■Ill
ph t 'I *
(il
I # ' " » ' i
telfJl
I H J -
1 ' .5 - .
¡ ¡ f f dam; Adriaan Stalpaart, Ambachtsheer
'■ van Ruiven; Klaas van Asfendelft, Am bachtsheer
van ’s Graavenmoer; Jan
van Almond e, Ambachtsheer van Boe-
kelsdyk en van B lo em en d yk ; Antoni
e a r lie r , aigemeen Overfte der M un te ,
Ambachtsheer van Hoogblokland. H e t ly y y
weike ik wat breeder heb willen ver-
melden, om den rekenpenning van den
laatftgemelden Overften der Keizerlyke
Munthuizen in Nederland hier gevoegea
ly k te können vertoonen.
Rondom zyn wapenfchild , dat met den Ridderljken helm verfierd op het eerfte deei
gefteld i s , leeftmen deezen leccerzoom ;
A N T H o in E C A R L I E R G eN e k A L D E S M O N N o y es
D E L ’ E M P e seu e .
ANTONI CARLIER ALGEMEEN OVERSTE DER MÜN-
TEN VAN DEN KEIZER.
Het ruitwapen zyner Gemaalinne , die ik niet heb können opfpeuren, ftaat op het an,
fOEaang. dere deel binnen deeze nit de Heilige Bladeren ( i ) ontleende fpreuk ;
van Mat*
x ' x S : C E Q.UE D IE V C O N IO M E T , H O M M E N E S E P A R E . ij48.
•T GENE GOD SAAMEN GEVOEGD HEEFT, SCHEIDE
■ DE MENSCH NIET. iffB.
(i, Utfo-
l u t i e v a n
« leH e e r e n
S t a a t e n
v a n H o ll,
d e n 7 . O c -
(obi.Tsssi
( 5 ) G o u t-
h o e v c n
C h r o n .
v a n H o ll,
f o l . ö i o .
U it de eerilgemelde Edelen verfcheenen
doorgaans maar eenige weinigen op
den Dagvaart, gelyk op ’s Keizers fchryven
als Gemagtigden van allen, den ze venden
( 2 ) van Wynmaand in ’s Graa-
venhaage , deeze voorgemelde Heeren
ter vergaderinge kwamen. G e r r it, Heer
van Asfendelft en Heemskerk, voorzic-
tende Raad in den H o v e van H o llan d ;
A rend van Duivenvoorde ; Jacob van
D u iv en vo o rd e , Heer van Opdam ; A -
driaan van Matenesfe, Ridders: Willem
van L o k h o r f t , en Otto van Egmond.
B y welken anderen ( 3 ) nog voegen ,
G e r r it van Poelgeett , H e e r van Hoo-
made; en Jacob O om , H eer van Wyn -
gaarde; als Edelen van den Landen van
Holland en Weftvriesland, voor zich zelven
en vervangende alle andere Edelen,
midsgaders de kleine Steden , en platte
Landen van het zelve G ew eft. Wegens
de zes groote Steden waren tcgenwoord
ig , van Dordrecht ,W illem BlocquetBla-
fiusz, en Meefter Willem Schooc Loon-
trekkende Raad ; van Haarlem Adriaan
Klaasz Schatbezorger, en Meefter L am bert
Jacobsz L oontrekkende Raad ; van
Delft Jan Sasbout Burgermeefter , en
Meefter Jacob van der Eynde L o ontrek kende
Raad ; van Le yd en G e r r it Beukel-
fen , en Klaas Reijersz. Burgermeefters,
met Jacob de Milde Geheimfchryver5
van Amfterdam G e r r it Klaasfen Burgermeefter,
en Meefter Adriaan Sandelyn
L o ontrekkende Raad ; en van Gouda
Jan Dierk sz Hoens Burgermeefter.
D e eze Gemagtigden der Edelen en
Steden , verbeeldende de Staaten van
Holland en Weftvriesland, verklaarden,
datze , volgens den goeden w il en de be-'
liefie van de Keizerlyke Majefteit den natuurlyken
H e e r , aanttelden en magtig
maakten, wegens de E d e len , de H eeren
Adriaan van Matenesfe, O tto van Asfen-
delft j
If f f delfr, He e r van Goudr iaan, en Willem
— van L o k h o r f t ; en wegens de zes groote
S ted en , naamenlyk van Dordrecht A d r iaan
vani Blyenburg S chout, Schrevel
Okkersz. Schatbezorger en Schepen, en
Meefter Kornelis van Hooghlande L o on -
trekkenden R a a d ; van Haarlem Dierk van
Paenderen Burgermeefter, Willem Kor-
nelisz. Gael S ch ep en , en Meefter Qui-
ryn D ie r k s i .; van Delft Jan Dierk Her-
paersz. Wtenbrouk Burgermeefter,Meefter
Quiryn Aren ts z., en Meefter A d r iaan
van Le yd en Loontrekkenden R a a d ;
V.in Le yden G errit Roelofsz. Burgermeefter,
Meefter Frans Adriaanz. Schep
e n , en Meefter Kornelis van Veen>
Loontrekkenden R a a d ; van Amfterdam
Meefter H end rik Dierksz. en Pieter Ganter
Burgermeefters, en Meefter Reinier
Swyn Loontrekkenden R a ad ; v anG ou-
' da Simon Gerritsz. B urgerme efte r, en
Job Fransz. Schepen ;om te bewilligen en
fljkero- te helpen in den afftand ( i ) en de over-
dtHeeren dragt. Welke de Keizerlyke Majefteit zou-
stMten g e ¿oen yan ^yn Lan d en ’t Graaffchap
jmio”' van Holland en Weftvriesland, ten behoetober
- — ......................
v e van zynen Z.oon den DoorluchtigÜen,
H ooggeboo ren Prins Philips Koning van
Eng eland, e n ,d e gemelde overdragt gedaan
zyn d e , van den Koning Philips den
behoorelyken e e d , dien zyne Koninglyke
Majefteit doen zal , te ontfangen, o f ,
aien hy voor zes jaaren deezen Landen
?S5Îte
Dordrecht gedaan heeft, te vernieuwen i f f j
midsgaders, om inde voornoemde Waardigheid
en op behoorlyke w y ze zyne K o ninglyke
Majefteit te huldigen , en eed
te doen o f te vernieuwen, als goede en
getrouwe Onderzaaten hunnen natuurlyken
Heere fchuldig zyn , en van waarde
te houden, 't gene door de voornoemde
Gemagtigden zoude bellooten worden.
Do ch aleer deeze Gemagtigden ten
H o v e veefcheenen, w a s ’s Keizers Z o o n
Philips Koning van Engeland en van
Napels, met eenige aanzienlyke Heeren
van dat R y k over Kales, den agtften
(x) van Herfftmaand, te Brusfel gekoo- g ? ? ] '
m e n , daar hy door den H ertog van Chron.
. . . - 1 j j vanBtab; Savoije binnen geleid , en door de foi, 349.
R eg e e rd e r s , Ambachten en G ild e n s ,
met brandende to o r tfen , ’ t luiden der
k lo k k e n , en andere vreugdetekenen,
midsgaders met eene onbefchryflyke
blydfchap van den Keizer ontfangen
wierdt. H e t gerügt van ’s Konings
uitmuntende deugden w akk e rd e het
verlangen der Nederlanderen, doorgaans
verflingerd op verandering van H e e r fchappye,
alengs meer naar de R eg e e ring
van den aanftaanden L and sheer,
en het fchynt uit deeze oorzaake, en
wegens den voorhanden zynde afftand
des Ke izers, dat de volgende penningen i
ZO O in opzigt van den lla d e r als van
den Z o o n , gemaakt zyn;
I Het borllbeeld van Plulips wordt, met d e G u ld e v l i e s Ordere cm den hals.op de voorzyde
van deezen konlligen gedenkpenning, . binnen dit randfchrift gevonden,
A 3 aa ä X E H I -