M
l y j S ge andere penningen bevonden heb , door den bekenden Luckius haar zyn welgevallen ver- 1558
f.)M=ze-' “ ooHerd is , heeftmen , naar ’t gevoelen van eenen der voornaamfte ( i ) Franfche liif to r i- *
rayHift. fchryveren, ter gedachtenisfe van het huuwelyk des Doifyns gemaakt ; op het eerfte deel
Tofenfe zionien 's Konings geharnafte borftftuk, binnen deezen letterkring ;
fol. 1 149,
H E N R I C V S H. G A L L I A R V M R E X I N V I C T I S S jm os •
P a t e r P a t r i æ ,
H E N D R IK D E I I K O N IN G D E R F R A N S E N , D E ON V ER .
W IN N E L T K S T E , V A D ER D E S V A D ER L A N D S .
Het andere deel voert eenen ring , het zinnebeeld van ’t huuwelyk des Doifyns en der
Koninginne van Schotland, binnen den zelven eenen Aardbol, voorzien met eenen Palmtak
voor de Overwinning en eenen OJyftak vooi' clen Vreed e, die kort hiernaa volgde; onder
zietmen eenen Dolfyn, welke alles op den rüg torfl; ; wandt door deeze Echtverbintenis
meende hy Schotland raet Vran!a-yk te vereenigen , het welke zyn Grootvader , Koning
François, reeds in ’t oog hadt, toen dees het zelve Ryk onder zyne befcherming, en dé
Erfgenaame by zich in Vrankryk, nam; dei die randfchrift als uic zynen mond fchynt voore
te koomen ;
P A C A T V M I P S E R E G A M À V I T I S V I R T V T I B V S
O R B E M .
I K Z E L V E Z A L D I T B E V R E E D IG D E R O N D M E T D É
D E U G D E N M IN E R V O O R O U D E R E N R E G E E R E N .
Geduurende de Huuwelyksvreugde
hadt Kriftina, W ed uw e des Hertogen
van L o t te r in g e , en eige Nigt van Koning
P h ilip s , vryheid van den Franfchen
Koning g ek re e g en , om uit N e derland
naar Peronne haaren Z o o n , den
Jongen H e r to g van Lotteringe , welke,
federt het winnen van M e t z , T o u l en
V e rd u in , in V rank ryk gebleeven was,
(llDaniel te koomen zien. D e Vorilin ( x ) wierdt
S c ? op ‘1“®“ r®«e verzeld door den Bis-
te'te-trecht G ran v e lle , en de
&feq. Jonge H e r to g door den Kardinaal van
Lotteringe. D e e ze twee G e e ftlyk en ,
die veei by de Koningen vermogten ,
hadden verfcheidene onderhandelingen,
welken den w eg tot den aanftaandeii
V re ed e baanden ; wandt G ran v e lle ,
zyn misnoegen over den verderflyken
Kry g der twee Vorften betoond hebb
en d e , zeide den Kardinaal onder anderen
, dat h y , mids de tweedragt niet
alleen den T u r k maar z e lf de Ketterye
voordeelig w a s, bedugt voor de fchriklyke
gevolgen , alles zoude aanwenden
om de R yk en van dit aigemeen bederf'
te bevryden. Ais Granvelle befpeurdej
dat deeze aanfpraak den Kardinaal behaagde
, voer hy v o o r r , raet te toonen
, dat het goed g e v o lg , wyl de
Kardinaal in den Raad , en des zelfs
Broeder Guife door groote daaden
zeer gezien was, veel van h em a fh in g j
te m e e r , omdat de Coneftabel en de
Z ee voo gd Coligny riog gevangen bleeven
, zulks er geene zwaarigheid over-
bleef dar. voor Dan d e lot, welke om
zyne verdienften van den Koning zeer
bemind, en in ftaat was om het ganfche
ontwerp te b ed e rv en , omdat de zelve
zoo veel geneegenheid voor den H e r vormden
Godsdienft hadt, dat hy dien
zyne Hoplieden en Krygslieden le erde,
en dus een oneindig getal van menfchen
befmettede, ja dat men brieven van
den z e lv en , aan den gevangen Z e e voogd
gefchreeven, onderfchept had t,
in welken op eene fchandelyke w y z e
van de Misfe gefprooken w ie rd t ; dierhalven
moeftmen, om den Roomfchen
Godsdienft te behoud en, wyl hy uit
den mond zyns Konings fp r a k , den
Over-
# 5 8 Overften Dandelot van kant helpen;
hot welke de Kardinaal op zich nam,
en eerlang ten deele volvoerde. V e r volgens
oo k eenige voorftelten tot den
V re ed e door de Hertogin van L o tte ringe
gedaan z yn d e , fcheiddenzC, mids
de tyd van haar Verblyf te Peronne ,
öm het werk verder voort te ze tten ,
te kort was, Van elkanderen.
T e rw y l de Kardinaal den Overften
Dandelot om ’t verachten der Misfe in
ongenade van den Koning brag t, hadt
zyn B r o e d e r , de H e r to g van G u i f e ,
eenen nieuwen aanllag ontworpen, en
tot dit einde vyfduizend Ruiters en
veertienduizend ( i ) Voetknegten in
Deezen wierden
gebied des Hertogen van
tu Hin.
der Nederi
door Uuicsland geworven.
Xteera onder het
tei. IS, Lu nenbe rg, en eenen Z o o n des Land-
graaven van H e s fen , midsgaders ande*
re O v e r fte n , naar M e tz ge vo e rd , en
van daar door den H e e r van Boürdil-
lon , mec de bezettingen der naafte
plaatfen en eenige andere Benden tot
omtrent dertigduizend M an n en , Bonder
toeven voor Diedenhove geworpen,
eene fterke S tad , in laag land, en op
den_ oever van de Moezel gelegen ;
glHoofts zulks de H eer van Montluk, ( i ) die in
Iandfche plaatfe van Dandelot gefteld w a s ,
Diü.fo!. verkiaarde nooit in eenig beleg met
mindere hoope van veroveringe geweeft
te zyn. O o k waren ’er binnen omtrent ag-
tienhonderd Mannen te v o e t , en tweehonderd
te paerd, onder het bevel van
Pieter van Q uad ereb be, Edelman van
Lo ven . Hec gewigt der plaatfe wierdt
zoo geoordeelt, dac de G ra a f van Hoorn
z ich verftoutte i om nog drie oude
Spaanfche Vaandels by den nacht binnen
te brengen, maar wierdt met verlies
afgeweezen. T w e e dagen laater
beftonden ook vier Nederlandfche en
Naamfche Vaandels, met vyftig Ruiteren
, door te b re e k en , doch mede te
vergeefs.
D e H e r to g van Guife ’t Opperleger-
hoofd verdeelde de wyken z o o , dat
hy aan de eeiie zyde ( 3 ) van den
France Scroom, en de H e rtog van Nevers met
Maarfchalk Strozzi aan de andere
^yde naar Lo tteringe lag ; de H e r to g
van Nemours en de Heer van Jamets , i y j8
met de Mannen van Wapenen en ligte --------
Ruiteren, ftoegen zich op den w eg naar
M e tz en Lukfemburg n e d e r , om de
Belegeraars te dekken ; en d ewy l de
Moezel thans zeer la a g . en dierhalven
doorwaadbaar w a s, wie rdt de Stad van
dien kant aangetaft; maar het hevig
fchieten der Stedelingen dw on g de
Belegeraars van daar te wyken-, en de
plaats aan de andere zyd e door graaven
en ondermynen te benaauwen; in
’t welke het beleid van ( 4 ) Montluc friJroofti
by uitneemendheid te ftaade kwam ; S S j . ,
wyl dees de genaakgraven mer ver-
fcheidene armen, zo o ler regter als ihn-niHHia.’ '
ker z y d e , deedr fteeken ; ’t welke fe-
dert met groot voordeel in gebruik ge-
raakt i s , ftrekkehde tot berging van
’t Krygsvolk, om d e graavers by ty d en .
van overval te v e rd e ed ig en , waarlyk
hier niet te v e rg eefs , alzoo die van binnen
, onverwagts uitkoomende, zich meefter
der werken gemaakt zouden hebben
, indienze uit dee ze fchuilhoeken
niet zo o onzagt in de zyde getroffen
waren gew e e ft, datze met verlies Stede-
waart deinsden; D e Belegeraars federt
agt dagen met graaven verfleeten hebbende,
maakre Montluc zich door een
hachlyk gevegt meefter van zekeren to-
ren en eenige daar naaft gebouwd e
kuiien, en bragt eindelyk met niet weinig
gevaars de delvers en Krygsknegten
zoo digt onder de V e ften , dat Quaderebbe
, bevreesd om den ftorm a f te
wagten , in onderhandeling van overle-
veringe tradt , en den volgenden dag*
den drieentwintigften van Weidemaand,
naa een beleg van drie w e e k en , op dit
beding uittrok ; dat de Bezetting met
haar geweer en haar pakkaadje, de Inwooners
met hunne roerende goederen
zouden uittrekken, de Stad, Vrouwen
en Maagden ongefchonden , en
her Kry g stu ig , voorraad en de Vaan-
dels agter blyven , midsgaders datmen
hen Wagens en k arren, om de v ermink.
ten o f gewonden in veiligheid te brengen
, leenen zouden. H o ew e l ’er niet
meer dan vierhonderd der Belegeraaren
gefneuveld w a r e n , echter was hen de
P p p p p X dood
i f f -
6
lii":
l i f e •
| 7'i!
■'fei,
■te k
[■■Itei -
Mi-.' ■
fi- ,
!'■[
.fil
fife
[ f i
i "
iiirS^
ri".
fete
lifi-
'ì: ■