m - - '
, | (; ■ ' '
ï|iü ., iljiii ..¡
iiil.ri i iNritl,
i " : :■ L illt?
ä i A i k f ' i?)';:
f«iii
t r i
f r i ,
, • i
:lN li
t
I, De Prinfes,Maria, die in het agtentwintigfte jaar deezer eeuwe gebooren was, is op
het voorftuk van den eerften afgebeeld nevens haaren Egtgenoot Maximiliaan , welke hier
met de Straalkroone op het hoofd, voor ’t Boheemfche K y k , en ais een Krygsheld in
’t harnas gevonden y/ordt, omzoomd door deeze letters;
D E V A M A R IA , D IV V S M A X IM IL ianus , R E G es BO-
H E mive, C O N I V G es.
DE F ERG OOD E M A R I A , DE VERG OO DE M A X IM I L I A A N ,
EONIJVGEW VAN B OHEME , E G T G E N O O rE N .
Vermids deeze egtverbintenis op eene eerbaare en godvrugtige wyze voltrokken wierdt,
heeftmen zulks door eene Veftaalfche Maagd, die het Heilige Vuur bewaart, en door het
zelve ook de altydduurende liefdebrand des huuwelyks op het andere ftuk betekend; opdat
het zelve ongeftoord , en van alle onluften bevryd mogt blyven, zietmen eene Zon op hec
Altaar , het teken van Godvrugtigheid , de duiftere wolken verdryven, hebbende ter verklaaringe
dit byfchrift N V B I F V G O , AAN D EN WOLK V ERDRYVER- , en in den
buitenkring vindcmen, op welke wyze het vuur onderhouden wordt, door deeze woorden;
C A S T È E T S V P P L I C I T E R .
ZUR
Z U I V E R L T K E N OOTMOEDIGLTK.
II, De zelve afbeeldfels ftaan op de eerfte helft van den tweeden ; maar ih kleiner omtrek
, en van de andere zyde aan te zien. Op de andere helft vindtmen twee Liefdetjes,
verbeeldende Ooftenryk en Boheme , wylze op die wapenfchilden zitten, houdende faamen
het in ’t midden vercoonde fchild van Boheme, uit het welke de Mirte , die aan de Godin
der Liefde geheiligd is, fchynt te fpruiten, ruftende op de twee in elkanderen gevlogce
eerfte letters hunner naamen , door welken het Guldevlies geftrengeld is , en dewyl hunne
Overgrootvader en Overgrootmoeder en Naamgenooten , Maximiliaan van Ooftenryk en
Maria van Borgonje, ook deeze letters, in elkanderen geftrengeld, gevoerd hadden, heeftmen
het zelve mec die randfchrift bellooten;
M A I O R A C O N C O R D I B V S .
GROOT ERE ^ZAAKEN^ A AN [ D E E Z E ] EENDRAGT IGEN.
III. Op het eerfte deel van den derden zyn weder de zelve borftbeelden , en in den
rand de zelve letters als op de voorgaande gefteld. Op hec andere deel zietmen eenen rüstenden
Herkules, welke, hoe deugdzaam en dapper, echter de menfchlyke beweegingen
en driften der natuure volgde; hier eene vergelyking , zoo ik meene, met Maximiliaan ,
die, brandende door heilig vuur, de wetten der Liefde gehoorzaamde, om zich dus in ’t
voortplanten van Naakoomelingen te vereeuwigen, en den dood te overwinnen.
iiO U V i -
da del
Etnp. Carlos
V. por
Piiid-.lc
Sandoval.
fol. 658. &
V ita ail
Carlo V.
mp-dal
S.Alf.
Ulloapag.
us&fcq.
Naauwlyks was de vreugde der Brui-
lofte geeindigd , o f Prins Philips gaf
het gebied van ’ c Spaanfche R y k , volgens
*s Keizers ord e , aan zynen Schoonbroeder
Maximiliaan en zyne Zufter
Maria o v e r , en maakte zich , om de
voor handen zynde W in te r , met alien
fpoed tot de Overzeefche reis gereed;
zendende dierhalven zyn Hofg ezin voorheen
, en veriiet Valadolit den eerften
(i_) van W ynm a an d , in gezelfchap
van den Kardinaal van T r e n t e , van
Poggius Pauslyken G e z a n t , van den
Hc rtog van Alba , en meer andere
G ro o te n , vervolgende zynen w eg met
zwaaren regen en ongeftuimig weêr tot
Barcelona , d a a r , geduurende zyn verblyf,
de Kardinaal van T ren te zyne gewoone
deftigheid betoonde in ’t ont-
haalen van den Prins en het ganfche
H o f op eenen Vorftlyken niaaltyd.
Voorts te Roias koomende vondt hy
de ganfche V lo o t gereed onder het O p perbevel
van Andries D o r ia, w e lk e ne-
gemien Galeijen derwaart gebragt hadt,
verfterkt door dertien Galeijen van Napels
, vyftien van Spanje onder Bernardyn
van Mendoza , tien van Sicilie
H I . ‘B e e l.
onder Beringer R eq u e fen s , en hierenboven
eenige groote fchepen van verfcheidene
oorden , als v y f van Genua *
even zooveel van ßiscaje , vier Nederlandfche
Hulken , e lf Portugeefche Ka-
raveelen j en een groot getal mindere
Vaartuigen. Wanneer Doria ’ s Prinfen
koomft vernam, fchaarde h y de ganfche
V lo o t in ila g o r d e , den Vo rft met
fierlyke v la g g en , wimpels en ’c gedon-
der van ’t g r o f gefchut verwelkoomend
e , terwyl die op ’c Land en van ’t
Kafteel antwo ordden, en de lugc met
gejuig en ’ c geluit van trompetten, trommels
en pypen verVulden.
D e Prins, eenige dagen door de ont-
ftuimigheid der Z e c verhinderd, begaf
zich eind elyk , den eerften van Slagtmaand
, aan b o o r d , en op de G aley
van den Z e e voo gd D o r ia , w e lk e alles
by uitneemendheid prächtig toegetakeid
hadt, tot zooverre dat de Roeijers ze lf
in karmozyn Fluweel gekieed waren ;
het gevolg van den P r in s , beftaande
uit den bloem des A d e ls , meeft oudfte
Zoonen der H e r to g en , Graaven en
Grooten van ’c R y k , wierden met
hunne dienaaren en pakkadien over de
H h h gan