, , -4 ■
' ? ■:
' T i . " ' ' j i i ,
I b l ì
I ? ' '
£ £ ' £ i i
i h ' r - l i i '
m i t ; I ^
i l ! : ; i
>54« KAREL DE F'TFDE KEIZE R DER ROMEIN EN, ALTTD
VERMEERDERAAR .
1540-
I let andere deel draagt het afbeeldfel van Simfon in eene andere gedaante dan de voorgaande
, binnen dit omfchrift ;
G E C T O IR S D V B V R E A V D E L ’ EM P E R E V R . 15415.
LEGPENNINGEN VAN DE REKENKAMER DES KEIZERS. 154(5.
III. Rondom het Vuurftaal, ’t Guldevlies en de gekruiile Lauwrierilokken , die op,het
vooriluk van den derden geileld zyn , zietmen den gekroonden Keizerlyken Arend, en de
wapenfciiilden van Kaililie, Milanen en Nederland, omringd door deeze woörden ;
C H A R L E S V. E mP E R E V R D E C E S P A Y S D O M IN A nT.
KAREL DE VTFDE KEIZER HERRSCHENDE OVER
DEEZ E LANDEN.
Het agteriliik is in alle deelen gelyk aan den voorgaanden.
frJP.Heu.
teri Rer.
Aulir.
Lib. X II.
Ca p.V II I.
en die
Nieiitve
Chron.
van Brab.
fol. 146.
T e rw y l Duitsland door deezen op-
koomenden oorlog gedreigd w ie rdt, is
te M echele, op den zevenden ( i ) van
Oegftmaand omtrent ten e lf uuren des
n ach ts , met een groot onweder de
Blikfem gevloogen door de recten van
eenen ouden toten , Santpoort geheeten
, aan den muur omtrent de Ne c-
kerspoelpoort g e leg en , daar hy zeven-
honderd tonnen buskruids, die ’et
bewaard w ie rd en , ontftak , verfcheu-
rende den toten , en alles dat ’er om
en aan w'as , tot in den afgrond met
zulk een g ew e ld , dat de ftu k k en , ilee-
nen cn balken door de ganfche Stad
v lo o g en , tweehonderd der naaftgelegene
huizen te gronde wierpen, zulks
’e r , mids de fteenen by de twee uuren
verre gefmeeten wierden , naauwlyks
een gebouw in de Stad ongefchonden
bleef. Do or deezen flag wierden vyf-
honderd menfchen gedood en wel
tweeduizend gewond , de eerften wierden
. wyl niemand de zynen k en d en ,
door de zorg der vermoogenden op S'.
Jans Ke rkhof onder elkanderen begraaven
, en aan de laatften, naar gelegenheid
des ty d s , hulp verfchaft ; ja
de ontfteltenis, jammer en elende was
zoo g r o o t , dat ieder meende de ganfche
waereld verging. Des de naafte
Stedelingen uit Brusfel , A n tw e rp e ,
L ie r en L o v en derwaart liepen, om dit
fchriklyk fchouwfpel van naby te z ien ,
en hunne bedrukte Landgenooten te
trooften.
D e groote toeftel van den Keizer in
Duitsland verwekte middelerwylen niet
weinig naadenkens in de Leden van
het Smalkaldifche verbond ; en niet
zonder reden, w y l de Ke izer, den zesentwintigften
(x) van Weidemaand, een (q Corpi
verbond met den Paus aanging, by het
weike z y elkanderen b e lo o fd en , die M"“*
genen door de wapenen te dw in g en ,
welken zich tegen de Kerkvergadering 3<>®-
gefteld hadden , in hec Smalkaldifche
verbond ftond en, van de Kerke geweeken
en Ketters geheeten wa ren, om
de zelven dus met geweld weder tot
hun waare G e lo o f en de gehoorzaamheid
van den Heiligen Z e te l te brengen
; tot dit einde zou de Pausj mids
de Keizer geene verbintenisfen, zonder
bewilliginge van zyne H eiligheid , zoude
maaken, tweehonderdduizend Kro onen
tot deezen oorlog geeven , en
twaalfduizend Italiaanen te v o e t , en vyf-
honderd te p a e r d , op eige beurs zes
maanden onderhouden. j a hy bewillig
d e , dat de Keizer niet alleen voor
een jaar de helft van de Ke rklyke inkoomften
in Spanje, maar z e lf aldaar
j vyfhonderdduizend guldens aan Kloofter
174), ftergoederen , ’t z y R en ten , Tollen o f
Leenen verkoopen, en tot deezen oorlo
g gebruiken zoude. Wyd ers beloovende
een ieder op zekere voorwaarden
in die verbond te ontfangen , en
de Keizer v erzekerde den kryg in W e idemaand
deezes jaars zesenveertig te
zullen beginnen.
D e Vorften van den Hervormden
Godsdienft, deeze donkere wolken ziend
e opkoomen, deeden den Keizer door
hunne Gemagtigden te Regensburg
vraagen , o f al die toeftel op zyn bevel
gemaakt w ie r d t ; maar de Keizer onc-
veinsde zyn o o gm e rk , en verzekerde
hen de verdeelde Staaten te zullen ver-
(,)Sldä»-een igen , en den vreede ( i ) en het
recht in ’t R y k te willen befchermen ,
som Re- beloovende den gehoorzaamen zyne
Reip. pag. vriendfchap, en den wederfpannigen
naar zyne verkreege magt te handelen.
Onder dit voorwendfel zogt hy veele
Steden v a n ’t Smalkaldifche verbond in
zyne belangen te trekken , zeggende ,
dat het zwaard niet tegen h a a r , maar
tegen de ongehoorzaamen, die de Overigheid
verachtten , ’s Keizers hoogheid
fchonden , eh de goederen van fommige
Vo rften en Bisfehoppen genoomen
hadden , opgeheven w a s ; dierhalven
v erzogt h y haat van zyne Tegenparty
noch met raad noch daad te h elp en,
op dat z y ook zyne gramfchap niet op
den hals zouden krygen. Do ch eenige
Stedcn, inzonderheid Straatsbm'g, toonden
den Keizer uit welke oorzaake deez
e ontfteltenis fp root, en dat het lofly-
k e r zoude zyn de fchuldigen tegen elkanderen
voor het G e re ch t, gelyk zyne
Voorzaaten gedaan hadden, te verhoo-
ren , dan veelen onverhoord te veroor-
deelen en te vervolgen.
A ls dus ’s Keizers voorneemen rugt-
baar wie rd t , fchreeven de meefte der
verbondene Steden van Oppet-Duitsland,
en Ulrik H e r to g van W ittemberg aan
den Keurvorft van Sakfen en Landgraaf
van Hesfen, die des Verbonds H oofd-
n i S - ”' waren, a l ’t gene ’et om g in g ,
beloovende (x) hulp en trouw , gelykze
Sg. s: ook ftraks zooveel volks als moogelyk
si'xSikq was op de been en te velde bragten. T o t
I I I . ‘D e e l.
Legerhoofd deezer meenigte, eensdeels 174«
door de Edellieden , andersdeels door
de Steden gezonden , wierdt Jan V r y heer
van Heydek , en tot mindere Bevelhebbers
, de meergemelde Sebastiaari
Schertlin R id d e r , Matys Langenmantel,
Jan Harder en Jooft van R o fe b e rg ,g e -
noemd. Welken met de benden te
Gunsberg koomende , heeft Baltha-
far G ultlinger, Raad des Hertogen van
Wittemberg het volk met krygsmans
woorden voorgehouden , hoe de Paus
dit oorlogsvuur uit nyd tegen den waaren
Godsdienft, en uit wraake, omdat
de Duitfen voorheen Rome geplonderd
h ad d en, opftookte , en den Keizer tot
het bevegten der Bondgenooten aanhit-
f t e , om de zelven door wreedheid en
geweld weder tot gehoorzaamheid det
Roomfche Kerke te brengen; ja tot dit
einde Ruiters en Voetknegten naar Duitsland
zon d t, gevolgd van veele Spaanfche
benden , van welken het Vaderland een
onbefchryflyke elende over ’ c hoofd
hing: zulks de Vorften en Staaten, ver-
pligt hunne Onderdaanen v o o r ’ t geweld
en den valfchen Godsdienft te bevryden,
beflooten hadden in deezen k r y g , die
met het fchenden van verdrag en beloften
tegen hen ondernoomen w ie rd t,z ich
met Gods hulpe te verweeren.
T e rwy lmen deeze voorbereidfelen •
maakte, waren de Bondgenooten te Ulm,
om zich nader te beraaden, vergaderd ,
en beklaagden zich aan die van Vene^
tie over den onbiliyken handel van den
Paus, hen t’evens verzoekende het L e ger
van den Ke rkvoogd niet door hunne
Landen te laaten trekken, fmeekende
die van T iro l en anderen om hierin
te voorzien; insgelyks verzogtenze k ort
hiernaa hulp van de Koningen van Vrankryk
en Engeland. Wyd ers toondenze
den Keizer door eenen ( 3 ) brief, d a t - (3)sieida:
ze valfchlyk van ongehoorzaamheid be- "
tigd w ie rd en, zoo als aan zyne Maje-sutuRe.
fteit en aan ieder een uit hun voorgaan- ¿dp*” 7.5.
de gedrag bekend was; hierby den Kei- s'R
zer in overweeging geevende , hoe de
zelve by zyne verkiezinge te Frankfort
aan de Led en van het R y k beloofd
hadt te handelen , indien iemand met
O 0 eeni-
I
I .