So
I 'l :i
H I S T O R I
D E R
N E D E R L A N D S C H E
V O R S T E N
D E S D E R D E N D E E L S
T W E E D E B O E K .
(i) Chron.
■van Chr.
Stcrnfee
M S .o p ’ c
jaar 1543.
( 1) Die
nieuwe
Chron.
Yin Brab.
fol. 136.
cn 137.
nder het ffillen der G e lderfche
onluften was den
Keizer tyding g e b ra g t,
dat de T ü rk en een fchrik-
ly k geweld in Hungarie
pleegden , en Stoelweisfenburg
, V y fk e rk en ( i ) en andere
Steden en Sloten , ja byna het ganfche
R y k in bedwang hadden ; dierhalven,
om de Ongeloovigen te keeren, beftoot
zyne Majefteit met zestigduizend mannen
derwaart te t re k k en ; doch dit opz
e t ging eensdeels door ’t verloopen
van den Zome r , andersdeels door hec
beftryden der in Nederland gevallene
Franfen te niet. Wandt de K e iz e r , de
Gelderfche zaaken naar zyn welgeval-
len gefchikt hebbende , trok zonder
toeven met het grootfte deel zyns Heirs
naar Brabant. Den zeventienden van
Herfftmaand te Dieft koomende beriep
hy de Staaten (x) van al zyne Nederlanden
derwaart. T o e n deezen zes
dagen laater vergaderd w a ren , heeft
de Keizer hen eene beede van tweehonderdduizend
Artoisfche ponden, ieder
van veertig grooten Vlaams, binnen
tw e e maanden op te brengen v e r z o g t ,
om zyne Krygsknegten en Ruiters te betaalen
; hierenboven nog gelyke tweehonderdduizend
ponden in de daaraanvolgende
vier maanden om zyne bezettingen,
zoo op de Grenzen aan Vrankryk .
paalende ais in Gelderland, te onderhoud
en, en de Landen te befchermen. Dit
v e r r ig t, en ’t L e g e r door tienduizend
Engelfen en vyfduizend Ruiters verfterkt
zynd e, begaf de Keizer zich (3) met de,(3) H»«i
aanzienlykfte Heeren van Nederland
naàr Henegouwe, en , mids het v o e t e u - J -
vel hem dwong binnen Quesnoy te blyven,
fplitfte hy zyn L e g e r , en deedt te
gelyk Guife en Landrecy aantaften ;
weike laatfte plaats, in Henegouwe by
de grenzen van Picardie e n ’t Bisdom
Kamerik g e le g en , van de Franfen by
uitneemendheid verfterkt, en weinig tyds
te vooren door den Graaf van Reu x beflooten
was ; maar d e e s , door de aan-
koomft van Ferdinand Gonzaga met
een groot getal van benden onderfteund,
greep de Stad heviger aan , terwyl G on zaga
met zyne andere krygsmagt Guife
befprong.
D e Koning van V ran k ryk verftondt
naauwlyks, dat de Keizer te Quenoy
gekoomen was , o f rukte v o o r t, naa
't bezorgen van L u k fem b u rg , al zyn
Krygsvolk b y e en , met opzet van den
Keizer flag te le v e ren , byaldien h y (a) Mc-
den zelven voor Landrecy o f ( 4 ) Guì-m°JuBcI.
fe mogt ontmoeten ; tot dit einde'»»
zondt **
tj'43 zondt hy Brisfac, een zyner Legerhoof-
—— den , met eenen ruftigen hoop volks
voorheen om de gefteldheid van G u ife
te onderflaan , en den belegeraaren
zooveel afbreiik te doen als het moogelyk
was. Maar de K e iz e r , berigt
dat het ganfche L e g e r der Franfen na-
derde , g a f orde aan Gonzaga om het
beleg van Guife te verlaaten , en door
deeze benden het L e g e r voor Landrec
y te verfterken. In deezen aftogt viel
Brisfac onverwagt op de a gte rhoed e,
verlloeg eenige knegten, en nam François
van Efte , Broeder des Hertogen
van Ferrara, die de Keizerlyke Ruitery
geboodt , gevangen. Dit bragt echter
geene verandering aan ’t beleg van
L an d re cy , dat door ’t geweld v anv yf-
enveertig ftukken gefchuts hevig aangetaft
, en niet alleen door eene wy-
de bres, maar ook door ’ t gebrek aan
levensmiddelen in de uitterfte benaauwd-
heid gebragt was. Des de Bevelhebbers
, die door hunne onbezweeke dap-
perheid den algemeenen ftorm verhin-
de rd en , den Koning François hunnen
Hoofdman f i ) te
Bel-kennen gaven. D e K o n in g , het ftuk
ov e rw o o g en , en den bode met verzekeringe
terugge gezonden hebbende
van binnen weinige dagen de beleger-
den te zullen ontzetten , en alies te
Waagen om hen te behouden , volgde
kort hiernaa, en tot omtrent het Dorp
S'. Souplex , van waar hy ’t Keizerlyk
e L e g e r in ’t oog k r e e g , genaderd
zynde gaf hy zyne aankoomft door
*t losfen van a l ’t gefchut den beleger-
den te kennen , en vervolgde zynen
w e g naar Chafteau Cambrefis , aan de
flinke rzyde van den Stroom Sambre, op
welken L an d re cy gelegen was, met beraad
van de Keizerfen aan te taften o f onderftand
in de Stad te werpen.
Ferdinand G on zag a , meenende dat de
Koning eenen Veld fla g in den zin h a d t ,
ontboodt ftraks zyne meefte benden van
over de Sambre, en verzwakte hierdoor
de w yk aan dien kant dermaate , dat de
vyanden gelegenheid v on d en , om van
de zyd e van Carillon nieuwe manfchap in
tie Stad,en de afgefloofde bezetting zon-
n j . Deel.
der hinder weder buiten te brengen ; »548
maar de toevoer der (x) levensmiddelen (jj mc-
niet gereed zynde , was de Koning ge- „ ‘"¿ïci-
dwongen eenen tweeden fprong te waa- '»r
gen, en hieldt tot dit einde de Keizerfen ‘ ‘
dagelyks door hevige fchermutfelingen ,
onder den fchyn van den Veldflag tc willen
beginnen, in geduurige onruft. Op
dit gerügt kwam de K e ize r , om b y den
ftryd te zyn, met eenige nieuwe benden,
met welken Maurits Hertog van Sakfen en
Maarten van Rosfem uit Duitsland en
Gelderland hem te hulpe kwamen, van
Quenoy in ’t L e g e r , en bleef met al zyn
volk i n ’t gezigt der vyanden,flegts door
een flroompje gefcheiden, tot den derden
van Slagtmaand liggen ; wanneer de
Franfen met groot geweld aanvielen ,en ,
onder het gedruis v a n ’t gefchut, midsgaders
alle voorbereidfelen tot een hoofd-
treffen, zoo lang met de Keizerfen fcher-
mutfelden, tot Martyn van Bellay op orde
des Konings de noodige voorraad in
Landrecy geworpen h ad t,des de Koning
François zyn voornaamfte oogmerk be-
reikt hebbende, ziende ( 3 ) dat de Kei- (slchro«;
zerfen eenige bruggen over den Stroom stânfcc '
geflaagen hadden, hen, mids de volgende “‘’ "'“ s
dag Z ond ag w a s , verzogt het gevegt tot
den maandag uit te ftellen, wanneer
hy dfen Keizer eenen veldflag zoude aan-
bieden, d it , door den Do lfyn, den Kardi- '
naal van Lotteringe en al de Franfche
Edellieden verzekerd z yn d e , wierdt ingewilligd
, en de beftemde tyd den vyfden
der gemelde maand k o omen d e , al
’ c volk in de wapenen en in flagorde ge-
fchaard. Dus vaardig ftaande kreegmeti
tyd ing , dat de Koning met zyn L e g e r en
krygstuig by den nacht opgebrooken en
naar Guife vertrokken was ; dierhalven
rukten de Keizerfen hem achter naa, ver-
floegen en vingen eenigen der vyandlyke
agterhoeden, tot de nacht het gevegt
fcheidde, en de Keizer z ich binnen Chateau
Cambrefis te rufle begaf.
Sedert het beleg van L an d re cy , mids
het Herfûfaifoen en bedorvene L an d en ,
niet durvende hervatten, zondt hy eenige
vaandelen knegten naar Lu kfemburg ,
en vertrok den tienden van Slagtmaand
naar Kamerik, daar zyne Majefteit, door
X hulp
i!
Ì H
}
" . f I:
i j -