tei til«-S i l i
: 1 11|« Î0
1 '' ■ tefe'-ï
ivaarclen van V zdve. 70. a
— (ioomi te Bon, en wordt aldaar door Her-
man, Keurvorß van Keulen, heerlyk ontfangen.
7 5 - b
------ verzamelt een Leger tegen zyne vyanden, en
irekt tegen den Hertog van Kleef op. 75. b,
7 4 -'!
— — legpenningen daar op. 74 -7 f
verovert de Stad Duurenßormenderhand, en
zyne zagtmoedigheid omirent de Vrouwen en Kinder
s. 76.a
— — . maakt zich meeßervan V geheele Hertogdom
vanGulik. 76. b
_— valt in Gelderland, hemagtigt Roermond, en
belegert Venlo. 76.3. b
— ontfangt eindelyk den Hertog van Kleef, die
den Keizer ie voet valt, in genade , verdraagt
ztch met den zelven , en op welke voorwaarden.
77. a .b
— laat zich door den Prim Renatus van Oranje
in de Stedenvan Gelderlanden vanZutfeen hul-
• digen. 78.3. b
— Nederlandfche Rekenpenningen op die
aangegaane Vreede. 78.79
— wil met een Leger van fesiigduizend mannen
tegen den Turk optrekken, maar wordt daar in verhinderd.
81 . a
— begeeft zich naar Henegouwe, en laat Guife
enLandrecytegelykbelegeren. 8 r .b
koomt van Quenoy in't Leger voor Landrecy,
om eene Veldßagmet Koning François te waagen,
maar wordt door een listig af trekken van denzelven
uitgeßreeken. 81. b
■ valt op de vyandlyke agterhoede, tot de nacht
het gevegt fcheidt. 8 r .b
— — op welke wyze hy de burgery van Kamerik heeft
verfchalkt, aldaar een Kaßeel gebouwd, en bezetting
in't zelve gelegd. 82. a
■■ verbindPzich nader met Willem, Hertogvan
Kleef, envoorwaardenvandieverbintenisfe: 82.
b .S j .a
— zyne intreede te Luik, en handel aldaar met de
aangeboodeneStadsßeutele». 8 ?.a
------ vervolgtzynereis naar Duitsland. S3.b
- - doet zyne intreede te Spier. 84. b
Chateau Thierry toe, en brengt daar door Parys
vigentegenßandtebieden. S f .a .b
- — befluit aldaar omtrent het ftuk van den
— ■ • gaat een afzonderlyk Verbond met den Keurvorft
van Sakfen aan, envoorwaarden van'tzelve.
86,a
—^ verwekt door den Ryksdag ie Spier veel onge-
noegens by de Roomsgezinden, en hoe zich by de zelven
ver ont fcbuldigt. 8ö.b
— ftuit den Vreede met den Koning vanDeenmar-
kc,en op welke voorwaarden. 89.2
■ trekt op naar Lotteringe, koomt te Mels, en
ontfangt aldaar tyding van eenen gewonnenfiagin
Italie. 95. b
- wordt door het agterblyvenvandtnEngelfcben
Koningbelet regtnaar Parystetrekken, verovert
Commercy en Ligny, en belegert S^. Dezir. 94.
a.b
wil recht op Parys nevens Koning Hendrik
aantrekken, 'tgenedoor Hendrik, die eerft Bou-
Imft wilde overmeefteren, wordt verhinderd.97.
—— trekt met zyn Leger Vrankryk in, tot aan
trekt voor Soisfons, wdke Stadzich aan hem
overgeeft. 98. a
Jluit den Vreede met Koning François, en deszelfs
voorwaarden. 98.3.b. 9 9 .a. b. 100. a.b.
lo i.a .b
— reiß naar de Nederlanden, enwordt ie Brusfel
met groote vreugde ingehaald. I o i . b
— wordt benevens zyne Zuster Eleonora, Koningin
van Vrankryk , cn den Hertog van Oj leans
zeer prächtig te Brusfel ontfangen. 104. a
— geeft Plakkaaten uit tòt demping der Ketterye
inde Neder landen, en andere totverbeteringvan't
leevensgedrag der Priefteren enz. \ 07. a
des zelfs grooie zorg ea genegenheid tot het
108.a. b. 109.a.b
— — koomi met den Kardinaal Farnefe op den Ryksdag
te Worms , om den oorlog tegen die van den
IKrvormden Godsdienft aante ftooken. i i o .b
den Keizer voordt een Natuurlyke Zoon,
Don Jan van Ooftenryk genaamd, gebooren, en
een Zoonszoon ait Philips en Maria van Portugal,
Karel genaamd. 1 15 . a.b
■ ■ hy fpreekt by den Landgraaf van Hesfen ten
voordeele van den gevangen Hertog Hendrik van
Bronswyk. 119. a
■ zonderling antwoord door den Kcizer aan de
Franfche Gezanten gegeeven. 121. a
— . is opde Ooftvriezen zeer vertoomd,en waarom.
125.a .b .
■ doet eenen zwaaren togt, ter bevreediginge
der Kerke, naar Utrecht, en penning, met dit opzigt
aldaar gemaakt. 123. b
— wordt tot Utrecht met het toortslichtingebaald.
»24.3
■■ houdt aldaar naar eenen prächtigen omgang
de vergadering der Guldevlies Ordere , en ver-
kieft tweeéniwintig nieuwe Ridders. 127. a. b
1 2 6 .a
— ~ wordt te Aarnbem , Zutfeen , 'Nimmegen
enz.plechtig tot Hertog en Graaf van Gelder gehuldigd.
126. b
— zyne penning op V bevreedigen dier Landen,
126.b
•»— wordt mede in 'I Vreed-sverhond tusfchen
de Koningen François en Hendrik begreepen.
128.a
— fluit met den Paus een Verbond tegen de Hervormde
Vorften, en neemt veel volks aan. 128. b
koomt fe Spier,enftremt aldaar de Recbtsvordering
tegen Alfonfus Diazius, die zynen Broeder
Jan Diazius wreedelyk om 't aanneemen
van't Hervormde Geloof hadt vermoord. î 40. a
— . voltrekt, om de Vorften van Duitsland it
ontzenuwen, te Regensburg twee huuwlyken zyner
Nigten , Dochteren des Roomfchkonings,
met Albert Hertog van Beijere, en met Willem,
Hertog van GuUk en Kleef, welken hy
met de vrouwelyke opvolginge , zoo wel als
manlyke, in deszelfs 'Staaten > uit dit huuwlyk te
verwekken, begiftigt. i40.b
— wapent zich op bet kragtigfle tegen de Her-
- vormde Vorflen, en wil zyn voorneemen voer dat
hy volkoomeninftaat was, niet openbaaren. 141.3.
b . i 4 7 .a
—— bekleedt, naa den dood van den Hertog van
Orleans,zynen Zoon Philips, en deszelfs Manlyke
lykr Naakoomelingen weder met het Hertogdom
van Milanen. i 4 1 . b
— — recht een Verbond met den Paus op tegen de
Virften van 't Smalkaldifche Verband, en om
de Ketters met geweld van Wapenen te dwingen.
144. b
------ vertooning door de Vorften van het Smalkaldijche
Verbond aan den Keizer, wegens zy-
nenonbiliyken handel, gedaan. 145. b. 146.3
•------ is te Regensburg in gevaar van beklemd te
worden, indien de verbondene Vorften zulks hadden
gezogt te doen. 146.3. 148.3
— ftookt de Hertogen van Sakfen, Maurits en
Auguftus op, om de Landen van Keurvorft Jan
Frederik aan te taften en in bezittinge teneemen.
148.3
----- is in groot gevaar van door de Smalkaldifche
Bondgenooten te worden aangegreepen, verfterkt
daarom zyn Leger , en zegt met zyne Krygsknegten
te Willen leeven en fterven. 151.3
■ verovert Nieuwburg. 151.3
" raakt met den vyand handgemeen maar 'lgevegt
wordt afgebrooken. 151.3
" is nevens den Heriog van Aibain groot gevaar
van door den vyand by Ulm beklemd ie worden
172.3
laat zynen aanflag op Ulm fteeken. 172.3
•------ Ulm, Halen Heilbron verzoeken vergifenis
by den Keizer, en verkrygen dezelve. 153.6
— ------ zoo doen ook andere Steden en Vorften
162. a.b. 1Ö6.a. 169.3
•----- trekt tegen Job. Frederik , Keurvorft van
Sakfen, te velde. 196. b
ftaat deszelfs Leger, en krygt den Keurvorft
'angen. 170. a, b
— '— zyn gedenkpenning daar op. 170
— 27« antwoord op het verzoek van den gevangen
Keurvorft. 17 1 .3
— laat den Keurvorft het vonnis des doods voorleezen,
doch verändert het zelve, en fchenkt den
zelven op zekere voorwaarden het heven. 1 7 1. b .
i7 2 .a
— neemt Wittenberginbezittinge. 174 .3.b
hy ontbiedt den Schilder Lukas Cranach uit
' ' - in zyn leger, wil den zelven zyne
gunft bewyzen, en antwoord van den Schilder.
177. a. b
— bezigtigt Wittemberg, en vertrooft de Keurvor
ft'in. 176. a
----- eifchtvanden Landgraaf van Heffen, dal
dezelve zich en zyne Landen, zonder eenig beding
enz. aan den Keizer overgeeve, fluit met
denzelven eenige voorwaarden, welke door Perrenot
vervalfcht worden, en de Keizer houdt den
Landgraaf tegen beloften gevangen. 176. a .b .
177. a. b. 178. a. b
— geeft de Stad Wittemberg aan Hertog Mau-
rits over. 176. b
— zyn gedenkpenning op het dempen van den
Smalkaldifchen Kryg , en gevavgeneeming van
den Keurvorß van Sakfen, en van den Landgraaf
van Heffen. 178. b
trekt groote Jommen gelds uit de botien der
genen welken het Smalkaldifche verbond hadden
begunftigd. 181. a
•— doet die van Maagdenburg , by openbaare
fchriften in den ban. 181. b
r hoe met het veroverde en overgeleverde gefchut,
tot vyfhonderd ftukken loe, heeft gehandeld.
i8 r . b
— zyne gedenkpenningen op deeze overwinnsA*
gen. 182. 183.
voert de gevangene Vorften ais in zegepraal
om. 183. a 207. b. 208. a
krygt verfchil met den Paus over ’tvcrleggen
der Kerklyke Vergaderinge vanTrente naar Boa-
27» moedig antwoord aan den Paus, op deszelfs
bedreiging met den ban. 184, a .b
■----- befchryft eenen Ryksdag te Augsburg, verfcbynt
aldaar,en wat aan de Vergaderinge heeft
laaten voorftellen. 187. a .b
wil den Landgraaf van Heffen op geener*
ley voorfpraake zyneontfiaagingvergunmn. 190.
a. b
' laat te Rome de Kerkvergadering van Boulonje
nietig en onwettig verklaaren. kji. a
door drie Geleerden eene fchikking omirent
alle twiftingen in den Godsdienft opftellen,
en wil het zoogenaamde ad interim In Duitsland
invoeren. 192. a .b . 193. a .b
bekleedt te Augsburg den Hertog Mauriis
P^^g'^^glyk met de Landen en met het Kcurvor-
flendom van Sakfen. 198. a. b. 199. a
legt Mulei Haffemverdreeven en blinden Koning
van Tunis een jaargeld toe. 202. a. b
laat den Geeftlyken eenige regels tot verbetering
der Kerken voorleezen, en inhoud der zelven,
202.b. 203.a.b
zoekt zynen Broeder Ferdinand te beweegen,
dat zich niet aankante tegen de verheffing van
Ph'ilips , zynenZoQH , tot de Keizerlyke Waar-
digheid i en Staatkandige handel van Ferdinand
daar omirent. 203. b
belooft zyne oudfte Dochter Maria aan Maximiliaan
, Zoon van zynen Broeder Ferdinand,
ten huuwlyk. 204.3
■ verwekt door zyn weiffelen cmirent het ad
incerim veel nadenkens by de Hervormde Vor-
pm . waarom zich de Keurvorften van Sakfen
en van Brandenburg nader vereenigen. 205.3
krygt van de Stenden des Ryks eenen aanmerkelyken
onderftand in geld tot de gemeene nood-
zaakelykbeden des Ryks. 207.3
ftaat, ait eene byzondere goedheid toe dat al
de Nederlanden enz. als onder het Ryk behoorende,
hun aandeel in de gemeene Ryksfchatt'inge
zullen opbrengen. 20Ö. a. b
•— mder verklaaring des Keizers omirent de
Nederlandfche Geweften, en Vorflen of Heeren
cier zelven, ten opzicht op het voorgaande. 207.
a. b
— koomt met groot gevolg , en de gevangene
Duitfche Vorften, in de Nederlanden. 207. b
zelven aldaar
a*, b.
f by zyne Zufter, de Landvoogdes,-en
doet zyne intreede te Bruffl. 209. a
eifcbt van de Nederlanden de bekrachtiging
van den Augsburgfchen handel, en der inlyvin-
ge der zelve Nederlanden in den Borgonjlhen
Kreits, tot een Lid van't Duitfche Ryk. Hoe
zulks in de Nederlanden is opgenomen geworden,
gevolgen en uitflag daar van. 2 17 . a. b. 216.
a. b. 217. a. b
die van Geldcrland en Zutfeen, koomen eindelyk
ook daar onder. 218. a% b
E e e e e e 2 — onu
ISiS;: ■
M
If I il