154 1 den begaanen misflag te ve r fchoon en ,
(,) More" eene zwaare goude keten ( i ) met eenen
hK p°' psi'i'ing »ian ’t zelve metaal. A re tyn , dit
Th^'tVi S^f'-Ksnk ontfangen en eens op de hand
ror.Erai' gewoogen hebbende, z e id e , fchoon de
g>'oo»^ gekheid des Keizers
gering was, hy zou zieh echter te
vreeden houden. Zoodaanige voorvallen
en de gefchenken enjaarwedden, welken
Aretyn van de eerfte Vorften en voornaamfte
mannen van E u rop a, om hunne 1541
feilen niet over den hekel te haalen, g e - "
n oo t, maakten hem zoo opgeblaazen,dat
hy zieh niet alleen den eernaam van den
Geesfel der Vorften toefchreef, maar zieh
o o k als een en , aan welken z y fchattingen
moeften opbrengen, deedt afbeel-
den, gelyk zulks onder anderen door deeze
aanmerkelyke gedenkpenningen beweezen
wordt.
5C4I met zullte geeftige fcherpheid, dat zyne werken niet alieen van eenen ieder greetig ontfan- 154t
maar zelf, mids hy zonder onderfcheid hooge en laage Standsperfoonen ■ gen . . trof, van de ' '*
voornaamfte Vorften zoo gevreesd wierden , dat Keizer Kare!, Koning François , de Vorften
van Italie, verfcheidene Kardinaalen , en veel andere groote Heeren zyne vriendfchap
door aanzienlyke gefchenken kogten ; des Aretyn, meenende hen in bedwang te hebben ,
uit hoogmoed den eerften deezer penningen ■ deedt maaken , op wiens voorzyde ’s mans
ryklyk gekleede borftbeeld, lang van baard , met eene goude keten om den hals en deezen
eernaam afgefchetft is ;
D I V V S P E T R V S A R E T I N V S .
DE V E R G O O D E B I E T ER ARETTN .
Op de keerzyde is hy met groote deftigheid op eenen Troon zittende afgebeeld, ontfan-
gende de gefchenken van verfcheidene perfoonen , die^ voor hem ftaan, en hunne gaaven
öfteren, hebbende tot nadere verklaaring dit Italiaanfche omfchrift ;
I P R IN C IP I T R I B V T A T I D A I P O P O L I ,
IL S E R V O L O R O T R I B V T A N O .
DE f o r s t e n s c h a t t i n g m e e s t e r s d e r F O L K E R E N ,
b e t a a l e n h u n n e n d i e n a a r s c h a t t i n g .
II. Vermids nu Aretyn noch Vorften noch Overigheden verfchoonde, dan die zieh vry.
kogten , vindtmen rondtom zyn borftftuk , dat van eene andere zyde gekeerd op het eer.
fte deel van den tweeden ftaat , deezen verwonderenswaardigen tytel;
D IV V S P e i e u S ' A R R E T I N V S , P L A G E L L V M P R IN C IP VM .
B E F E R G O O D E P I E T E R A R E T T N , DE G E ES S E L DER
FORSTEN.
"Ihli
Door zoodaanige, floucheid maakten hy zieh dermaate gehaat , dat hy fomtyds wel eene
vragt ilokiiagen t’huis bragt, en leerde dus, dat het hekelen der gebreken gevaarlyk was,
(r)Andria gelyk uic deeze woorden van den Tonecldichter ( i) Terencius, die op het andere deel binA
f t . I. nen eenen Lauwrierkrans gefteld zyn , op te maaken is ;
Seen. I.
vers 41.
tL^or* Arezzo, in ’c Land van Tofcane, ter waereld gekoomen, zogt de laage ge-
Eiud.cia-boorte door zyn verheve verftand te beteten, en bereikte, door uitmuntende fchranderheid,
f “ “ ”g™een middel, zyn oogmerk; ’t zy in ’t faamenftellen van Schimpdigten,’
I*«!. ’ t in ’t berispea van dc fchriften der Geleerden of dc bedryven der grootftc Mannen,
V E R I T A S O D I V M P A R I T .
D E W A A R H E I D B A A R T H A A T .
III. ’t Zy Aretyn door de gemelde ontmoetingcn , of door het vonnis der Kerke totin-
keer kwam, wyl de zelve zyn werk, inzonderheid zyne Saamenfpraaken, Brieven en Reden-
teri voeringcn als godloos (2 ) en oneerlyk veroordeelde, ’t is zeker, dat hy in 't laatfte zyner
'laion.Jagen eenige Geeftlyke Schriften in de waereld bragt, onder welken de zeven Boeipfal-
men van Koning David cn ’t leeven der Heilige Maagd, midsgaders anderen, geteld wor-
den, en de derde penning fchynt op dit werk te doeicn; wandt behalven zyn afbeeldfel,
dat met het reeds gemelde omfchrift op het voorftuk ftaat , zietmen op het raggelluk de
naakte Waarheid de wulpfche en Satirifche werken vertreeden, en, dewylze de Hemeifchc
N z din.
fi)Moreri
D iä ion.
Hift.