" i ' I r 'te
¥ • " ’ ¡'fe
"'"'“ l í
ÍI
4 4 ° h i s t o r i d e r
«558 ¡)£ V E R G O O D E M A R I A , DE V E R G O O D E M A X IM I L I A A N ,
' K O N IN G E N VAN B O H E M E , E G TG E N O O T E N .
I I I . De de rde, eene penningplaat, heb ik de vryheid genoomen hier by te voegen, om
d ie , doot de vergelyking met de voorgaanden kcnbaar te maaken, wyl zy m zieh zelve
diiifter is , als hebbende alleenlyk dit byfchrift;
R E X E O H E M I * .
K O N I N G V A N B O H E M E .
î j j g
re)
Ferdinand, dus op den Keizerlyken
dei»?“ T ro o n geklommen, betuigde ( i ) voor
de Abdi- de gunft en geneegenheid, hem in dee-
Spcräa ze zyne verheffinge gebleeken , groote
dankbaarheid en erkentenis aan zynen
I2Ct3 lOJ» - i<
«so Breeder K a r e l; welke thans , van alle
waereldfche bekommeringen en Waardigheden
ontbloot, zyne overige dagen,
eensdeels in ’c bezorgen van zyn zwak
lighaam , andersdeels in Godsdienftige
o e fien in g en ,v e r lle e t,z ich fomtyds ver-
maakende in ’ t befchouwen der omgelegene
bergen en boftchen, o f in de
bloemen en vrugten van zynen T u in ;
ook befteedde hy zynen tyd dikwylen
(,) strada ^ ^ ) ¡p ’t maaken van U urwerken, wier
Bdg'co“ raders hy ligter naar zynen zin wift te
f e “ ; '■& tereftieren dan die der Fortuine, in weif
e ' k en arbeid Janellus Tur r ian us , een
Archimedes van dien tyd , zyn L e e r meefter
was ; insgelyks in ’t maaken
van M o len s , en in geeftige vindingen
en behendige konften, brengende dik wylen
naa het middagmaal op de tafel
gewapende Mannetjes te voet en te
paerd, van welken eenigen de trommel
lloegen. fommigen de trompet bliezen,
en anderen weder met fpietien elkanderen
te keer gingen : ook wiftmen
Vogeltjes van hout met zulke behendigheid
door de kamer te doen vliegen
, dat de A b t van ’t Kloofter dit
w e rk byna voor tovery a an za g ; met
meer diergelyke konften, in welken de
afgelloofde Keizer groot behaagen nam.
Maar toen zyne ziekte hem begon te
waarfchouwen , dat zyn einde genaakte
, ging deeze luft alengs o v e r , en zy-
ne voornaamfte zorg bleef tot het onderhouden
van de gewoone plechtig-
heden der Roomfche Kerke , zoo in
't zingen der Pfalmen , het leezen van
de leevens der H e ilig en , het fpreeken
over God d e lyk e zaaken , het biegten
zyner zonden, tot het welke hem door
den Paus, om de zwakheid zyner maa-
g e , vryheid verleend was om het zelve
fchoon niet nugteren echter te moogen
doen , als in ’ t kaftyden zyns lighaams
met eenen geeftel van koorden , die
onder andere tekens van G od v ru gtigheid
van ’ t Ooftenrykfche Huis bewaard
wierdt. Eindelyk by gelegenheid
van de uitvaart zyner M o e d e r ,
die hy jaarlyks vierde , kreeg hy ook
luft om zyne eige lyltftaatfie te houden
, en zich over de zelve met Jan
R e g ia , eenen Monnik van dat Kloofter
, toen zynen Biegtvader, beraaden
h ebbende, wierdt in de Kerke eene
verheve lykbaar opgeregt en met veele
lichten en brandende toortfen bezet
; rondom ftonden zyne dienaars in
rouwkleederen , en de Monniken volbragten
met droevigen zang den Godsdienft
, alles in tegenwoordigheid van
den Keizer , welke de gebeeden voor
zyne eeuwige rufte en de rouwklagten
zyner dienaaren aanhoorde en onderfteunde
; eindelyk keerde hy zich met
eene kaars in de hand naar den Priefter
, die de Mis d e e d t , en zyne c o gen
ten Hemel heftende zeide h y ,
i i hidde en fmeeke u , Rechter van
Revenden en dooden , dat gy, gelyk ik
deu Trießer deeze^ wafihkaars sver-
geeve, ook alzoo myne ziel, als ’t tt
zal behaagen , goedertierenlyk wilt
NE D E R L A ND S CHE
I f j S ontfangen. Op deeze w y ze bereidde
’ Keizer Karel zich tot den dood , die
aanftaande was ; wandt den volgenden
dag naa deeze uitvaart overviel hem
de k o o r t s , die hem , mids hy z ic h ,
to i'E?p. befchouwen van ( 1 ) fchildery-
Chjriesv. en van Heilige Voorbeelden en ge-
to'vefi' fchiedenisfen, en door opgetoogene ge-
P»E-3 4 i- dachten , geweld ig ve rm oe id e , alengs
uitteerde ; en is , naadat Bartolomeus
van Carrança Aardsbisfchop van T o ledo
den laatften dienft v e r r ig t, en de
rondomftaande Monniken hunnen heen-
trekkenden Gaft gelukkige reis naar
’ c gezelfchap der Heiligen gewenfcht
h ad d en , des nachts ten twee uuren
tusfchen den een- en tweeentwintigften
van Herfftmaand van deeze Waereld
gefcheiden. Z y n lighaam wierdt met
gewoone p le ch tigh e id , volgens zyne
b eg e e r te , in dier voege begraaven, dat
d e Priefter de Mis doende altyd boven
zyn hoofd fto n d t, en is zoolang
aldaar g eb le e v en , tot zyn Zoon Ko-
S f e T C"-!) bet zelve in het EstoÍNc"'
deedt o v e rv o e ren , en nevens
toti. id. het lighaam van P h ilip s , ’s Keizers
V a d e r , te rufte ftelde. Hierenboven
was dit jaar aanmerkelyk door het fter-
diriHat ™ ¥ ) Zusteren des KeidoorEm'.
ze r s ; Wandt de Oudfte E leonora , W e -
r a fol!'’ dnwe van Emanuel Koning van Porm-
gaal en vervolgens van François den
eerften Koning van V r a n k ry k , die mée
naar Spanje getrokken was , hadt dit
tyd lyk e leeven den eerften van Sprokkelmaand
a fg e le g d , en eene D o ch te r ,
Maria , uit haar eerfte huuwelyk agter
gelaaten. M a r ia , ’s Keizers derde Zus te
r , W ed uw e van L o d ew y k Koning van
H u n g a r ie , die vyfentwintig jaaren de
Nederlanden beilierd , de zelven mec
fmerte verlaaten en den Keizer insgelyks
derwaart verzeld h a d t , volgd e haaren
Broeder in het andere leeven,den agtienden
van Wynmaand deezes jaars.
Betreffende de gedaante en eigenfchappen
van Keizer Karel ; hy was
van middelmaatige g eftalte, w e l gemaakt
, maar cen weinig g ro f van L e -
demaaten , hadt blauwe en minnelyke
o o g en , den tiens wat gek rom d , de kin
m . Deel.
V O R S T E N . VI. Bod. 44, '
wat uitfteekend, eenen korten baard .cn » ffS
blond hair, ’t w s lk e hy niet langer dan ------
op de helft van de ooren d ro e g ; hy
fprak de Spaanfche, Italiaanfche, Franfche
en Hoogduitfche (4) ta a l, verftondt M Vita
cen weinig L a t y n s ; fchiep groot he- g f e i ;
hangen in de boeken , inzonderheid in S-
den Hoveling van den G ra a f Balthazar pTg?MS.
van Chatillon, in den Prins van Machia-
v e l , en de Hiftori van P o lib iu s , wel-
k e h y z i c h hadt doen vertaalen, ook la s r a s fe ? '
hy gaarne de Gedenkfchriften van Phi- “ «s-
lips de Comines, dien hy hoog ach tte ,en
van Sleidanus. dien hy uit fchertferye gewoon
was zynen Leugcnaar te noemen.
H y hadt een fterk geheugen, was lief hebber
van de Muzyk, konde tekenen, en ver-
lustigde zich dikwylen met hec ontwerp
van eenige plaatfen o f fraije gebouwen
op ’c papier te ftellen; beminde by uit-
rieemendheid de wapenoeffening , was
een goed R u i t e r , droeg eenvoudige
k le ed en, hieldt niet van die tc veränderen
, tot zooverre dat hy fomtyds
eene gebrooke veter aan elkanderen
kn oo pte , om tyd en moeite te fpaaren
van ’er eene nieuwe in te laaten d o e n ; h y
was maatig in fpys en drank, gemeenzaam,
en fchertile veelmaalen met zyne
Huisgenooten; nogtans omzigtig in z y ne
daaden , aanlokkende doo r zyn e
woorden , maar dikwylen waren die
dubbelzinnig, en men mogt ’er niet te
veel op vertrouwen , gelyk ons in
in ’t beloop zyns leevens gebleeken is ;
hy was geduldig in ongemakken te
verdraagen, en in gehoor te g e e v en ,
verftandig in zyne antwoorden, ftand-
haftig in zyne Gezanten en Beampten
te handhaaven, yverig in ’ t befchermen
van den Roomfchen G odsdienft, mild
omtrent fraaije vernuften en konftenaars,
afkeer ig van pluimftrykeren, dankbaar
omtrent de g en en , die hem dienft gedaan
hadden ; maar neemende de gefteldheid
zoodaanig waar, dat hy eerder
voor zuinig dan voor mild gegaan
h e e ft , ja zo o v e r re , dat ’er geen V o r ft
gewee ft i s , w e lk e minder voor zyne
geneugcen uitgegeeven, en meer zo rg
om zyne koften te onderzoeken gedraagen
h e e f t : boven d it alles H'as hy
T t t t t eer