. I
i f «
¡549 datmen, om de moeijelykheden , die zulks tot ruft en welvaart «e® Lands
by de fcheidingen der zelven tot hun ftrek te, het zelve bewilligen. De Keieeuwig
verderf gefchaapen ftonden te ! z e r , dit antwoord met onredilyk vm-
voor te koomen, met goedvin- d en d e , ftemde het verzoek der Ge~
IC451
h N '
€
' ' ' 1.
'W Ml
ryzen .
den van de Staaten dier Landen , zekere
inftelling als een altydduurende
W e t zoude befluiten, by weike vaftge-
ftcld zoude z y n , dat de plaatsvulling
gfyP®“ in "«gi® ®"
zyd iin ie , io o ve r re het de Opvoiging
van den Erfvorlt deezer Landen betrof,
zonder eenige veranderinge te maaken
omtrent andere gewoonten ; maar die
van de Opvolginge der Leenmannen ,
Smalheeren en byzondere perfoonen in
haat geheel te laaten , begeerende dat
de Gelaftigden der Staaten zyn verzoek
wilden toeftaan, gelyk de meeften deezer
Landen reeds gedaan hadden , en
voornaamenlyk, dat de inkoomft en huldiging
van zynen Zoon den Prins in de
naafte plaats van Zeeland mogt gedaan
worden , omdat des zelfs Prinslyke
Hoogheid , mids de voorgenoome reis
naar Holland, Vriesland en andere Landen
, fchoon die zulks wel gewenfcht
h a d t , echter voor dit maal te Middelburg
en Z i r k z e e , w y l het faifoen te
verre verloopen w a s , niet konde koomen.
1
D e Gelaftigden, zich op deeze voor-
ftelien beraaden hebbende , bedankten
zyne Majefteit voor de zorgvuldigheid
omtrent het welvaaren deezer Landen
getoond , verklaarende , dat de Staaten
van Zeeland altyd bereid zouden zyn
den Erfprins in zoodaanige plaatfe van
Zeeland , die zyne Majefteit zonde behaagen
, te ontfangen , onder beding
dat deeze huldiging , weike naar oude
gewoonte te Middelburg en te Z irk zee
laftigden toe , en gaf ’er hen fchriftlyk
bewys van.
moeft gefchieden tot geene kwaade
gevolgen mogt ftrekken ; wegens
de Opvolging des Landsheeren en het
befluit omtrent de regte o f zydiinie, be-
tuigdenze geenen laft te hebben, en verzogten
deswege aan hunne Meefters ver-
flag te d o e n , niet twyfelende o f de
Staaten van Zeeland zouden , mids
Z oodra de Staaten van Zeeland het
voorneemen van den K e iz e r , en de
aankoomft van den Prins v erftonden,
deedenze ftraks eenige fchepen en fchuiten
fierlyk toeiakelen, en begaven zich
met de voornaamften des Lands naar
Bergen op den Z oom , daar Maximiliaan
van B o rg o n je , H e e r van Bevere
Stadhouder van Holland en Z e e la n d ,
Mattys Heeswyk A b t van Midd elburg,
de H eer van Kruininge, en de Staaten ,
den Prins verwelkoomden , cn met
den zelven en zyn gevolg zonder toeven
naar Roemerswaal overvoeren ;
in weike plaats de Geeftlyken en Wa ereldlyken
h em , op den twintigften van
Herfftmaand , heuslyk inhaalden en
naar dc Kerk geleidden. T o e n de
dienft gedaan , en de Prins op het
Stadhuis C 2 ) gekoomen w a s , is hem
door den A b t van Middelburg in hetch?!®'
openbaar den e e d , als aanftaande Graaf
van Z e e lan d , afgenoomen. Naauwlyks k™ it
hadt de Prins de rechten en vryheden
voor de ganfche Gemeente op het Euan-
geli b e zw o o ren ,o f Pieter V e r e y k e , een
van ’s Keizers Geheime Raaden, ontfing
in den naam van den Prins weder den
eed van d eStaa ten, by welken de A b t
van Middelburg, de Edelen en Gelaftigden
der Steden, vertoonende de Staaten
vrn Zeeland , den Prins Philips als E rfheer
, naa ’s Keizers dood , als goede
Onderzaaten fchuldig z y n , trouwe en gehoorzaamheid,
naavolgende de rechten
en vryheden des L an d s , beloofden. Als
dit ter wederzyden fchriftlyk verzekerd
was, heeftmen groote vreugde bedreeven,
geld onder de Gemeente geworpen
, en ter gedachtenisfe van dit geval
den nevensftaanden penning, op welken
de Prins reeds Graaf genoemd w o r d t ,
gemaakt.
Rond.
I.H9
N E D E R L A N D S CH E V O R S T E N . IV.
+
Rondom het borftbeeld van den Ke ize r , dat op het eerfte deel met den Lauwrierktaiis
o m 't hoofd gefteld is , vindtmen deezen letterzoom ;
C A a b m s V. R O m a n o k u k I M P e r a t o b , e t P H I h p p u s C A k o e i
F i l i u s , Z E L a n d i æ C o m i t é s . 1549.
K A R E L DE VTFD E K E I Z E R DER R O M E l N E N , E N
PHI L I P S K A R E L S Z O O N , GRAAVEN VAN ZEE-
LAND . IJ45).
Op het andere deel zietmen , binnen eenen fierlyken krans, het gekroonde ■wapen van
Zeeland, voerende drie zilvere en drie blaauwe baaren, uit welken eenen rooden Leeuw op goud
ten halven lyve te voorfchyn koomt, hebbende deeze, zoo op den Keizer als op den Prins
(liErang. toegepafte fpreiik, iiaar de woorden van onzen Zaligmaker ( i ) gevolgd, in den rand;
Tin jo-
bannes
n v i V I D E T M E , P A T k e m V I D E T e t F I L i u m.
D I E ÀIT Z I E T , Z I E T D E N V A D e A E N D E N ZOON.
{fi Rey.
gersherg,.
Clitoii.
«nZeel.
door Box-
horn II.
deel pag.
-195-
I3' Be-
Rhryving
« n ’sHer-
'ogenbos
Chr.
Bor pag.
M- en
dnorOu-
oenbovea
D e Prins, deeze plechtigheid voltrokken
, en zyn affcheid van de Staaten
genoomen hebbende , b egaf zich ftraks
weder te fcheep ( z ) naar Bergen op
den Z o om , en voorts met zyne Moei-
je de Landvoogdesfe , en zyn H oflyk
gezelfchap over Breda naar ’s H ertogenbos,
wordende den tweecntwimig-
ften van Herfftmaand door al de
Geeftlyken , de Ove righeid , en door
omtrent tweeentwintighonderd Burgers
( 3 ) met roode iluijeren en veld-
tekenen, en door honderd te paerd be-
leefdlyk ingehaald, die boven de zeftig
jaaren oud waren ftonden, nevens anderen
van de naafte Dorpen, längs de
ftraaten gefchaard met brandende toortfen
in de hand , van de Vuchterpoort
tot aan het Imis van Hendrik van D e venter
, daar de Prins zyn verblyf nam.
Den volgenden dag wierdt hy openlyk
op ’c Raadhuis voor toekoomenden Her-
I I I . B e e l.
\ tog van Brabant gehuldigd, en wegens
I deStad door de Regeerders met zes voe-
: dervaten Rynfchen W y n , tweehonderd
j malder Haver en twee vette Osfen met
I zilvere Hoornen befchonken. N a a ’t vol-
i brengen van deeze plechtigheid reisde
de Prins defi naaften dag opH eusd en,
en tan daar te Gorkom ( 4 ) op het('4)Gout-
Slot geilaapen heb bende, wierdt hy^iron” ,,
te water den vyfentwintigften dier
maand te Dordrecht met veele vertoo-
ningen , fchilderyen en eerepoorten ingehaald
, en ,ter herberge befteld i n ’t
groote huis Blyenburg, tusfchen de Wynen
Tolbrugge. _ ,
_ Dewyl de Staaten van Holland' en
Weftvriesland tot d i t . einde aldaar ■
vergaderd , agtervolgende'. den wille en
goede beiiefte des K e ize rs , ingewilligd
hadden den Doorluchiigften Prins van
Spanje Philips voor hunnen toeko omenden
Overften Heer en Natuurly-
M m m ken
'■i " j
te
! ' A .
f 1.1
S i .
A m , ■
■
"W, r i
: •
i 1
! !!i, i
I
I rl
, i l
ä - ! ;
i k
M i i i ' :
1
1 ,
■M
' ;
■ 'w
' I f
■
H'; r
-
l i i i i , ri
■ : r ■„
■ t !
r i ' - ' .1 . ,,
i.,L
■ i '