ly jS de veibintenisfe , Willem , Z o o n des
machcrr Hei'togen van Kleef, eerft voor Befcher-
j„. meren thans voor E r fh e e r aangenoomen
D e e s , om zieh van de nieuwe
Cliv .
n hadden.
Heerfchappye te verzekeren, bezorgde
S io d d . de Steden met goede b ezettingen, en
Gefchied. beriep tot dit einde de Staaten des
foi.447- jg R o e rm o n d , daar drie Gezanten
van Antoni, H ertog van L o tte ringe,
in de vergaderinge verfcheenen,
en de Ridderfchap en Steden voorftel-
d en , dat hun H e e r , als Z o o n van des
overleedens Z u s te r , de naafte in den
b lo ed e , en dierhalven van des zelfs naa-
gelaatene Landen en Goederen alleen
d e wettige Erfgenaam was , ernftlyk
verzoekende , in die hoedaanigheid er-
k en d , en op behoorelyke plaats bezwoo-
ren te w o rd e n , hen beloovende een
genadig Heer te z y n , de Vryheden
te vermeerderen en de Landen getrouw-
ly k te befchermen ; vervolgende ,
dat h y den Hertog van Gelder door
zyne penningen g eloft, en meermaalen
in den nood met geld en goeden raad
onderllennd, midsgaders uit dien hoof-
de nog eene aanzienlyke fomme te
vorderen hadt; ja , meenende dat niemand
zyn wettig recht door overdragt
o f afftand konde vernietigen, noch de
Staaten den waaren Erfgenaam zouden
voorby gaan, en tot eene onrechtvaar-
digheid , die nooit aldaar g e zo g t w a s ,
zouden vervallen, begeerde hierom een
affchrift van zyns Ooms ultterften Wille
, alstnede van ’t goud en zilver by
den zelven naagelaaten. D e vergader-
de G e ld e r fen , befeffende in deeze zaak
het weigeren onbeleefd en niet buiten
gevaar te zyn , antwoordden alles met
de Ridderfchap en Steden te zullen o-
v e rw e e g e n , en binnen zes weken den
H e r to g van L o ttering e hun befluit
fchriftlyk te doen weeten.
Naauwlyks haddenze dit w e rk aan
’ t ftaan, o f eene niet min gewigtige
aanfpraak volgde : wandt de Keizer ,
onderwylen berigt zynde van ’t gene
in Gelderland omging, beval zyne Zuster
, de L a n d v o o g d e s fe , zyn recht op
Gelderland te vervolgen ; dierhalven
fchreef de Vorftin uit ’s Ketzers naam
den Staaten van dat G ew e f t , vcrwon- ly tS
derderd te zyn , datmen eenen ander ‘
dan den Keizer tot Vorfl: gelleid hadt,
niet könnende gelooven, dat zulks den
H ertog van Kleef ernil w a s, w y l zyne
Majefteit den zelven nooit in ’ t G ebied
zoude g ed o og en , alzoo ’s Ketzers recht
( i ) niet alleen fteunde op de wettigeMsijcii-
verkooping van des overleedens Voor-Geid.Ge-
ouderen , maar z e lf op den afftand
overdragt van de Voorvaderen des
nieuwverkoozen Hertogen , w y l des
zelfs O ve rg ro o tv ad e r , Gérard van G u-
lik , alle aanfpraak op Geld erland, voor
zeker g e ld , aan Karel H e rtog van Bor-
gonje hadt overgegeeven ; w e lk e ver-
kooping ook door Keizer F red e r ik , als
Opperleenheer was bek rachtigd , en.door
welke de gemelde H ertog van Bor-
g on je en des zelfs Opvolgers, de Aards-
hertog Maximiliaan cn Philips Komng
vaa Ka ftilie ,met dat G ebied waren be-
kleed geweeft ; doch de meenigerley
o o r lo g en , federt wegens de bezitting
dierLand en ontftaan,hadden den Keizer
öm ruft te h eb b en , naa verfcheidene
onderhandelingen , .b e w o o g e n o m de
inkoomften van het Herrogdom van
Geld er aan den voornoemden Kare!
van Egmond over te laaten, mids het
volle Gebied naa des zelfs dood wede r
aan den K e iz e r , als wettigen H e e r , zoude
gelaaten w o rd en , begeerende hier-
omtrent de nette meening der Staaten,
om ’er zieh naar te können fch ik k en ,
te weeten. Maar d ee zen, ’t z y uit haat
tegen de Ooftenrykfche Heerfchap-
p y , o f het o o g meer op eige belang
hebbende dan op de verbintenisfen
hunne Vorften in byftere gevallen af-
g eneepen, verklaarden niet gezind te
zjm hunnen E ed o f H e e r te verande-
d e re n , w y l die bereid was zyn recht
voor de Keurvorften en Stenden des
R y k s ftaande te houden, en der zelver
vonnis te hooren , des de Keizer gee-
ne reden zoude h eb ben , die geenen
met wapenen aan te ta ften , welken
zieh door de w e tten , en niet door ge-
w e ld , zogten te b efch erm en : wat den
koop o f de overdragt b e tro f, zeidenze ,
die was buiten kennisfe van de Staat
i s S tcn des Lands g e fc h ie d , des oo k ge-
heel onwettig. O o k fchreevenze den
H e r to g van L o t te r in g e , w e lk e reden
hen tot het verkiezen des Hertogen
vah K le e f gedreeven h a d t ; en zogten
den zelven, w y lze geene krachd ge be-
wy zen ter wederlegginge van zynen
rechtmaacigen eifch konden v ind en,d oo r
omwegen en fchoone woorden in den
llaap te wiegen.
D e aanfpraak, dus door de Gelderfen
van de hand gewee zcn , baarde veel dug-
t e n s , inzonderheid voor den K e iz e r ,
w'iens begeerte , wegens de verkiezing
van eenen nieuwen B is fch o p , beter
ingang vondt b y die van L u ik , alzoo
Kornelis van B e r g e n , die voor omtrent
liegen jaaren door den Ke izer tot M e-
h ) Coad- dchelper ( i ) van Erard van der Mark
“ ” ■ gevorderd w a s , thans oo k tot deeze
waardighe id, den eerften ( i ) van L entemaand
des jaars vyftienhonderdagten- i f s S
d e r tig , aldaar omfangen w ie r d t , doch uidiquc
zyne plechtige intreede in die Stad niet
eerder dan den zestienden van Weid e-
maand, door de poort van S’. L e o n a rd , &i6a.'’
v o ltro k , gaande in ’ t midden van twee
Burgermeefteren , gevolgd van Philips
N ig r i , Kancelier der Guldevlies Ord er
e , in waardigheid van Keizerlyken G e -
zant , van de Graaven van H o o rn ,
van E gm o n d , van A r em b e r g , van der
M a r k , van R o c h e fo r t , van Vernem-
bnrg en van Bergen ; midsgaders Van
de Heeren van Molembais, van M o -
r ialme, van Florines, van M e ro d e , van
H o r io n , van Du ras , van B erlo en meer
andere Nederlandfche Grooten. D e
K e rk v o o g d , op deeze w y ze ftaatlyk ge-
veftigd z yn d e , heeft ons, tot bewys van
deeze v erhefEnge, de twee nevensftaan»
de penningen agter gelaaten.
f ! ) Butfeens
T r o phée
de
ferab.
T om . I .
fol.6î6.
(4. Maurice
81a-
fon des
CheTal.de
JaToifoîi
d'or fol.
I. Hy was Zoon van Cornelis van Bergen eh van Maria ( 3 ) Vrouwe vah Zevenb.erg'eftj.
Kleinzoon van Jan, zynde door Bailaardy afkoornffig van Jan den Tweeden Hertog vaii
Brabant; om v/elke reden de Brabantfche Leeuw, in de aanzienlykite piaats van het Stam-
wapen, hier op het voorlle deel gezien wordt; voerende (4) wyders voor Bergen in de eer-
ile helft eenen gouden grond met drie roode paalen ; in de andere, een groen veld met
drie zilvere riiicen; op het agterdeel wordt een iierlyk kruis gevonden, en in beide de let^
terzoomen deeze zyne tycels;
C O R N E L IU S D e B E R G E S E P is c o p u S L E O D IE N S I S ,
D V X B V L L O N E N s i s E T C O M es L O S S E N sis.
K O R N E L I S VAN B E R G E N B ISSCHOR VAN L U I K ,
UERTOG v a n B O U L y O N E N G R A A F VAN L O O N
li. De tweede voeft op de eerííe helft het zelve wapen, doch anders gefchikt en met
den Ridderlyken helm verfíerd , omringd door deeze tycels ;
A 2 COR^