‘la * ; ”
ijiiri l|;:
« 4 8 Eeduurig voor oogen liieldt, heeft hy, om het gebied van den dood aan te wyzen, op het
---------- agterlluk eene brandende lamp , ftaande op een doodshoofd, en dit weder op een boek,
doen ftellen; bediedende, dat als onze leevensgeeften verteerd zyn , dan de dood volgt, en
dat de menfch moet ruften op het verbond van onzen Zaligmaaker , om door deezen weg
tot een beter leeven over te gaan, en', opdat wy geen uitftel zouden neemen, is deeze
fpreuk in de Poolfchc taal ter verklaaringe in den rand gefteld;
P R A W O Z Ü W E C I I E E.
[D E D O O D ] E I SCHT RE CHT VAN A L D A T LEEFT.
H e t fterven van Koning Sigismund
verhinderde het toen te Augsburg hangende
geding over den Grootmeefter
der Duitfche Ordere in Pruisfe, Mark graaf
Albert van Brandenburg , welke
het Lutherfche G e lo o f aangenoomen ,en,
01 ii.decl gelyk voorheen ( i ) gemeld i s , ' den
Koning van Pooien met her afleggen van
den eed voor Leenheer erkend hadt, en
daarom van den Keizer cn van fommige
Vorften gehaat, cn door het Kamergericht
in den ban des Ryks gedaan was,
onder voorwendfel dat de Grootmeefter
■ der Duitfche ordere een Leenman van
’c Keizerryk was. Dew y l Koning Sigismund
op verfcheidene Ryksdagen tot
het ontheffen van dien ban vrugtloos
gearbeid h ad t, vervolgde hy thans zynen
eifch te A u g sb u rg , betoonende , door
(4)Sleida-het hoofd ( x ) zyns Gezantfchaps Sta-
Sie'ä.'F'e nislaus Laskus, geheel omftandig, uit wel-
oorzaake de Koningen van Pooien ze-
Ra'p*’pig. ker recht op de zelve Landen van over-
ioS.&tc9. bezeten hadden,en dat zulks
oo k door Keizer Maximiliaan voor zich
en zyne Naakoomelingen toegeftemd
w a s ; verzoekende dierhalven , dat de
gemelde ban vernietigd zoude worden.
Insgelyks begeerde h y , dat de Steden
Danzich en FJbirg e , wyl hy alleen aanfpraak
op de zelven hadt, niet meer op
de Ryksdagen mogten befchreeven worden.
Als de Keizer dit vertoog gehoord
h ad t, heeft hy het zelve den Staaten des
R y k s voorgedraagen , en een affchrift
gegeeven aan Wolfgang den Grnotmee-
fter in het andere deel van Pruisfe, welk
e de voorgaande redenvoering in alle
punten wede rlei,en t’evens aanwees, hoe
z y in het gemelde l.an d niet door de
Koningen van P o o le , maar door de hulp
der Pauzen en Keizcren, geveftigd waren,
en dat Kazimir hen, buiten kennisfe van
den Paus, Keizer en Stenden des R y k s ,
tot het tekenen van een ongeoorlofd
/erdrag gedwongen hadt ; ja dat de
Markgraaf A lb e r t, wyl de Paus noch de
Keizer zulks niet goed vonden, zich de
befcherminge des R y k s niet mogt ont-
trekken, veel minder den eed als L e en man
aan Pooien afleggen , wyl hy zelf
voorheen zitting op den Ryksdag genoomen
h ad t; hieruit b le e k , dat de Koningen
van Poole , die alle verbintenisfen
zonder oorzaake verbrooken hadden ,
geen recht op Pruisfe bezaten. W at de
Steden Danzich en Elbinge b e tro f, die
behoorden onder het Duitfche R y k , en
de Koning van Pooien hadt geen recht
op de zelven, dan ’tgene hy door meineedigheid
der Bürgeren verkreegen
hadt.
Wanneer dees w'oordenftryd eenigen
tyd hevig over en weder geloopen hadt,
en de verkoozene Scheidslieden be-
fchroomd waren het vonnis uit te fpreek
en , en dierhalven de zaak aan den Keizer
overgegeeven hadden , is de voon -
gang verhinderd door den dood van Koning
Sigismund, om wiens rouwbeklag
a f te leggen de Keizer en Roomfchkoning
ftraks hunne Gezanten aan den eenigen
Zoon en Opvolger afvaardigdcn; wandt
dees hadt eene Dochter van den laatften
ten huuwelyk gehad. Sigismund Augustus
( 3 ) dus den Koninglyken Schepter
(jlSt.S.t-
nidi An-
nal-Polo-
nìc. Apud
J. Dlugot-
ium.
Scripf-
Hift Polonie.
van den Vader ontfangende, o f liever
voorheen verkreegen hebbende, w y lh y
reeds agttien jaaren het gebied nevens
den zelven gevoerd hadt,thans alleen be-
hieldr, en ten troon geklommen, zyn Ryk
Tom-
II. fol-
,1,1-&
un-
1^48 met groot verilandenniet minderen voor-
— fpoed regeerde , geefc my gelegenheid
om zynen aanmerkelyken pronkpenning
hier by zyne verheffing des te eerder te
vertoonen ; omdat de Hervorming der
Kerke by zyn leeven in Poole zo o vreedzaam
d o o rd ron g , dat ’er o m ’t G e lo o f 1^48
geen menfch vervolgd noch druppel ^
bloeds vergooten w ie r d t , des hy dierhalven
alleen onder al de Kriilenvoriten,
die zich daardoor bevlekt hebben , eene
onilcrflyke eerekrans verdiende.
Rondom het borllbeeld van deezen edelmoedigen Koning, dat op het eerile deel met
III. DeeL E e e eene
I;
V II- w '.- 'A
.ifL .
| l ! 4 . r t i ‘
!iil
.t'ijrl j - , . ;