|< M ,1 i
it ll!! i
1 U ^
't
l l '
I jiirSiih
lit"" 1
-- 148
X5SO kaat en voor de oude V ryh e id , in weike
’ de Landzaaten buiten den dwang van ’t
Geeftlyke recht geleefd hadden, en ook
behoorden te blyven. A ls ook andere
Steden, die insgelyks hec af kondigen van
’t Plakkaat tcgenhielden, de begeerte van
die van Antwerpe onderileunden , en de
k la g ten ,’t misnoegen en morringen van
groot en klein dagelyks hooger fteegen,
vondt de Landtvoogdes M a r ia , eene
Vorftin van goedertiere inborft, en zeer
befcheide in Geloofszaaken, zich in de
uitterfte verlegenheid , en zich eindelyk
gedwongen in perfoon naar Augsburg
by haaren Breeder te begeeven, daarze
den Keizer de zwaarigheden, die uit de
Geloofsonderzoekinge in de Nederlanden
zouden ryzen, vertoond e, en z o o veel
by den zelven te weege bragt, dat
het gemelde P lak k a a t, door een ander
te Augsburg in Herfftmaand getekend
, veranderd, en omtrent de Kooplieden
verzagt w ie rd t , laatende uit het
zelve alle haatelyke w'oorden der Ge-
ioofsonderzoekinge , buiten die , zoo
ftreng ( I ) en fcherp als ’t voorgaande
; agteraan met een veel grootere
iyft van boeken door de Godgeleerden
van L o v en veroordeeld , en door den
Keizer verbooden , dan in eenigen van
vroeger dagtekeninge.
Hoewel men dit veranderde Plakkaat
in alle Steden van Nederland beval af
Ui SMt te k on d ig en , echter vonden ( z ) die
van Antwerpe , befpeurende, dat in
’t heimelyk aan eenige Godgeleerden
laft gegeeven was om Geloofsonder-
femhS' te z y n , groote zwaarigheid in
pig. 11. ’t gemeen maaken , en hielden het zelve
zoolang o p , tot de Kanceiier van
Brabant hen met brieven verzekerd
h ad t, datze met geenerley onderzoe-
kinge i n ’t G e lo o f bezwaa rd, maar hunne
Ingezetenen en Kooplieden by de
oude Vryheid gehandliaafd zouden worden.
Schoon het plakkaat op zoodaanige
verklaaring afgekondigd , en de beroerte
voor dien tyd wat geftild wierdt,
nogtans is de haa t, afkeer en fchrik
voor Geweetcnsdwang, en Vervolging
in ’t hart van de Nederlanderen i n ’ t
aigemeen, niet alleen omtrent de per-
Iiift.der
Reform.
I. deel
pag. ¡61.
n Voort-
ganc der
Religie ill
Nederl.
door J.
foonen, maar zelfs de L e e re der G e e ft- lyyn
ly k e n , zo o leevendig gebleeven en dap- •
per toegenoomen, datze , om de wreedheid
, gierigheid én flinUfche ftreeken
dier Dwingelanden , zich fe d e r t, naar
’t getuigen van den Loontrekkendcri
Raad van A n tw e rp e , Jacob van W e -
fem b e e k , in grooter gelai dan ooit te
vooren tot de L e e re der Hervormde
Kerke begaven.
De K e iz e r , hierentusfchen den zesen-
cwiniigllen ( 3 } van Hooimaand d e h fjlsiciz,,
Ryksdag te A u g sb u rg , op welken vee-
le Gezanten en Bisfehoppen maar ilegts
twee Keurvorften , die van Ments en Reip, p.-
T r ie r , waren , begonnen hebbende ,
droeg de Stenden v o o r , datmen de
Kerkvergadering voltrekken , het vaft-
geitelde bevel omtrent den Godsdienft
onderhouden, de ongehoorzaamen ftraffen,
het Geeftlyke Rechtsgebied weder
invoeren , en de goederen der Kerken
wedergeeven zonde. Omtrenc het eerfte
punt ftemden de meeften met den
Keizer ; maar Maurits Keurvorft van
Sakfen verkiaarde door zynen Gezant
in het zelve niet te zullen bewilligen ,
’t en zy men de Kerkvergadering van
nieuws aan beginnen, en niet alleen de
Godgeleerden van de Augsburgfche Belydenisfe
aldaar verhooren w ild e, maar
ook magt g a f om met anderen te beftuiten;
verder zou de Paus de Vergadering
onderworpen en niet als Rechter
z y n , en den Bisfehoppen van den
eed ontheffen , opdat de zelven hunne
meening vryelyk zouden zeggen. Deeze
wederfpreeking, openlyk voorgeleezen
, eifchte hy dat in de handelingen
des R y k s , volgens gewoonte aangetekend
zoude worden ; doch de Keurvorft
van Ments heeft zulks als Kancelier
geweigerd.
Hangende deeze verfchillen is Niklaas
Perrenot ( 4 ) Heer van Granvel-Uisiedile
, die kort te voore uic hec Graaf-
fchap Borgonje derwaart gekoomen
w a s , in ’t einde van Oegftmaand teReip.paf
Augsburg oud en afgeiloofd overlee-
d e n , tot groote droefheid des Keizers
, van wien hy federt den afftand
van Gatinaria , dus twintig jaaren , de
( i ) hoog-
Jf¥_
g’i r
Tom. I-
fol. ^94-
(i) But-
Brab.
Tom-H-
foU49- ^
i Mitsi
Chron.
meeniyk Granvelle g ena amd , weike
ons meermaalen is voorgekoomen ,
wierdt door zyne geleerdheid en fchranderheid
erfgenaam ( 3 ) v a n ’s Vaders
waardigheid, en goede gunfte des Keizers
, door weike hy zooveel deels
kreeg in den ommezwaai der Nederlanden
, dat my goed gedocht heeft
zyne twee konftige gedenkpenningen
, fchoon eenigen tyd laater gemaakt
, e ch te r , mids der zelver afbeeldfels
niet i n ’t licht gegeeven zyn ,
by deeze zyne opvolging plaats te gun-
( I ) hoogfte waardigheid bekleed had t,
en deelgenoot der geheimfte raadilagen
geweeft was. H y liec verfcheidene Kinders
, alien wel van rykdom en eere
voorzien , agter , onder deezen vier
(2) Zoons,naamenlyk, Antoni den Bisfchop
van Atrecht ; Thomas Heer van
Chantonay, die met Helena van Brederode
trouwde ; Karel A bt van Favern ;
Frederik He e r van C h am p ign y , welk
e met Conftantia van Berchem in den
E g t verbonden wa s; en eene Dochter,
die den Graaf van L a Roche ten huuwelyk
hadt ; Antoni de O u d fte , gei
j y o
Cj' Strada
de Bello
Belgico
T om . I.
I. D e e s , in het zeiHende jaar naa de vyftienhonderd gebooren, wierdt eerfl: Kanonnik,
voorts Aardsdiaken in zyne geboorte Stad Befanjon, en kort hiernaa Bisfchop van Atrecht;
tri;iqr federt den Afftand des Keizers wift hy zich zooverre in de gunft van des zelfs Zoon
en Opvolger te dringen, dat hy b y ’t veränderen der Bisdommen tot Aardsbisfchop van.
Mechele en tot Kardinaal verheeven w ie rd t; welke tytels rondom zyn afbeeldfel op de
voorzyde in deezer voegen gefteld z y n ;
A N T o n i u s , S a c r ä R o m a n « E c c l e s i « P r e s B y t e R , C A R -
D i n a l i s G R A N V E L A N V S .
I l l Deel R r r