( I l n ie
nieui'.'e
Cluon.
v*n Rtab.
fol. 350.
bi Ìcq.
I'?' *
374
Zoodra Koning Philips te Brusfel
kw am , wlei'dt alles tot den Lykd ientt
van Koninginne Johanna , ’s Keizers
Moed er , bereid , en van ’t H o f tot
S“ . Goede le Kerk eene houte baly gemaakt,
en zwart g e v e r ft, aan wier zy den
de Ambachten, den ( i ) vyftienden
van Herfllmaand , gefchaard ftonden ,
hebbende agthonderdenvierenzeventig
brandende toortfen , ieder agt ponden
zw aa r , met het wapen der Koninginne
ve r fie rd , in de handen ; midden door
deeze Stedelingen traden alle Geeftlyken
in plechtig gewaad vooraf, gevolgd
door de Regeerders van de Stad in
rouwkleederen, voorts door de bedienden
van den H o v e , de L eden der
Kancelarye, der Rekenkameren, en veele
Prinlen , Graaven en Uitheemfche
Gezanten ; agter deezen gingen negen
Trompetters met zwarte Banieren, de
Hetauten , de Hofmeefters , en een
zwart Paerd met goud laken behängen,
geleid door den Opperftalmeefter, het
zelve droeg de Kroon van Spanje op
een goud kusfen le g g en d e , Voor het
Paerd zagmen vier Herauten met de
wapenen der Koninginne , agter het
Paerd volgde Koning Philips te voet
met den rouwkaproen over de oogen,
en vier Heeren droegen de Hippen van
zynen mantel; naa hem volgde de Bisfchop
van Atrecht Granvelle , de R id ders
van het Guide Vlies en meer andere
H e e ren ; aan beide de zyden gingen
de Hellebaardiers, en de Schutters
beftooten den üoet. Aan de Kerk koomende
, nam de Opperftalmeefter des
K e iz e r s , Jan van Hennyn Heer van
B o s fu , de Kroon en het kusfe van het
P a e rd , droeg die voor (len Koning Philips
in de K e r k , welke alom met zwart
laken en fluweel behängen en met vierduizend
wasfche kaarfen verlieht was,
en ftelde de zelve op het dekfel van
d eb aa re der Koninginne, d a tm e tg ou d -
laken behängen w a s ; hierop wierden
de vier wapenfchilden , die de Herau-
den droegen, aan vier konflig gemaakte
E ngelengehangen; twee andere En- i j y y
gelen hielden boven de baare het ge-
heele wapen van Spanje; toen men dit
in tegenwoordigheid van verfcheidene
Bisfehoppen en G eeftelyk en, die prächtig
opgetooid waren, verrigt h ad t,nam
ieder zyne plaats , en , de plechtigheid
dien avond met een H eerlyk G ezang
en M u z y k van de Vigilie beflooten
zynde , op de voorgemelde w y ze den
w eg naar huis. Den volgenden dag
wierdt de plechtigheid mei diergelyke
ftaatfie, en het zingen van de Misfe
der rufte en andere Ke rkdienften, voltooid.
T e rw y l de zaakeh hierentusfchen tot
de aanftaande overdragt der Landen
gefchiitt wie rden, begeerde de Ke ize r ,
voor het voltre k ken , aan fommigen z y ner
Lievelingen eenige gunft te b ewyzen
; dierhalven verhief h y , onder anderen,
de Heerlykheid van ( x ) Bosfu(ijAdeijk
in Henegouwe tot een Graaffchap, ter
gunfte van Jan van Hennyn: insgelyks,? ? * ? “>■
om Floris van Palland, het L an d van Kui- Maurice
lenburg ( 3 ) in Gelderland tot een che“ iS
Graaffchap ; en om de goede dienften J ? ?
van Maximiliaan van Borgonje H eer 204,
van B e v e r e , zynen algemeenen
Y pp (3) SÜch^
tenhorft
voogd der Nederlanderen, en Stadhou-
der van H o llan d , Zeeland , Weftvries-foi°si.' '
land en Utrecht te beloonen, die hem
in den loop van vyfentwintig jaaren in
verfcheidene togten gebleeken waren ,
verhief hy , den eenentwintigften van
Wynmaand deezes jaars, des zelfs Steden
Vlisfinge ( 4 ) en V e e re o p ' ’t Eiland(41 Eej-
Walchere in Zeeland , met de onder- chitn?'
hoorige ö S ted en , D o r‘p en , . Sloten Jpnd door
Landen , tot een Markgraarfchap, en ßoxhom
een eeuwig en ontfterflyk Le en van de "jg“ .
Graaven van Holland te verheffen. ü o k
fchikte hy anderen wede r tot andere
Am p ten , en onder deezen Melchior
Scherz tot Schatbezorger ( j } van An t- (¡i Bm-
werpe ; gelyk door zynen nevensftaan-
den rekenpenning, fchoon in ’c volgen- jj
de jaar gemaakt , echter bevestigd fsi'so;.'
wordt.
Hy
« f 0
(1) But,'
gens T r o phée
de
Brab.
Tom. IIfol.
265 cn
Guicciar-
dvti ßcfciiryv.
der
Nederlanden
fol.
90.
H y was Zoon ( i ) van Erasmus Schetz Heer van Grobbendonk, en van Ida van Rech-
tergem Vrouwe van Bernsberg, Broeder van Jafper en van Balthazar , allen beroemd door
hunne Geleerdheid en waardige eigenfchappen, en een goed Vriend van Willem Prins van
Oranje , door wiens toedoen hy verfcheidene Heerlykheden magtig wierd t, oorfpronglyk
uit Maallricht , maar zyne Voorouders hadden zich om den Koophandel te Antwerpe neder
gezet , in v/elke Stad Melchior thans tot die waardigheid gevorderd w ie rd t , die v/y,
rondom zyn Ridderlyk wapen, eene zwarte Kraay met uitgefpreide vieugelen op een zilver
v e ld , op de voorzyde dus gemeld vinden ,
M E L C H io k s c h e t z T R E S O R i e r V A N A N T W e k p e . lyyÄ.
i i e t wapen der Stad Antwerpe , en de verklaaring tot welk een gebruik dees penning
gemunt w a s , is dns op de tegenzyde gefteld ;
R E K e N P E N n in g d e r T R E S O R Y E R C A M E R .
(2) Die
Dieuwc
Chron.
van Brab.
foi.353.
(3)Neder-
landfche
Hift.door
lim,van
Meteren
fol. 14.
yerfo. &
Suada de
Bello Bd.
gicoTom-
l.piS-6-
D e Keizer , befpeurende dat veelen
der Staaten, door den geduurigen regen
, harden w in d , en de onbruikbaa-
re wegen , op den beftemden dag niet
verfcheenen, ftelde den zelven alengs
Ult ; en ontboodt middelerwy len, den
tweeentwintigften (x ) van Wynmaand,
[anderen melden (3 ) drie dagen laater
des morgens op den dag van den
afftand ] de Ridders van het Guide V lies
ten H o v e ; in tegenwoordigheid der
zelven , nam de Keizer de keten dier
Ordere van zynen h als , hing die om
den hals van zynen Z o o n P h ilip s , en
zeide met de traanen in de oogen , ik
maake u Offerhoofd van de Guldevlies
Orders, hmtd die in waarde gelyk ik
en myne Voorouders gedaan hebben: God
verleene u voorfßoed en geluL
. Alsmen de groote Zaal van ’ t H b f
met konftige tap y ten , in welken de
Hiftori van Gidion geweeven was, behängen
, met eenen Vorftlyken T ro o n
en eenen prächtigen Z e te l en andere
zitplaatzen voorzien hadt, zyn eindelyk
de Gemagtigden van alle Staaten der
Nederlanden, den vyfentwintigften van
Wynma and , naa den middag aldaar vergaderd
, zelfs die (4) van de Stad L o - (4) oic
ven , welken , hoewel zy beweerden , c” ™]
datze nergens behoorden te gaan om
eenen H ertog van Brabant te ontfangen & fcq.' .
o f te huldigen , maar dat de H e r t o g ,
volgens hunnen ouden Voorrechtsbrief,
dienze w e l vyfhonderd jaaren gehad
h ad d en , fchuldig was eerft in hunne
Stad den eed te doen en te ontfangen,
thans echter onder beloften , dat zulks
rot geen vermindcring van hun rechc
zoude ftrek k en, verfcheenen waren. D e
Staaten der Nederlanden, zoo Geeftlyk
en , E delen als Gemagtigden der Sted
en , naar de fchikking der L andvoogdesfe
gezeten , en de Spanjaards, bedienden
en änderen onnoodigen, van welken
ftaat o f waardigheid , op haar bevel
vertrokken zynde , kwam de Keizer
, leunende met de eene hand op de
fchouder des Prinfen van O ran je , en
met de andere op zyn f to k je , in de
zaal , verzeld van zynen Zoon Koning
Philips en van de Ridderen zyner O r dere
, naamenlyk den H ertog van Savoije,
den G raa f van Bosfu, den Mark graaf
van Vlisfinge en V'eere, den G raa f
van E gmond , den He e r van Molem-
B b b b b X bais.
! , S i