: « I
1 f 4 j die de goederen droegen. Hier tot den
■r agtentwintigften van Wintermaand ver-
bleeven zynde, vervolgde de Keizer zy nen
w e g over Bommel en B u r e n , en
kwam den naaillaatften dag van ’t jaar
met al dien fleep te Utrecht. O p dee- 1547
zen t o g t , die ter bevreediginge d e r ' '
Nederlanden flrekte , meene ik dat
de nevenftaande penning aldaar gemaakt
«545
Men ziet den Keizer in 't harnas , met den Ryksappel in de regter, en het Zwaard iii
de flinkerhand, ten halven lyve op het eerfle deel afgebeeld ; en op het andere zyn zinnebeeld
en gewoone fpreuk, midsgaders den gekroonden Keizerlyken Arend . binnen dee-
ze tytels, eensdeels in den eenen, andersdeels in den anderen rand gefteld;
C A R O L V S R O m a n o r ü m I M P e r a t o r , I I I S P a n j a r ü m R E X ,
D V X A V S t r i j ! , B V R g ü u d i j ! ,
E R A b a n t i a e , G E L R 1 .E , C O M E S F L A N d r i a e , H O L L a n -
n iB i, Z V T P h a n i ^ , 1545.
K A R E L K E I Z E R DER R OME IN E N , KONING VAN SPANJ
E , HERTOG VAN O O S T E N R l ' K , VAN B O R G O N J E ,
BRABANT , G E LD E R , GRA A F VAN V L A AN D R E ,
HOL L AND EN Z U T F E E N, 1747.
Vernacul.
Henrie s
ab Erp.
pag. J 79.
& 180.
D e K e izer, de Bisfchoplyke Stad na-
d e ren d e , wierdt aldaar, onder den
toeloop eener talryke meenigte van inen
uitheemfen, door de Regeerders en
Geeftlyken tusfchen de Wittevrouwe
¡OArniii. en de G iltp o o r t , ( i ) by het licht van
toortfen, verwelkoomd , en voorts geleid
ten Duitfchen H u ize in ’t Kloofter
, daar , de Landvoogdes der Nederlanden
, w e lk e , met een groot gevo
lg van Heeren en ju ffe ren,e en ig e dagen
vroeger gekoomen w a s , ook haar
verblyf genoomen hadt. D e eze V o r ftin
, terwyl de Keizer met den aan-
1746 vang van ’ t jaar vyftienhonderdzesen-
veertig alles tot de Hoofdvergadering
der Guldevlies Ordere bereidde, vondt
ondertusfchen middel om de verfchillen
uit den w eg te ruimen , die ’er ,
tusfchen den Bisfchop G eorg van E g mond
en Kornelis van Myerop Deken
van Oudmunfter, uit deeze oorzaake
gereezen waren.
In ’t jaar vyftienhonderddrieenveer-
tig hadt de gemelde van ( x ) M y e ro p , ¡j) pht,
naa den dood van Jan Slacheck, d e !“£'^i>“ £
Domprooftdy verkreegen ; doch w y l van u-
Maria Landvoogdes der Nederlanden, ¿ d foL
uit 's Keizers naam , die Prooftd y en ' a'-
’t Aardsdiakenfchap het Uirechtfche
Bisdom hadt in g e ly fd , was hier uit
veele moeite en twift ontftaan, die eindelyk
ten voordeele van Cornelis van
Myerop wierdt b e fleg t, des de z e lv e ,
den dertienden van Sprokkelmaand, in
beziitinge raakte ; g elyk w y hem met
de verkreegene tytelen op eenen gedenkpenning
verbeeld vinden , dien ik
hier te eerder heb willen inlasfen, omdat
liy , nevens zynen V a d e r , op de
lyft der Hollandfche Edellieden gevonden
wordt.
Deei
Dees, Zoon van Vincent van Myerop (1) aigemeen Schatbezorger der Nederlanden eh vah
fltaiadoor Ruyfch Vrouw van Cabau, was Heer van de Ketei en Spalanc en Raad in den Hove
s!vin van Holland, aleer hy de Geeftlyke waardigheid verkreeg, welke op de voorzyde rondom
: 2yn afbeeldfel in deezer voege befchreeven wordt;
C O R n e e h i s A M H E R O P D e i G r a t i a P r a e P o s i T o S E T AR-
c H I d i a c o n u s T R A j e c t e n s i s . a E T a t i s Suae 48.
KORNE L I S F AN MY EROP DOOR GODS GENADE PROOS T
E N A A RD SD IA K EN F AN UTRECHT. ZY N S OUD
E RD OMS 48.
Het wapen van van Myerop, dat op de keerzyde geileld is , verfchilt alleen in de kldu-
: {i)Batavia ren van dat van Kuik, wyl dit gellacht (2 ) uit eenen jonger Zoon van Kuik gefprooten
“ s“ was; voerende een goud Veld, twee blaauwe Balken en agt zwarte Meerlen; gelyk het
vanLeeu-dus in het glas, ’t welke dees Domprooft in de Kerke van Gouda gefchonken heeft, ge-
' raiS.*”*' vonden wordt; hier door eenen zwarten hoed met. afhangende kwaften , het teken zyner
Geeftlyke waardigheid, gedekt, en, behalven den naam van den maaker, die op den voo»
grond ftaat , omzoomd door deeze ipreuk;
D V R V M P A T I E n T IA F R A N C O . A nno 1778-
I K BREEKE HE T HAR D E DOOR GEDU L D . IN
•T J A A R 1778.
Ondertusfchen w a s, op den tweeden
(3)ciiton. (3 3 van Louwmaand , dien de Keizer
s“ ? ”''“ tot de Hoofdvergadering der Gulde-
vlies Ordere beftemd h a d t , zyne M aje
fte it, door G e o rg van Egmond Bisfchop
van U t r e ch t , den A b t van S'.
P aulu s , den A b t van O o ftb ro e k , en
andere hoofden der Godshuizen, in hun
plechtgewaad met prächtige Choorkap-
pen behängen , naadatze dien de hand
g ekuft hadden, als in eenen ommegang
m . Deel.
( 4 ) onder het luideil der klpkken naar (4) xtnal.
den Dom geleid. De Keizer en d e^ J™ '^
Heeren zyner Ordre waren te paerd ab Erp.
g e z e ten , in ’t rood karmofyn fluweel
g e k ie e d , de Kerk was met koftelyke
kleeden behängen , en met zooveele
ftoelen en wapens b e z e t , als tot het volle
getal der Ridderen behoorden.
Wanneer deeze vergadering eenige
dagen, ’t zy door ’s Keizers ziekte o f
gewoone plechtigheid, geduurd h a d t ,
I i heeft
*