(f««» y)¡!I!f'cíl
lI A u
ICC3 G E N E V A E P R O F E S S O R E T P A S T O R A n n o M D X X X V I . D E L E - i j ç j
---------- C T V S . E C C L E S I A E R E F O R M A T I O N E V A R 1ISQ.UB S C R I P T I S E T '
C E R T A M lN I l i u s C E L E I S R t S . O B I I T X X V I I . M A Y A n n o M D L X t V .
GEBOOOREN TE NOION IN P ICARDIE IN T JAAR MDIX. DEN
TIENDEN DAG FAN HOOIMAAND, GEOEFFEND IN DE RECHT,S-
EN GODGELEERDHEI D OP DE HOOGESCHOO LEN FAN PARI
S , ORLEANS EN BOURGES; MOEST Z IN VADERLAND DOOR
DE ’cELOOFSVERVOLGING VERLAATEN ; GING NAAR ZfVIT-
SERLAND, WIERDT IN T JAAR MDXXXVI. TE GENEVE TOT
HOOGLEERAAR EN PREDIKANT VERKOOZEN; DOOR DE KERK-
k lERVORMlNG , EN DOOR VERSCHElûENE SCHRIFTEN EN
STRIDEN VERMAARD ZTNDE IS HT GESTORVEN DEN XXVI L
VAN BLOEIMAAND, IN 'T JAAR MDLXIV.
V I I . Me t eerl le deel van d e n ' z e v enden , op ’ t welke weder het zelvc borllbeeld gevonden
w o r d t , is zonder letterlyke verklaaringe ; maar op hct andere deel leellm en deezen
zin ;
I O A N N E S C A L V I N U S G A L L U S , T M E O L O G U S , G E N E V E N S I S
E C C L E S IÆ P A S T O R , R E L I G I O N I S C H R I S T I A N Æ P E R G A L -
L I A M I N S T A U R A T O R ; O B I I T G E N E V Æ A N n o D o m in i i y i 4 -
Æ T a t i s sSJAN
CALVTN FRANSMJN , GODGELEERDE, HARDER VAN DE
KERKE TE GENEVE, HERSTELLER VAN DEN KRISTELTKEN
GODSDIENST IN VRANKRTK; IS TE GENEVE GESTORVEN IN
T JAAR DES HEEREN 1JÎ4. ZTNS OUDERDOMS ss-
Onder zooveele goede hoedaanigheden
van C a lv y n , worden hem ook
(.IHiB.äueenige kwaade ( i ) tocgelchreeven, niet
“ pj? zulke als de trouwlooze ( z ) Bollee
Maim- hem aanvryft, om welken Calvyn met
3jS;®‘’*®'een L e lie op den fchouder gebrand-
S i S ' merkt zoude zyn ; maar, zoomen ge-
kven e« tulgt. Was hy droefgeeftig, ligt tot toorn
tSn'^jan te v erwek k en, fchimpachtlg, en , onder
S fe fiic . fchyn ne.derigheid en verachtinge
ronymus yan de \V aereld , by uitneemendheid
Hermes
Bolfcc.
pas. 13.
hoogmoedig , en zoo verwaand , dat
niemand hem , dan in gevaar van ongenade
, mogt tegenfpreeken , willende
over andere Leeraars , ze lf zyne
Am p tg en ooten , een onbepaalde heerfchappy
voeren , ja de zelven als z y ne
Leerlingen o f Onderdaanen befchouwende.
Dit heb ik vooraf willen meld
en, om het merkwaardige g e v a l, dat
my de moeite Waardig docht hier te
befchryven , beter te können bevat-
ten.
Michiel S e rv e tu s , een zeer geleerd
Spanjaard (3 ) en Geneesheer , voor- j “? ” "
heen den Hervormden Godsdienft toe- vm Mt-
gedaan , en gemeenzaam met Jan Cal-
vyn en andere Leeraaren omgcgaan
hebbende, was tot de Kettery van Pau-en kerk-
lus Samofatenus en Marcellus van A n -J J jfe “''
cyra vervallen, ontkennende , dat A z iV -????]■
tus waare God was; om welke dwaa-y.. en
ling ftaande te houden hadt h y een™?"?
boek van de Drieeenheid gefchreeven
en te Vienne doen drukken ; maar devetusdonr
Magiftraat dier S tad , hiervan door den
opperften Predikant van G en e v e k e n -™ ? ¿ ;
nis k r y g e n d e , deedt Servetus en den
Drukker van dat werk Arnollet gevangen
neemen ; maar Servetus , heimelyk
uit zyne boeijen g e v lu g t, begaf z ich ,
‘ om elders heen te t re k k en , naar G e neve.
Hier op eenen Z on d ag aange-
koomen ging hy naar de Kerk om
de Predikatie te hooren , en van eenigen
gekend zynde , gaven deezen berigt
van ’ t zelve aan den Leeraar Jan
Calvyn , welke zulks den Magiftraat
boodfchapte , opdat die Servetus w egens
kettery in hegtenis zoude neemen.
D e M.tgillraat zeide , datmen niemand
binnen G e n e v e , als zynde eene vrye
S t a d , vaft mogt houden zonder be-
fchuldiger , die zich nevens den be-
fchuldigden in verzekering wilde begeeven
i dierhalven porde Calvyn z y nen
knegt Nikolaas de la Fontaine ,
w e lk e voorheen Kok by eenen Edel-
mim gewee ft w a s , zoo fterk aan , dat
dees Servetus over ketterye befchuldigde
, den zelven uit de Predikatie deedt
haalen , en te g elyk in de gevangenis
g in g ; maar wierdt den volgenden d ag,
mids Antoni Broeder van Jan Calvyn
borg voor hem b le e f , wede r ontllaagen.
Servetus voor de Rechtcrs verfchynende
wierdt over verfcheidene
zaaken zyner fchriften, en cen punt
over het fchryven en lalleren tegen
C a lv y n , aangeklaagd en verhoord ; wanneer
dit een en andermaal gedaan was,
tradt Calvyn z e lf ter Vierfchaare en in
’t Strydperk met Servetus, w e lk e , naa
langduurig redentwiftcn , eindelyk zeide
by zyn G e lo o f te zullen blyven zoolan
g , tot m fn hem de valfchhcid van
hct zeive aantoonde.
Onderwylen hadt de Raad naar Vienne
om zyn vonnis , en ook brieven
aan de Kerken van B azel, Z u r ig , Bern
en Schafhuizen met het boek van Servetus
, en de befchuldiginge der Predikanten
, gezonden. Naa eenigen tyd
wierdeii deeze brieven door de Predikanten
der gemelde Kerke beantwoord,
cn Servetus in de zelven om zyne ker-
tery veroordeeld ; des de Raad hierop
vergaderde, om te overweegen wat
beft in deeze zaak diende gedaan te
worden, Amadeus Perrin eerfte Burgermeefter,
den Raad geneegen ziende
om den gevangen te doen fte rv en ,
weigerde niet alleen in de Vierfchaar 1555
te verfchynen , maar zeide r o n d u it , '
dat hy zich zelven aan het bloed van
dien man niet fchuldig wilde maaken ,
gelyk ook fommige anderen hem hierin
volgden ; maar eenigen der overigen
veroordedden Servetus om gebannen
, anderen om in eeuwige gevau-
genis geworpen , en de meeften om
leevendig tot afch verbrand te word en ,
’t en ware hy zyn godloos gevoelen
wederriep. Men v in d t , dat een der
voornaamfte Hoogleeraaren in de G o d geleerdheid
aldaa r, als mede eenige
Predikanten nooit in den dood van
Servetus bewilligden; doch d e e zen, van
ZO G groot een aanzien niet als Calvyn
o f B e z a , en anders van gevoelen zynde
, wierden des o o k nooit o"ver hec
vonnis geroepen.
Hoew e l Servetus beweerde , dat het
eenen Dienaar van het K u an g e li, als
C a lv yn , niet betaamde iemand gerechtlyk
aan te klaagen en tot den dood te
v ervolgen, ja Calvyn v e rw c e t , d a t , die
Ke tte r, befchuldiger en doodllaagcr was,
en nog de onbefchaamdheid hadt vaa
voor een regtzinnig Leeraar der Ke rke
te willen doorgaan, en uit oude Schryveren
to o n d e , dat dc Rechters niemand
om eenige L e erftuk k en in ’t G e lo o f
aan ’c leeven mogten ftraffen , echter
voermcn met de zaake voort; des Servetus,
het ftreng over hem geveld oordeel
hoorende, den Magiftraat ootmoe«
diglyk fmeekte om met het zwaard
gerecht te moogen w o rd en , opdat de
grootheid d et pyne hem niet tot wanhoope
zoude brengen , en zyne ziel alzo
o verlooren mogt gaan ; byaldien hy
misdaan hadt, hct wate uit onwetend-
heid , zyne meening en w il was altyd
geweeft Gods eer te bevorderen. A l
dit mogt niet baaten, de Rechters bleeven
by het gevelde vonnis, cn Servetus
wierdt den zevenentwintigften van
Wynmaand ter ftraffe gefteept. Der-
w'aart gaande riep hy onder den w eg ;
O God, hewaar myne z ie l , O Jeaus ,
Zoon des eeuwigen Gods , ontferm u,
myner! o p d e plaatfe, ter ftraffe b e re id ,
viel hy voorover ter a a rd e , bade G o d
Q q q q i en
'fei:
" ....... f e '
a a f . -
j ' l : :
f e
,. 1
- ' 1
, , 1
.‘ i’' " ■ ' -
,*(. .
î t e i i ' fe
te te j - ' ‘“ 1"
l i t e l f e j i f l r ;
s .