1438 ZOO g n n flig , dat Barbarosfa, hebbende
het hoofd op ’t eiland Candia gefloo-
t e n , b y de Stad Previfa de vloot der
Kriftenen aantaftte, en , hoewel de V e netiaanen
zieh manlyk gedroegen, w y lz
e door ’ t overtreffende getal der ver-
eenigden zieh van de overwinninge ver-
zekerd bielden, w e ek Andries Doria echter
agterwaart, weigerende te ilaan, dus
gelegenheid geevende dat een Galeoen
en twee fchepen der Venetiaanen in ’t ge-
w e ld der Ongeloovigen vervielen, en de
200 zeer gevreesde V lo o t der Kriflenen
in drie deelen van elkander verftrooide.
Dus liep eindelyk de aanllag op Con-
ftantinopole , en de hiertoe aangewen-
de vlyt van den Paus vrugtloos ten
ein d e , w e lk e onde rwylen, om den band
van vriendfchap met den Keizer aan te
binden , het huuwelyk van zynen N e e f
Oélavius Farnefe met Margarita, ’s Keide
; wandt een Meisje van twaalf jaa- i f s S
ren zynde wie rdtze aan eenen M a n '
van zevenentwintig jaaren , en volwas-
fen zynde aan een Kind van dertien
jaaren ten huuwelyk beffeed ; nograns
onderwierpie zieh den wille haars V a -
ders en dien van den Paus, w e lk e een
deftig Gezandfchap van Geeftlyken ,
Ridderen en E d e lvrouw en , aan ’t hoofd
van ’t le lv e den Kardinaal van M e d ic is ,
naar Florenze afvaardigde , en de V o r ftin
dus naar R om e (2.) deedt voeren, (ijvitadi
daarze met alle blyken van e e re , door
de aanzienlykftea der Stedelingen ont-
fangen, en tot, in ’t Paleis voor zyne &o. Pan-
Heiligheid g e le id , van den zelven den
zegen verkreegen h eb b en d e , den der-
den van Slagtmaand in S'. Pieters Kerk
e plechtiglyk met Oftavius Farneze
ge trouw d , en de Bruiloft met Koning-
lyken toeftel gevierd is geworden. T e r
zers natuurlyke D o c h te r , W ed nw e van ' gedachtenisfe van deeze huuwelyks ver-
Alexand er van Medicis, aandreef. Schoon I eeniginge, die ganfch Europa wonder-
de Vorftin niet veel behaagen in het 1 ly k toefcheen , omdat deeze Vorftin
zelve fchiep om de tedere jongheid van ! aan Cosmus van M e d ic is , Oppergezag-
haaren Btuidegom , desze ibmwylen al hebber van Florenze , g ew e ig e rd , en
thans aan eenen fr)Smä»fcherfende over haar lot ( i ) pleee te enkelen Edelman als
ilc Bdlo , , , , , . .
Belgico klaagen, dat haar ouderdom nooit met Oñavius befteed was, vind ik den volpane.'
Egtgenooten overeenftem- genden gedenkpenning gemaakt.
Het borftbeeH cier Vorffinne, Cerlyk opgetooid, wordt op het eerfle deel met deeze fetteren
in den rand gevonden ;
M A R G A R I T A A V S T R I A E .
M A R G A R I T A V A N O O S T E N R T K .
Op het andere deel zietmen het borftbeeld van haaren Gemaal Oflavius, Zoon van Pic-
Gs- Lodewyk van Farnefe en Kleinzoon van Paus Paulus den Derden, gebooren den agt-
i.ilM.ft™ (3 ) van Wynmaand in ’t jaar vyftienhonderdenvferentwimig, hier met eenen gepluim-
ItohrJi'*'” ^™ en deeze ktterlyke verklaaringe afgebeeld;
O C T A -
(3) ,
ne»l.
15-38
O C T A V I V S P A R N E S I V S .
O C T A V I U S F A R N E S E .
• 53*
filO .P an -
vinii V ita
Palili III.
{ ! ) V ita
ciel Imp.
Carlo V .
dal S. A lf.
Ulloapag.
H e t huuwelyksgoed deezer E g tg e nooten
wie rdt op vyftienduizend Kroo-
nen ( i ) jaarlyks geregeld ; maar de
P a u s , hoorende dat François Maria
van R u v e r e , H e r to g van Urbyn, geftor-
ven w a s , bragt des zelfs Z o o n Gui-
dobald door g eweld van wapenen 200-
v e r r e , dat dees het Elertogdom C amerino
, het E rfgoed zyner Gemaalin-
ne Julia V a ra n a , moeft verlaaten ; en
befchonk zynen Kleinzoon O f la v iu s ,
w e lk e door den Opperkerkvoogd tot
Overften van R om e gemaakt was, met
dit H ertogdom , tot veel genoegen
van den K e iz e r , wiens hoogdraaven-
de voorneemens tegen de Ongeloovigen
tot guoot naadeel uitvielen ; w a n d t,
loopende den oorlog , hadden zyne
Krygsknegten, ter bewaaringe van G o -
leta op de Afrikaanfche kuft gelaa ten,
omtrenc zesduizend f t e r k , 'd e betaaling
hunner foldye met zo o groote hevig-
heid gevorderd , dat ( 2 ) Bernardyn
van Mendoza , welke het Opperge-
zag aldaar voor den Keizer bekleed-
d e , v re e zen d e , by deeze ongehoor-
zaamheid zyner knegten , die naar
fmeeken noch dreigen luifterden, door
de Mooren o f T ü rk en ligtlyk over-
meefterd te w o rd e n , befloot om de
Sterkte te verlaaten, en hen alien naar
Sicilie over te voeren , onder beloften
, datze hunne betaaling en noodi-
ge leevensmiddelen van den aldaar ge-
biedenden Onderkoning zouden ontfan-
gen. Wanneerze in deeze verwagtin-
ge naar Sicilie ov e r fch e ep ten , en dat
de O n d e rk on in g , Ferdinand G o n z a g a ,
zeide geen geld tot hunne betaaling te
h e b b e n , en de Siciiiaanen zieh onwil-
lig toonden om 200 veele vreemde
gaften te on d e rh ou d en , verlieten de
Krygsknegten allengs hunne V en d e ls ,
en beroofden niet alleen het L an d rondom
Mesfina, maar overweldigden Steden
en D o rp en , ja verüoegen in eenen
ftaanden ftryd veelen dier Landzaaten,
welken G o n z a g a , om de roofzugt te
beteugelen, tegen hen gezonden h a d t ,
en bragten dus de fchrik in alien.
Do or dit woeden wierdt de Onderkoning
( 3 } magtig o n tfto o k en ,
door de vermaaningen der Landshee- Lib.
ren eindelyk te raade , den weerfpan-
nigen hoop met g eweld te k e e r e n ;
maar, overweegende dat oude Krygsknegten
niet zonder bloedftortingen
konden bedwongen w o r d e n , befloot
hy vooraf andere middelen te beproe-
v en , en tradt dierhalven in onderhan-
deling met de verlaatene Bevelhebbe-
ren der weerfpannige benden. Deezen
, midtze van ’t volk bemind waren
, beloofden het zelve b y voorraad
vier maanden foldy ; voorts ook ver-
giffenis van misdaaden te v e r zo rg en ; en
bragten dus het verfchil zo o v erre, dat
de muitelingen de bemiddeling toeftem-
d e n , onder b e d in g , dat de zelve ter
wede rzyde bezwooren moeft worden.
A ls dit te Linguagrosfa tusfchen Mef-
fina en Randasfo , by het houden der
Mis 'fe, door de Gemagtigden en den
Onderkoning plechtiglyk gedaan w a s ,
zyn de wederfpannigen tot gehoor-
zaamheid g e b ra g t , wed e r onder liun-
ne oude Hoplieden gefteld , in verfcheidene
Steden verdeeld , en de voor-
naamfte belhamels van dien hoop door
de Slotvoogden , welken de O nd erk on
in g , onaangezien den afgelegden e ed ,
hiertoe meende verbonden te z y n ,
wreedlyk g e d o o d , en hunne lighaa-
men in de Z e e gefmeeten geworden.
De ongemeene vlyt des Onderkonings
in ’t dempen van dit o p ro e r , en de
groote g e tro uw h e id , zelfs i n ’t gevaar
zyns leevens, ten voordeele van den Keizer
altyd betoond , h e e ft, myns bedun*
kens, oorzaak gegeeven,datmen den ne-
vensftaanden gedenkpenning te zyner
eere gemaakt vindt.
B 2 Hy