I?!r
jS . I
t r i g I De geweeze Landvoogdes wordt in de gedaante van de Overwinninge, gelykze ons j y y i
- — meermaalen is voorgekoomen, op het vooriluk van den ee r ilen , met den Palmtak m de ----------
eene , en den Lauwrierkrans in de andere hand, binnen dit randfchrift, gevonden;
M A R I A D e i G k a t i a R e o i n a H d n g a s i® .
MA R I A DOOR GODS G E NA D E KO NING IN FAN
HUNGARIE.
Op het ruggeftuk zietmen binnen eenen krans het zinnebeeld van den Enangelift Johan-
(i) I,D ec in es , eenen beke r ui t weiken een gedrocta voortkomt , gely k ik voorheen ( i ) gemeld h e b ,
fol.410. en nevens den z e l v en , dee ze letters3
S i n t I A n iSS^-
I I . De tweede draagt op de voorzyde de Gerechtigheid met de fchaale in de regter- en
het zwaard in de ilinkerhand3 moogelyk , datmen door dit beeid ook de Landvoogdes, om
haare rechtmaadge regeering, heefc willen viitdrukken 5 wandt men leeil: dierhalven deeze
( 2 ) Bybelfpreuk ( 0 Het in den rand3
Bock dec
Wysheid
Cap. I.
.vers. I.
(3) Be-
“ 'Sotdrecht
door M.
Balen pag.
81.
(4) Hand-
veft
Chron.
door M.
vander
K o e v c
fo L n S .
(5 ) Be-
fchryv.
v an Dordrecht
do o r M.
Balen pag.
514.
(6) Die
waarach-
tig cG c -
fchied.van
D I L Y G I T E I V S T I C I A M Q .V Y I V D I C A T I S T E R R A M .
B EMINT DE G ERE CHT IGHE ID GT D I E DE A A R D E
OORDE E L T .
I le t gewoone zinnebeeld der Lundvoogdesfe, om haare waakzaamheid te toonen, ftaat
op de tegenzyde , door eenen Kraanvogel, welke met den kei in den poot de wagt houdt,
afgebeeld, hebbende dit omfchrift;
V I G 1 L A T E.
W A A K T .
H I . De zelve verbeelding en letters worden op het eerfte deel van den derden gevonden;
en op het andere deel zyn de v y f wapenfchilden van zooveel Nederlandfche G ew e ften , als
toen onder eene Rekenkamer in ’s Graavenhaage behoorende , g e ile ld ; naamenlyk , in ’«
midden Holland, boven het zelve Zee land, aan de regter zyde Utrecht, aan de ilmlter
Weftvriesland, en onder Overysfel, omzoomd door deeze letters:
L E G G E L T V A N d e R E K E N k a m e e IN M O L l a n d .
IV . De eerfte helft van den vierden draagt het beeid der Gerechtigheid, en weder het
zelve randfchrift als dc voorzyde van den tweeden ; en op de andere helft lict wapen van
de Stad Dordrecht, voerende een rood v e ld , ( 3 ) belaaden met eenen zilveren p a a l; en
dewyl Keizer Hendrik de V ie rd e , in het jaar duizendvierenzestig ( 4 ) het recht van geld
te munten aan de Stad Dordrecht gegeeven h a d t , en dit voorrecht federt van de Graaven
in diervoegen beveftigd w a s , dat nergens anders voor den Gra af van Holland dan aldaar
( 3) mogt gemunt worden , vindtmen , ora dit groote voorrecht dier Stedelingen , en
tot welk een gebruik dees penning gemaakt i s , aan te wyzen, deeze woorden in den rand;
L E G G E L T V A N D E M V N T E R S V A N H O L e a n d .
■ D e Keizer te G end ( 6 ) koomende
wierdt met zynen Z o o n , zyne Zufters
en hun gevolg ftaatlyk ingehaald, en
in het H o f van zynen Z e e vo o g d A-Keherita.
d o lf van Borgonje , Hoogbaljuw dier ,]j'.
S tad, gehuisvelt, en de Vorftinnen na-v'd«:
men
I r iT o o -
neel van'
Holland
door BoJ
liorn pag.
3 7 -
men haar verblyf in ’t Bakkershuis en
in'eenige naaftgeleegene huizen. Naadat
zyne Ke izerlyke Majefteit hier eenige
dagen beleefdlyk onthaaid was, en de
Gezanten der V o rilen en Gemagtigden
der Nederlandfche Staaten oorlof van
den Keizer genoomen hadden , vertrok
hy den agtentwintigften van Oegftmaand
naar Asfenede , en twee dagen laater
naar B ie rv lie t, verzeld van zyne Zus-
te r en , met vvelke zyne Majefteit de
K e r k , en in de zelve het graf bezig-
tigde van Willem B ueckels, die de
eerfte in Nederland den Haring ( i ) te
zouten en in vaten te bewaaren gevonden
hadr. D e Keizer toonde zooveele
achting voor deeze uitvinding, dat
hy de ziel van dien man , welke in het
jaar dertienhonderdzevenehnegentig geftorven
Was , nog alle zaligheid toe
wenfchte. Van Biervliet begaf de Kei-
(2) Die zer zich te fcheep naar ( x ) Souburg
op ’t Eiland W a lc h e r e , daar hy. eene
S z c i T VIooi: gereed v o n d t , en de
lei denV. Vorftinnen verbleeven te V lis fin g e , om
gunftigen wind a f te wagten,
ftq’ Men verhaalt, dat in deeze dagen
(3'Ab.van ( 3 ) D- Seiden , van den Roomfchko-
i i S T e ? . oing Ferdinand om gewigtige zaaken
Phil Me verhandelen g e zon d en , by den Kei-
lanciiton Zer k w am , en als het laat in den a-
en^d?^’ geworden was, cn D. Seiden zyn
ontiieide affcheid van den Keizer wilde neemen,
niemand van de Hofdienaaren om dien
* (4 ) Rcy*
door P.
Perspag.
,isL H e e r van de trappen te lichten te
voorfchyn kwam , niettegenftaande de
Keizer reeds de bei getrokken h a d t ,
dat de Keizer tegen den wil van den
Gezant de kaars in de hand n am , hem
de trappen aflichtte, en toen deeze
gedenkwaardige reden tegen hem voer-
de ; zy gedachtig, Seiden , dat mjy ,
die eertyds omringd, gediend, en waar-
genomen ben van zulken grooten ßeep
van allerley foort van menfchen, thans
niet een dienaar heeft moogen gebeuren
om u uit te lichten, en dat die aan u
de plaats van eenen dienaar heeft moeten
vervullen, welken gy zoo lang en
trouwlyk gediend hebt. Ik en zal
noch en wil my niet tegen den He-
inel ß ellen, van welken my zoodanige
UI, Veel,
veranderingen zyn toegekoomen. ’t Z y
deeze onderhandeling van D. S e id en '
over zaaken van hec Ooftenrykfche
H u is , o f over die van ’t Keizerryk
was, ’c is zeker dat de K e izer, geduurende
die to e v en , te Gend een plakkaat
in ’ [ Hoogduifch deedt d ruk k en,
gedagtekend den zevenden ( 4 ) van^crsberg.
Herfftmaand , eh het zelve aan
Keurvorften, V o r ften , Stenden, Heeren doorBox-
en Onderzaaten des R y k s zoo Geeftly-
ken als Waereldlyken tb e zon d t, hen^|^s>^^_
door hec zelve bekend maakende, hoe deievKus
hy zyne erflyke Ryk en en L an d en , Jtjone'
om zyne lighaamelyke zwakheid , aan
zynen Z o o n Overgedraagen hadt, en ge- fafla.
reed ftondt oth met den eerften goeden
wind naar Spanje te z e ilen , hen
dierhalven beveelende, op dat het R y k
door zyn afweezen geene fchaade zoude
lyden , zynen Broeder Ferdinand den
W e ttig gekoozen Roomfchkoning ,• en
naar alien fchyn zynen O p v o lg e r , als
den Keizer zelven te gehoorzaamen»
dien magt geevenden alles, zonder we-
derroepinge, te doen en te beveelen,
dat hem ten voordeele des R y k s zoude
dunken noodig te z y r t , even als de
Keizer z e lf zoude doen.
Ik hebbe den inhoud van deezen
brief hier des te eerder willen ontvouw
en , om aan te to o n en , dat Karel de
V y fd e het Keizerryk in deeze dagen
niet aan zynen Broeder Ferdinand heefc
overged raagen, g elyk door meeft al
onze Hiftorifchryvers te boek gefteld
i s ; maar dat hy zynen Broeder alleenly
k volkoome magt verleend heeft, om
buiten hem ’c gene noodig ware te können
befluiten ; wandt de Keizer was
zulke nieuweling niet in de Staatkunde
, dat hy zonder dringende reden
zoo ligtvaardiglyk eene zaak zoude o -
vergegeeven hebben, naamenlyk om zynen
beminden Z o o n van de opvolginge
in ’ c Keizerryk te v erzekeren, die hem
zooveel moeite gekoft h ad e , en van
welke alle hoope nog niet vervloogeri
w a s ; alzoo h y , byaldien de Roomfchkoning
Ferdinand voor hem kwam te
fterv en, hec middel aan de hand hadt
om zynen Zoon Philips tot de zelve
G g g g g Waar-'
[ f i
1.
. .I:;: .
l i f e .
f i ' : '
['fe te
i r - :
11