[ l i
■I' ■ ■
; í -.
- I '
II
i f :F i
1541 II. De tv/eede, eene penningplaat, heeft hec zelve afbeeldfel , omfchrift en zinnebeeld
'van Melanchton, eene ilang rondom een ki-uis geflingerd , verfchillende alieenlyfc in den'
buitenften krans en in hec jaartal, uit het welke ik vaftftelle, dat de eerfte ftraks naa’t genoome
befluit van deeze vergadering, en dees naa zyne teruggekoomft, als zeegepraalende
met eenen krans verfierd , gemaakt is.
i l l . u e oerae, insgelyks eene penningplaat, draagt het borftbeeld en zinnebeeld van Lit-
(') II- ther omringd door zynen naam en eenige woorden uit de Heilige ( i ) bladen;
Boek der
Köningen
Cap.XIII.
vers. 14.
D o c t o r M A R T IN u s L V T H E R V S . C V R R V S E T A V R I G A
I S R A H E L I S .
l e e r a a r MART IHUS LUTHER . WA G EN I S R A E L S EN
Z T N FOERMAN .
(OSleidá-
h i Com-
ment, de
Statu Re-
lig. &
Reip. pag.
389.
( j l Chartres
de
' Brab. te
Vilvo o r-
de in de
zevcnde
bovenkas-
fe getek.
Lettrtsde
Geldre.
Sleida-
ni Comment.
de
Statu R e jig.
5c
Reip. pag 389-&
390.
Op deezen Ryksdag f x ) heeft de
Keizer , zittende in ’t midden der Stend
en, o o k zwaare klagten over Willem
H e rtog van K le e f, wegens het inneemen
van Geld erland, gedaan , re gelyk een
fchrift ingeleverd , door het weike hy
het r e c h t , dar zyne Majefteit op G e lderland
en Zutfeen h a d t , aantoonde ;
w a n d t , boven de oude bewyzen , behende
de Roomfchkoning Ferdinand
met eenen bezegelden brief, den tweeden
(3 J van Louwmaand deezes jaars
ged a gtek end , den Keizer met het H e r togdom
van G eld er en ’r Graaffchap
van Zutfeen bekleed , o f tot de zelve
gehuldigd te hebben. Z eg gen d e w y ders
, dat hy den H e r to g aldaar beroepen
h a d t , doch dat die eenen anderen
w e g gereisd was, meenende naar
Vrankryk. D e Gezanten des Hertogen
; van K le e f tegenwoordig zynde ont-
fchuldigden hunnen V o r f t , cn alsze
voortvoeren om de gerechtigheid van
den zelveil te b ew y z e n , rees de Ke izer
op en ging uit de vergaderinge.
Eenige dagen laater kwamen de V o r ften
en Stenden voor den Keizer , d e a
zelven fmeekende om den H e r to g van
Kleef in ’s R y k s befcherming te neemen
, en alle twift vriendlyk te beflegten
, beloovende al hun vermoogen
hiertoe aan te wenden. Jan Navius
antwoordde den Vo rften en Stenden op
’s Keizers b eg e e r te , w y l de R yk sd ag
tot het bevreedigen der verfchillen van
Duitsland beleid, en op den zelven tot
zyn leedweezen wegens de verdeelde
gemoederen niet zekers befiooten w a s ,
verwonderd te z y n , dat z y in zul-
ke za a k en , die eigenlyk zyne Majefteit
betroffen , z o o eensgezind waren ;
en eindigde dus half vergramd het gefprek.
T e rw y l de V re ed e door deeze middelen
in Duitsland g ezogt w ie r d t , ont-
vonkte aan den anderen kant her vuur
des
154 t des oorlogs wede r met V ra n k ry k ; om-
dat Cæfar Fregofa van Genua ( 1 ) en
Sient”3c Antoni Rincon , een Balling uit Span-
âatuKc- je , door Koning François naar den
iig. &
Reip. pa..
S i
B ift tie
Trance
T om .V .
ras-STSde
naar Venctie op de P o , door de be-
zetting van Pavia ge v an g en , cn heimely
k omgebragt w a r e n , her weike de
Koning zo o euvel opvattede, dat op zy ne
orde Willem van Bellay Heer van
3 9
Zapoli , volgens ’t verdrag met den 1541
zelven geilooten , tot de bezitting van '
geheel Hungarie gerechtigd te z y n ,
dierhalven in ’ t voorgaande jaar de
naagebleeve W e d uw e ( x ) te vergeefs
tot den afftand a a n g e zo g t, en door x x x ix .
’t opruijen der Hungaaren veele Rutters
en Vo ctkneg ten verzaameld hebbende,
zondt hy de zelven te fcheep
met voorraad en g e fch u t, onder ’t ge-
leide van Leonard V e lfm s , längs den
Donauw naar de Stad Gran , w e ik e ,
L an g e y , Lan d v o o gd in P iem o n t , dc
ontilaaging der Gezanten van Alfonfus
van Avalos Markgraaf van G u a f t , die iJiaa grooten tegenftand, ftormende o v er-
toen het H ertogdom van Milanen voor
den Keizer bellierde , geheel ernftig
begeerde ; en toen de Mark gra af, hoeveel
beweeging over dit beftaan gemaakt
w ie rd t, z ic li echter , als der zaak
en onkundig , geduurig ontfchuldig-
de , klaagde Koning François door zynen
G ezant op den R yksdag van R e gensburg
over die vyandlykheid aan den
Keizer ; d o c h , geen voldoenend antw
o o rd bekoomen hebbende , deedt hy
federt den natuurlyken Z o o n van Keiz
e r Maximiliaan, G e o rg van Oaften-
r y k Aardsbisfchop van V a le n z e , by
geval uit Spanje door V ran k ryk reizende
, opdat zyn e Gezanten ontllaagen
zouden w o rd en , te Lions in verzeke-
ringe ftellen. H ie r kwam nog b y , dat
d e Koning F ran ço is , om den Keizer te
kw e llen , een verweerend verbond met
Chriftiaan den Derden, Koning van Deenm
a rk e , geilooten hadt, en tot diergelyk
een oogwit met G u l la a f , Koning van
Zw e e d e ,in onderhandelinge was; en hoew
e l dit laatfte verbond niet eerder dan
in ’ t volgende jaar voltrokken w ie r d t ,
echter baarde dit gedrag zooveel haats
tusfchen de V o r fte n , datze elk,anderen
ftraks zouden aangetaft hebben , byaldien
de Staatkunde hen zulks niet ver-
booden hadt.
Wan d t behalven den ontworpeh togt
naar A fr ik a , met welken de Keizer be-
zwangerd ging , was de Roomfchk oning
met den Turk fch en O orlog magtig
belemmerd ; alzoo d e e s , meenende
, naa den dood van den W e iw o o d
w e ld ig d , de meeften der bezettinge
gevangen o f gedood zynde , heeft het
Roomfchkoninglyke L e g e r de ver-
laate Stad Peft ingeno omen, W e tz en
zonder bloedftoninge gedWongen, ett
het beleg voor O ffen , dar ook Buda ge-
hceten w o rd t, geilaagen, daar de W e d
uw e en het Zoontje van Zapoli zieh
onthieiden, meenende, door onderling
verftand met eenigen der Hovelingen,
en vreeze voor den ftorm , de Stad
ligtlyk te zullen dwingen ; maar de
Stedelingen, ziende dit onweer opkoo-
m e n , hadden zieh zoowel v e r fte rk t ,
dat ’s Roomfchkonings Veldheer de
Stad eerlang verlier , eh in deezen af-
togt Stoelweisfenburg b y verdrag in-
k r e c g , e n , mids het byeenrotren der
T ü rk en en ’t naderen des W in te r s ,
zieh weder naar Gran begaf. M e t hec
wyken der Kriftenen maakten de T ü r ken
zieh weder Meefter van W e tz e n ,e n
belegerden Peft ; doch door de groote
k oud e uit het veid gedreeven , g a f
zuiks den Roomfch Koning zooveele
hoope ter overwinninge , dat d ee s, van
den Keizer op den Ryk sd ag te Regensburg
onderftand in geld verkreegen hebbende
, een nieuw L e g e r uit B e ije r e ,
Boheme en Siielie verzaamelde , en het
z e lv e , onder het Oppergebied van W illem
van R o g g e n d o r f , een ervaaren
Krygsman, den zynen met veel voor-
raads längs den Stroom naar Hungarie
te hulpe zondt. O p deeze wapenrufting
en grooten veldtogt zyn de tw e e vol-
gende gedenkpenningen gemaakt.
K X I. Men
È
*
I