:ltr
Il
Tl. i
84 D E R
•544 I. Dees was , gelyk ik elders aangetekend heb, een natuurlyke Zoon van Keizer Maxi- 154*
mihaan, door wiens vermoogen Georg ( i ) gewettigd, en in ’t jaar vyftienhonderdvyfen- - <
twintig ( 2 ) tot Bisfchop van Erixen, veertien jaaren laater tot Aardsbisfchop van Valenze
verheven, en thans weder op den Luikfchen Zetel gefteld was ; hoewel zyne tytels op deeze
penningen niet gevonden worden, echter blykt uit de andere omrtandigbeden, datze door
deezen Kerkvoogd gemaakt zyh ; wandt behalven zyn wapenfchild, dat uit den halk van
Ooftenryk en den Leeuw van Ilabsburg faamen gefteld , midsgaders met den Paauwen-
' ftaart boven den Vorlllyken Helm verfierd is , leeftmen deezen zynen naam in den rand
. der voorzyden ;
G E O R G IV S a b A V S T R IA D e : G R A t ia .
GEORG VAN OOS T ENRTK DOOR GODS GENADE .
Op de keerzyde van den eerften zietmen twee menfchen , welken als uit de vlam dei
vuurs hunne tocvkigt neemen tot het Kriftelyke Kruis , op het welke de Heilige Geeft in
de gedaante eener Duive nederdaalt, en op datze hunne hoope op het zelve zouden vefti-
gen leeftmen dit byfchrift;
c o n f i d e e t A M A , ij47 .
V E R T R O ü W E N S E M I N , 1747.
H. Het voorftuk van den tweeden is gelyk aan ’t voorgaande; maar het agterftuk vertoont
eenen Reiziger met eenen zak over de fchouder, die voor en agter afhangt • ont-
(jJPhw- leend mt de leerzaame verdichtfelen der (3 ) Ouden, welken onderftelden, dat Jupiter den
teLib “ eifehen twee zakkcn te draagen g af; de een, vol van eigene gebreken, hing op den
IV.F»b.p.rug; de tweede met eens anders feilen op de borft; hierdoor leerende, dat wy onze
eigene imsllagen niet zien , maar die van anderen altyd in 't oog hebben en berifpen
zulks een der zeven Griekfche Wyzen pleeg .te zeggen , dat ’er geen zwaarder zaak was
dan zieh zelven te kennen , en geene ligter dan eenen ander te berifpen; dierhalven daii
omringd door deezen letterzoom j
NON V ID E M V S M A nT I C aE Q V I T I n T E R G O
E S T , 1748.
WT Z I E N VAN D E N Z A K N I E T D I E OP DEN RÜG
HANG T , .748.
Ondertusfchen vervolgde de Keizer
zynen w e g door ’t Aardsbisdom van
Keulen naar Worms , daar hem de
Kardinaal Alexander Farnefe Pauslyk
(4)Chion. (4 ) Gezant opwagtte, en tot den Vree-
smnfa!”' Koning van Vrankryk poog-
?44'ms beweegen, doch te vergeefs; des
■ de Keizer zyne reis vervolgde, en den
negenentwintigften van Lonwmaand te
Spier zyne intreede d e e d t , vindende
aldaar zyne tw e e Nigten, Dochters des
Konings van De enmarke, Chriftiha G e maalin
van H e r to g François van L o t teringe
, en Dorothea Egtgenoote van
den Paltsgraaf Frederik , die door den
dood zyns Breeders L o d ew y k thans tot
d e
,1 5 4 4
ft)81cida-
ni Comment.
de
Statu Re-
112. &
Reip. pag.
de Keurvorftlyke waardigheid f i ) v e r
heven w ie r d t , derwaart gekoomen om
den twift met den Franfchen K o n in g ,
de gebragt z y n , tot dit einde hunne 1 5 4 4
krachten in te fpannen ; bewilligende ^
dierhalven ih ’r opbrengen --------- --------- *— » -2v.ji.«ivs-xi 111 t iipuicHgcii vvaann z¿eess Ri\oo--
wyl des zelfs Gezanren door Niklaas mermaanden (3 ) in g e ld , eensdeels tot (D Hds
Perenot weder terugge gezonden wu-1 het werven van vierduizend Ruiteren
r en , zoo ’t moogelyk ware, te verzoe- en vierentwintigduizend Voetknegten , '»•'■'‘“ I
nen. Insgelyks verfcheenen op onder- andersdeels ten dienfte des Roomfch- '
jVvKflkt .4 A«» A yl 4* V»-l AaIL I - - * .
--------
fcheidene dagen meeit alle Vorften en
Stenden des R y k s , zulks deeze vergadering
boven andere aanzienlyk w a s ,
z o o om ’t getal der L e d en van beider-
le y Gezindhed en, als om de gewigti
S-4 H.
konings tot het verfterken van de grenzen
zyns gebieds. O o k b efloo ten ze,
dat ie d e r , als de oorlog tegen den
T u r k a an g in g , dan hoofd voor hoofd
- j - ' - ' - B— 0“ —zo»n—d»e.rI onderfcheid vvLoHlggecniibs z¿yynnee ggooee--
g e zaak en , die ’er verhandeld wier-1 deren zoude betaalen en zeer fcherp
den. V . .
I (i)Sleida-
? ni Com-
; ment, de
'■ Stilli Re-
• lie. «t
: Reip. pag
; 2136. &
■' feq.
D e Keizer opende den R y k sd a g , den
twintigften van Sprokkelmaand , door
eene (x) aanfpraak, in welke zyne Majefteit
hen tot het aigemeen welzyn opw
e k te , en toonde het gevaar dat hen
i i i iÿ
ip ü i
te verbieden , dat niemand, op zwaare
ftraffen, onder uitheemfche Vorften zoude
d ien en , met uitdrukkelyk bevel aan
de Overigheden van de ongehoorzaamen
op het ftrengfte te vervolgen. Wan d t
de Gezanten van Hongarie C 4 ) ver- ia jsw,-
• d oor het laamenipannen der Franfen ! toonden op deeze vergaderinge den be-
en Tü rk en over ’t hoofd hing ; dier- j klaagelyken ftand van dat R y k , en het S t lZ i l
halven hen ernftlyk vermaanende, de gevaar dat hen nog over ’t hoofd hing
inwendige verdeeldheid , die dus lang ' door de v erfchriklyke dwingelandy der "«s-' "
hinderlyk geweeft was , te willen af- | T ü r k e n , w'elken reeds zo o veele Ste-
leggen. Alsmen over deeze en andere ! den ingenoomen cn in hun geweld had-
punten lang en dikwylen geraadpleegd i den , wier Inwoonderen , zugtende on-
h a d t , beftooten eindelyk de Stenden ! der het juk der Ongeloovigen, in die-
eendragtiglyk , den Keizer eene dubbe- pe elenden verzonken la g en ; desmen,
le gewoone fchatting te geeven , en ,
midsmen oordeelde den T u r k met meer
voordeels te können bevegten,als de Koning
in aanmerkinge der ongevallen van dat
R y k en van de Koninglyke Zetelftad
B u d a , den volgenden penning in dit jaar
gemaakt vindt.
f l .
+
van Vrankryk tot den V re ed e zou-
Komng van Hungane Lodewyk, die nog een kind zynde gekroond wierdt , met deeze
letterlyke verklaaringe afgebeeld; J s , mci aeeze
L V D O V I C V S F I L I V S E eg is VN G A K ia s E x B O I I E M I * ,
C O R O N A T V S 1708.
i O D EW T K Z O O N DE S KONINGS VAN HUNG A R I E EN
B O H EME , GEKROOND 1708.
digen#aat v a t l '^ H voorgaanden met den tegenwoor.
oigen llaat van de Hoofdftad en her Ryk van Hungarie, dit opfchrift;
I I I Deel.
K V D A