■£
■I Tliilsllu
i l ?
1 549 weerden. Als deezen handgemeen en
in ’t hevigfte van den ftryd waren, g a f
de Prins, die zulks met de Land voogdesfe
en andere Grooten en Edelvrouwen
van eene Opperzaal b e fch ouw d e ,
een teken om ’t gevegt te eind ig en,
en hierop, de gelegenheid der Sterkten
en benden bezien hebbende , trok hy
met een deftig en talryk g evolg van
allerley Landaard naar Brusfel, daar h y ,
den eerften van Grasmaand, buiten de
Lo ven fche poort door de Regeerders
en aanzienlykfte Stedelingen verwel-
lio om d , en binnen met pnbefchryfly-
ken toeftel van konftige G e ll ig te n ,
Beeid w e rk en , Opfchtiften en Vreug-
devuuren ontfangen w ie rd t; koomende
dus door den drang der juichgende G e meente
, en alom verfterde ftraaten, die
met Schild e ty en , koftelyke Kleederen
en Bloemfeftoenen behängen waren, tot
aan het H o f , daar de Prins van zyne
M oe ije Eleonora en van zynen Vader
den Keizer met tedere geneegenheid
ontfangen wierdt.
In deeze Stad met alle bedenkelyke
vermaaklykheden meer dan drie maanden
gefpild hebbende, b egaf de Keizer
zich met zynen Z o o n , de twee
Vorftinnen zyne Zuñeren en al zyn
t o Die H o f , den vierden ( i ) van Hooimaand,
C t o n ' L o v e n , de oudfte Hoofdftad van
vm™*. B rab an t, om den Prins voor aanftaan-
fol-16?- H c r to g te doen huldigen. T o t dit
einde gaf de Keizer den Staaten de
oorzaak van zyn voorneemen te kennen
, b etuigend e, dat hy , om zyne
c'-toudc Erfnederlanden ( 2 ) en zyne daar ge-
Srmiyt* gettouwe Onderzaaten de gocje
p>?. de en oprechte iiefde en geneegenheid,
die hy hen altyd betoond hadt, te bewy
zen , niet anders begeerde dan ’ t gene
hunne gemeene welvaart, ru ft, vreede
en zekerheid aanging ; dierhalven
zynen lieven en zeer beminden Z o o n ,
den Prins van S p anje, derwaart ontbooden
en doen koomen h a d t , opdat
dc zelve de Nederlanden z ie n , onderzoeken
en kennen , en den Ingezetenen
ook de zonderlinge iiefde en geneegenheid,
d ie hy hen toed roeg,betoonen
m o g t , opdat de zelven des te ,54^
meer aan zynen Z o o n , als hunnen toe- ■
koomenden Heer en V o r ft , geneegen en
verbonden blyven zouden ; om w e lk e
en andere redens hy beflooten h a d t ,
dien te doen ontfangen , huldigen en
zweeren by de Staaten en L e d en van
al zyne Nederlanden en onder anderen
by de G e e ftly k e n , Edelen en vier
Hoofdfteden van ’ t Hertogdom Brabant
voor hunnen toekoomenden , natuurlyken
V o r ft en H eer , om by den
z e lv en , zyne Erven en Naakoomelingen,
naa ’s Keizers aflyvigheid, het gemelde
Land als oprechte en waarachtige H eer
te genieten..
Dees brief was op den zelven dag
door den Keizer en zynen Z o o n Philips
g e te k en d , dat de laatftgenoemde
te L o v en met de gewoone plechtigheid
voor aanftaanden H e r to g van
Brabant gehuldigd w ie r d t , beloovende
den Staaten met e ed e , { 3 ) voor
zich en zyne Naakoomelingen, voornaa- vmPM.
menlyk alle Vo orre ch ten , Vryheden enjpj^»™
Gewoonten te onderhouden en te b e -Km ? ?
waaren; den Landzaaten met geen g e - ’tHcrtog-
weld noch onrecht te zullen h an d e len ;"™ ™
geene oorlogen o f verpandingen, dan m 'tjau
met bewilliginge der Staaten, noch be-
lofcen tot nadeel der Landen o f Steden
, o f Rechten en Vryheden der
Landzaaten aan te gaan ; de wapens
van Lo tteringe , Brab ant, L im burg en
’t Markgraaffchap des Heiligen Ryk s
te v o e ren ; niemand tot zyne Raaden
van Brabant te verkiezen dan v roome
en goede lieden , die ’er gebooren
waren ; de Raadkamer op eene
gevoeglyke plaats te beleggen ; de R e kenkamer
, daarze geweeft i s , te houden
; de brieven in zoodaanige taale
als ’er gefprooken w ie r d t , daarze verkondigd
zouden w o rd en , te fch ry v en ;
alle Raaden , Amptenaaren , Bedienden
o f Regeerders in den L and e van
Brabant, zo o in de Steden als op de
Dorpen, te doen zw e e re n , datze geene
rechten om eenige gaven o f gefchenken
verdraaijen noch v e rk o r ten ,
maar armen en ryken naar verdienften
even
I5'49 even g elyk vonnisfen zouden ; c’evens
darze voor hunne bedieningen op geene
wyzen eenige gefchenken , geld o f
dienften gegeeven o f beloofd hadden ;
en die hier tegen mogten d o e n , zouden
nooit tot eenige waardigheid bekwaam
zyn ; het L an d van Limburg
en van Ove rmaas, midsgaders de Stad
^ Antwerpe , de Stad N iv e lle , gelyk
deezen geweeft z y n , voorts o o k , zo o verre
moogelyk w a s, hec L a n d en de
Stad Graave , de Landen van K u ik ,
Kt'sfel en O y c n , ten eeuwigen dage
met het Land van Brabant v e re en igd ,
en ongefcheiden te houden ; die van
• . Brabant in de Landen van Holland ,
Zeeland en alle anderen vreedzaam te
zullen laaten handelen en vaaren, mids
naar oude gewoonte de rechten betaalende
; de brieven te b e v e ilig en ,
welken de Stad ’s Hertogenbos van
Jan H e rtog van Brabant en van V ro u w
e Jacoba Gravinne van H o llan d , om
mec haare Koopmanfchappen en G o e deren
in Holland en Zeeland tolvry
te vaaren, verkreegen h a d t ; insgelyks
die van Geldcrland ; voorts dat alle
Nederlanders, mids de gewoone rechten
betaalende, vryelyk met elkanderen
zouden handelen en v e rk e e ren ;
geene munt te doen fla an , dan met
toeftemminge van ’s Lands Staa ten;
den Geeftlyken hec vermeerderen hunner
Landen en vafte Goederen le beletten
; niemand dan van een wettig
bedde eenige ampten te doen bekleeden
; die den vyanden hulp o f onderftand
verfchaffen , zouden ly f en goed
verbeuren; ja zoo de V o r ft de zulken
genade wilde verleenen, zoude die van
geene waarde zyn , en verder al het
ken b e lo o fd e , en om alle R e c h te n ,
Vryheden , GewoOncen , Gunltbrie-
ven en blyde Inkoomften, van de voorgaande
Hertogen en Hertoginnen van
Brabant verleend en g egee ven, eeuwig-
ly k v a f t , zeker en ongefchonden te
doen ftand grypen , bezweerende zulks
op ’t Heilig e Euangeli, voor zich en
zyne Opvolgeren , naa de aflyvigheid
zyns V a d e r s , onverbreekelyk te houden
en te doen onderhouden , en byaldien
hy o f zyne Naakoomelingen in
perfoon o f door anderen hier tegen
mogten doen, op w e lk e w y z e het zoude
z y n , ZOO g a f hy den Geeftlyken ,
E d e len , Steden en alle zyne Onderzaaten
vryheid om hem noch zyne
Naakoomelingen geenerhanden dienft
te doen , noch in geene z a a k en , die
hy verzoeken of noodig hebben mögt,
gehoorzaam te zyn , verklaarende, dat
alle Beampten o f B edienden, tegen deC“
z e beloften g e f te ld , terftond zouden
verlaaten zyn ; ja z e lf a lle s , ’c gene
men voortaan hier tegen onderneemen
o f doen m o g t , van geene waarde
zyn o f gehouden zoude worden : en
opdat alles zonder arg o f lift eeuwig
vaft en verzekerd mogt blyven , heeft
de Keizer d it , zoowel als zyn Z o o n en
Erfprins Philips, den vyfden van H o o imaand
deezes ja ars , getekend en door
zyn zeg el bekrachtigd. O f de Prins
naamaals deezen eed gehonden o f ge-
fchonden h e e fr , laat ik anderen oordeelen
; en ik zal kortlyk vervolgen.
Wanneer de Staaten hierop weder den
eed afgelegd , en met den zelven beloofd
hadden den P r in s , naa ’s Keizers
dood , voor wettigen Landsheer
te zullen erkennen , en hem en zyne
gene zyn Vader Karel ten voordeele ¡ Amptenaaren getrouw en gehoorzaam
des Lands beloofd hadt te bekrachti- te zyn , heeftmen h em , b y het aangen.
H e t w e lk e de Erfprins P hilip s , voor
zieh en zyne Naakoomelingen, b y deezen
aan alle Ingezetenen van Brab
vaarden van deeze verbintenisfe zyns
aanftaanden G e b ie d s , om de groote
deugden die in hem uitblonken, den
nevensftaanden gedenkpenning toege-
a n t , ZOO Geeftlyken als Waereldly-I wyd.
K k k 2 Rondf
f ” '
mm ;
I r '* ; . . te
■S' j
;;;
II, ilKl
, .4
í l ' Í
te Hi'
.■ I r ie
L ife r ,