l i ; " ' L i '
i'I
• iB ' ì ; ' ; ' ,
¡¥"'rii?: il
i k f , ; ! : l l '
,;i‘ <'1'
' !■ I
>547 >547 «547
Sum Relis
-S
Reip. pas-
yil&roi.
Op de voorzyde , die niet dan letters draagt, vmdtmen die opfchrift;
D V R C H D IE C R A F T D E S L AM B G O T T E S S E IN T D IE
F E IN D E B E I T R A C H E N B V R G G E S L A G E N W O R D E N ,
M O N T A G E N A C H E X A V D I A N N O 1747.
DOOR DE KRACHT FAN T LAM GODS ZTN DE VIAN-
DENB T TRACHENBURG GESLAAGEN GEWORDEN, MAAN-
DAG NAA EX AUDI IN T JAAR 1747-
Welke woorden betrekkelyk zyn op het zinnebeeld van onzen Zaligmaaker, die van Johannes
den Dooper het Lam Gods genaamd wierdt, het welke op de keerzyde met e»ne
vreedewimpel is afgebeeld, hebbende dit byfchrift;
G O T A L L E I N D I E E H R .
W I L L I I E L M D V M B SH IR N D IE S E L B I G E Z E I T
O B E R S T E R W A R .
G O D A L L E E N D E E E R .
WI L L EM THUMS HI RN DEN ZE L FEN TTD 0 FERSTE WAS.
(0 Lc!
Souverains
du
Monde
T om . ir.
pa g .iS s.
De tweede, eene noodmunt, welke door Albert Graaf van Mansveld in deezen togt gemaakt
is , voert zyn wapenfchild, en in hec eerile en vierde deel van hec zelve eenige
balken beurcling van zilver en' rood gefcheiden , voor hec Huis ( i) Querforc, uit het welke
hy gefprooten was; in het derde en vierde deei de zilvere en roode ruiten voor Mansveld;
en ter verklaaringe deeze letters;
A l b e r t G r a f Z u M a n s z f e l d . 1^47.
ALBERT GRAAF FAN MANSFELD. 1747.
Doch äleer dit treffen voorviel, hadt ( x ) al zyne krachten befteed om d e a )® *
Joachim Keurvorft van Brandenburg ftrydende partyea te verzoenen ; maarm?°»
te
(0 Slsida-
ni Comment.
de
Statu Relis&
Reip. pag.
574-&
575-
te vergeefs ; omdat H e r to g Maurits
verbitterd de zaaken meer verwyder-
d e , en de Keizer zo o onverdraagelyke
voorwaarde e ifch te , dat de Hoofden
der Bondgenooten iiever alles wilden
waagen dan hierdoor hun g o e d , eer en
vryheid te verliezen. D e Keizer liet
tniddelerwylen niets onverzogt om des
vyands party te k ren k en ,en hadt thans
door onderhandeling Straatsburg aan
zyne zyd e gekreegen ; des de Keurvorft
van Sakfen, vreezende zynen aanhang
in Boheme te verliezen, om den
wankelenden aldaar moed te g e e v en , een
L e g e r derwaart zondt.
D e Boheeme rs, hierdoor gcuioedigd ,
fchreeven, toen de Roomfchkoning hen
vermaande het zwaard neder te leggen
, datze het zelve ter befcherminge
hunner Landen voerden , verzoekende
den Roomfchkoning ( i ) met den Keizer
te handelen, om den oorlog tegen den
Keurvorft van Sakfen vriendlyk te beflegten
, en den Landdag te houden ,
die zyne Keizerlyke Majefteit beloofd
hadt. Maar de Keizer fchreef de Staaten
van B oheme, toen hy met zyn Heir
van Neurenberg o p tro k , datze hem in
deezen togt tegen den Keurvorft toevoer
zouden bezorgen , en weder naar
huis keeren , hierby voegende, dat hy
in deezen k ryg niemand om den Godsdienft
moeijelyk gevallen h a d t , en byaldienze
zyne begeerte niet voldeeden,
dan zoude hy en zyn Broeder Ferdinand
wel middel vinden om deeze ongehoorzaamheid
te ftraffen ; wandt het
d och t hem w o n d e r , datze voor den
Keurvorft fp rak en , omdat die zulks
aan hem o f aan ’t land van Boheme
niet verdiende ; omtrent den Landdag
wild e h y doen dat behoorelyk zoude
zyn. Do ch al deeze bedreigingen mogten
iuttel baaten, w y l die van het uitgekooze
volk te Praag vergaderden, en hunne
brieven naar alle plaatfen afzon d en ,
vermaanende de Staaten zich te wapenen
, cn by hen te koomen ter befcherminge
huns Vaderlands , wandt alles
ftondt in ’t uitterfte gevaar. Kort hiernaa
het zelve vernieuwende , met betuiginge
van het verbond, tusfchen hen
/ / / . ‘D i d .
en het Huis van Sakfen geflooten , te 1747
willen volbrengen , gebiedende, dat
niemand hiertegen zoude doen : ook
ontfchuldigdenze zich hierover by den
Keizer en Roomfchkoning.
Slaande deeze ftribbelingen hadt de
Keurvorft van Sakfen den H ertog Maurits
nog meer benaauwd, en ze lf Meisfe
een Stad aan de L iv e ontwrongen ;
des de Keizer den G raa f van Buren
vari Frankfort naar Neurenberg ontboodt,
en ftraks zyn ganfche Le g e r naar Egra
geleidde , van waar hy den tweeentwintigften
( x ) van Grasmaand omtrent (lisirtJis
Meisfe kwam, verzeld van den Roomfch-
koning , van Maurits en Auguftus Her-
togen van Sakfen , met hunne benden. Rdp. pa®
W anneer de Keurvorft van Sakfen, toen
te Meisfe z y n d e , ’s Keizers koomft
vernam , veriiet hy onmiddelyk de
S tad , deedt de bruggen agter zich ver-
nielen , en ilo eg zyn L e g e r , dat door
de her- en derwaart gezondene benden
merkelyk verzwakt was, aan de E lv e ,
niet verre van de Stad Mulbe rge, neder.
Dit verwekte eene vrees in den
Keizer o f de Keurvorft fomtyds naar
Wittemberg zoude w y k e n , des zyne
M ajefte it, toen het L e g e r eenen dag
geruft h a d t , hierom met het zelve tot
I aan de E lv e n ad erd e, vindende de
I overzyde met volk en gefchut van den
i Keurvorft b e z e t , om den overtogc te
b eletten, en de aldaar leggende fchuiten
te bewaaren. Maar de S a k fen ,
ziende den Keizer met des zelfs ganfche
krygsmagt aankoomen, en dat een
hoop van drieduizend Spanjaarden ftraks
met groot gedruis in ’t water Iprong
om over te tr e k k e n , fchooten hevig
op de zelven, en bragten hierdoor hunne
eige Vloot in den brand ; dierhalven
de fchepen van den oever los maakende
, vervielen de zelven ten deele
in handen der Spanjaarden, welken zich
( 3 ) geheel on tk le ed , met het zwaard in (i) Li
den mond , te water begeeven hadden , "
fleepende dus de fchuiten naar den over
k an t, om van deezen en eenige anderen, d'Avtu
die de Keizer met zich bragt, eene b ru g ” '*
over den Stroom tot het overvoeren der
Voetknegten en den tros te maaken.
V v In
"v ii. ! ‘