT. de
o o k Godoi
pag.47-
I. ’s Keizers afbeeldfel wordc, in ’c harnas ten halven lyve, mec den lauwrierkrans om ’t
hoofd, met hec zwaard in de regcer- en den Ryksappel in de ilinkerhand, op de voorzyde
bihnert deezen leccerzoom gevonden ;
C H A R L E S V. E M P E R e u r , D E S E S R E B E L L E S
V A lN C d u É u R .
KAREL DE VTFDE K E I Z ER, OVERPVINNAAR VAN
ZTNE WEDERSFANNJGEN.
Dat zulks door het zwaard verrigt wasj is uit de keerzyde, op welke eenen veldflag verbeeld
is , ligtlyk af te meecen, rondom de zelve leeftmen ;
G E C T oirs P O V R L A C H A mB R E D E C O mP T E S A L I L L E .
LEGPENNINGEN VOOR DE KAMER DER REKENINGEN
TE RTSSEL.
II. Het voorfte deel van den tv/eeden is gelyk aan dat van den voorgaanden ; maar
op het agterfte deel zietmen het Vuurftaal, ’c Guldevlies en de Borgonfche Lauwrierftokken
, tusfchen de armen van v/elken de gekroonde Keizerlyke Arend, de wapenfchildert
van Kaftilie, Milanen en Nederland gefteld zyn, omboord door deeze letters ;
C H A R L E S V. E mP E R E V R D E C E S P A Y S D O M IN A T eur.
KAREL DE VTFDE KEIZER HERRSCHER VAN
DEEZ E LANDEN.
III. De derde heeft weder hec zelve voorftuk , en op het ruggeftuk eenen Arend, weike
de flang in den eenen, en den Bafiliscus onder den anderen klaauw houdt , moogelyk
zinfpeelende op de dus in ’c naauw gebragte Keurvorft van Sakfen en Landgraaf van HeS-
fen : wyders verklaard door dit omfchrifc ;
B O N N E E S P E R A N C E P O V R P A R V E N IR .
GOEDE HOOPE VAN ’ER TOE TE KOOMEN.
Alee r \ gemelde verbond geflooten
/as, hade dè Keizer uit hec Le g e r in. Tfeel.
voor Wittemberg aan alle Stenden des
Ryk s ( I } gefchreeven ,
datze , om een
X X ver.