>535) tegenftaande deeze blyken van eere en
vriendlykheid , haaftte de Keizer zieh
naar Nederland, niet zo o zeer om den
opiland te dempen als om uit Vrankry
k te zyn ; wandt men vondt ver-
! fcheidene menfchen ( i ) ten H o v e ,
Fnme • en dnder deezen de Graavin van E-
Sb” «!. E ämp es , die veel v e rm ö g t , welken
den Koning rieden van thans het naadeel
, door den handel zyner gevange-
nisfe in Spanje geieeden , te verbete-
ren , en zulks was den Keizer niet onbekend
, w y l de Koning in zeker tal-
r y k gezelfchap, daar de gemelde Graavin
tegenwoordig wa s , al lachgende tegen
den Keizer zeid'e ; ziet B roed er,
dee ze fchoone V ro uw is van b e g r ip ,
dat ik u zoolang hier moeil höuden,
tot g y den handel van Madrid zoud
wederroepen hebben. D e K e izer, een
weinig o n tlle ld , antwoordde flaanwtjes;
200 de raad goed is moet men dien
volgen. Do ch den naailen dag betoon-
d e h y , dat de boertery des Konings
hem naadenken gebaard h ad t; wandt,
zullende zyne handen voor den maal-
tyd wasfchen trok hy eenen diamantring
van zeer groote waarde van
den vinger, en liet dien alwillens op
den grond vallen. D e GraaVin , nevens
den Keizer ftaande om den ze lven
den handdoek aan te bieden ,
raapte den ring op om den Keizer
. te geeven ; neen M e v r o u w , zeide de
K e iz e r , hy is in al te fchoone handen
om dien wede r te neemen , ik
bid u van den zelven ter myner ge-
dachtenisfe te bewaaren , en begeerde
dus den ring niet wede r te ontfangen.
’t Z y nu deeze mildheid
het voorneemen ten H o v e verander-
de , of dat de Koning zyne beloften
ongefchonden wilde bewaaren ,
’t is zeker dat ’s Konings Zoonen
federt den Keizer door Picardie naar
Valenchein geleidden , alwaarze ne-
vens den Keizer , den eenentwintig-
IJ40 E™ ( ) van Louwmaand des jaars
vyftienhonderdenveertig , door Geeft-
Vaienti- lykcn cn Waereldlyken , met won-
omre?"' derlyke pracht van k le ed in g e ,, ver-
fcheidene Z e e g e b o o g en , en konftige
V e r to on iiig en , door zinryke Byfchrif- I5'4f3
ten van Niklaas Nicolai Raad v,an Bra- "
bant verfierd , blydelyk ingehaald wierden.
D e Franfche P r in fen , hier Imtel dagen
vertoefd hebbende , zyn door
den Keizer b ed an k t, en cen vierde-
deel uurs , maar door den H e r to g
van A a r fc h o t , den H e r to g van Alba
en den H eer van P r a a t , drie R id -
ders van ’ t Guide V l i e s , tot Kame-
r ik , uitgeleid. D e K e iz e r , federt door
G e o rg van S e lv e , Bisfchop van L a -
vaur, uit den naam van Koning François
ve rzog t zynde om de gedaane
beloften (3_) tyegens Milanen te be-(3)Djn!6J
krachtigen , g a f ten antwoord ; dat
hy de zaak met zynen Raad zoude
F 5'3is<
, en hieldt dezelve zoolang
fleepende, tot h y , ziende ’s Koning
hulp in ’t ftillen der beroerte
niet noodig te hebben , naar ’t ge-
tüigen der Franfche Schryveren ; de
zelve geheel verwierp.
D e Landvoogdes M a r ia , van ’s Keizers
koomft Verwittigd , beg af zieh
met al de Heeren van haar H o f
d e rw a a r t, haaren Broeder te Välen-
ehein v e rw e lk oom en d e , hiernaa kwa-
mcnze faamen, den negenentwintigften
( 4 ) van L o uwm a a n d , met äl denGlDio
fleep te Brusfel ; van waar de Kei-chtm“
z e r , in gezelfchap van den Roomfch-
koning , welke toen met tweeduizend HaraiAn;
mannen in Nederland gekoomen w a s ,
den zesden van Sprokkelmaand, met
de Landvoogde sfe, veeleh der Nederlandfche
G rooten en vierduizend mannen
, naar G en d trok , werd ende van
eenigen der Burgermeefteren eerlyk
ontfangen en in de Stad geleid.
Z ood ra zyne Majefteit met al z y ö
gevolg binnen w'as , en ftraks alle
poorten van de Stad bezet h a d t ,
fpande hy den Raad van V ia an d re ,
en beval ’s Lands Voorfpraak den
eifch tegen de Wederfpannigen op te
maaken. D e e s , toen de oude voorrechten
der Gendtenaaren onderzogt
en wederleid w a r e n , v e rk ia a rd e , dat
de oproerige Stedelingen, om hunne
m u ltc ry cn , niet alleen alle Vryheden
ea
i f f o en Voorrechten vcrlooren , maar ze lf
■ ■ hun leeven en hunne goederen verbeurd
hadden , verzoekende dierhalven
den Keizer het vonnis naar gelegenheid
der zaaken te willen uit-
fpreeken. D e Voorfpraak dier Stad
het b ed ry f der Stedelingen beft doen-
ly k verfchoond, en door zagte woorden
en fmeekingen genade van den
zagtmoedigen Keizer te verwerven
ge zo g t hebbende , heeft zyne Majefteit
, het ftuk met de Ridderen van
’ t G u id e Vlies en zyn e Raaden ryp-
ly k overwoogen zynde , e in d e ly k , den
(OHentc- laatften ( i ) van Grasmaand , dit von-
Anttt'.Lib.f's. geveld ; dat de Stad G e n d , om
verbreeken haarer trouwe en
ralftnnai.’t ftigten van op roe r , fchuMig was aan
T om . I . misdaad van gefchonde Hoogheid , en
foi.di6. dierhalven haare V o o r r e c h te n , V r y heden
en Gewoonten verbeurd h a d t ,
we lk en ook van nu aan voor altyd
vernietigd zouden zyn , tot zöoverre ,
dat de volgende Graaven van Viaandre
, by hunne huldiging te G e n d , niet
anders zouden bezweeren te onderhouden
, dan de nieuwe wetten , welk
en de Keizer d e ' Stad lo ü d e voor-
fchryven. Vo o r ts dat de goederen ,
ink oomften, huizen , ’t gefchut en alle
krygsgereedfchappen , de groote k lok
Roeland genaamd, en alle dingen welken
de Stad o f de Gemeenfchappen
eigen w a r e n , aan ’s Keizers Schatkift
vervallen zouden zyn. Wyd e rs zouden
de Magiftraatsperfoonen , L o on -
trekkende R a a d e n , de G r i f f ie r , met
dertig van de aanzienlykfte Bürgeren ,
d eD e k e n der Weeveren en anderen in
’t zwart gekieed , omgord en bloods-
hoofds voor den Keizer k oomen, met
zieh brcngende uit ieder G ild e zes en
uit dat der Weeveren vyftig mannen,
en nog v y ftig van die in ’t laatfte oproer
Grefers genaamd w a r e n , welke
laatften, met een lang hemd over hunne
bloote lighaamen en met eenen ftrop
om den hals, op den beftemden tyd
v o o t den Keizer op hunne knien leg-
I/I. Veet.
gende met luider ftemme zouden zeg- tf4'»
g e n , dat hen de misdaad tegen den ' *
Keizer en de Landvoogdes leed w a s ,
datze in *t toekoomende gehoorzaam
zouden z y n , biddende om den wil van
Kriftus, dat de Keizer en Landvoogdes
hen zulks vergeeven , cn weder in gena-
de aanneemen wilden.
Hierenboven zou de Stad G end de
koften tot het ftillen haarer muiierye
gedaan, behalven het gene z y nog aan
de vierhonderddutzend guldens mogt
fchuldig z yn ,b e ta a len , en tot een eboe -
te vierhonderdcnvyftigduizend gu ld en s ,
midsgaders jaarlyks nog zesduizend guldens
opbrengen; ook zoude de betaaling
der jaarlykfche renten van v y fhon -
derdenvyftig ponden V la am fch , dieze
uit ’s Keizers Schatkamer, wegens eene
fchuld van Karel den S tou ten , H e r to g
van Borgonje, trok , geheel vernietigd
blyven ; eindelyk zoudenze de fleutels
van de poorten der Stad, en der G e -
vangenlsfen, midsgaders het ganfche gebied
den Keizer overgeeven , al hunne
fchulden betaalen , de Rytgraft voor al-
ly d , en de Veftgraften der Stad van de
Antwerpfche poort tot aan de Schelde
binnen drie maanden vullen , de poorten
, torens en muuren , die de Keizer
b e g e e rd e , a fb reek en, en toelaaten, dat
de fteenen tot het bouwen van een Kafteel,
ten teugel hunner muitzugt, ge=-
bruikr wierden. Wanneer de Stedelin-
gen dit alles gedaan Zotideh hebben ,
dan wilde zyne Majeftd t hen weder in
genade aanneemen. en allés ve rg e e v en ,
uitgezonderd die gevlugt o f gevangen
waren, welken de Ketzer naar zyn wel-
j gevallen zoude ftraffen.
D e Gendtenaars hier toe gedwongea
voldeeden eerlang ’s Keizers b egeerte,
en het vonnis in al zyn e punten, en
het is ter gedachtenisfe van dit g e v a l,
en om anderen tot hünnen plieht, in
’t betaalen der fchattingen aan hunnen
L a n d h e e r , te vermaanen , dat de
zes nevenftaande penningen gemäakt
zyn.
I. De