
Í V ¡
. f t '
i r ; . "
1 7 6 P A D D E N.
Slak ons van Krankheden geneezen. Hoe
zinkt hier onze hoogmoed ,/ h o e ryst hier
de Godlyke Goedheid.! . .„?? q
V. De Befchouwing der Slakken , ons te
vooren) zeer onverfchillig , zal my nu een
vermaak geeven , en de laatst . genoemde
vreemde hoedanigheid „.my verrukken !. Dan ,
ik wilde gaarne weeten waarom de Schep-
f r goed vondt de Huis- en W e i - Slakken
r formeeren ? /. ,
A. Moeten andere Dieren n i e t - e e t e n ? "
V . W e lk e n , w o rd e n - dan d o o r ; d e Slakk
en g e v o e d ?
A. D e PADDEN 1 waarvan fommige Lieden
even zo zeer gruweii als van »de Spinnen
: maar.. dachten . z y , dat ..ze niet vergiftig
z y n ., ten minsten niet , dan wanneer
ze zeer getergd worden , q, in »welk
geval veele a n d e r s »" onfchaadelyke Dieren
ook fchaadelyk worden : ook dat ¡wy . aan
dezelven veele verpligting. hebben , 01®
dat z y onze Tuinen zuiveren van W o r men
, „ Slakken .-en T o r ren ,, »»waarom" er
in mynen H o f geen g e^ o d mag worden ;
z y zouden dan dezelven minnelyker'. aanzien.
Dus : zorgt » de Regeerder .»van, alles
voor het ibehoud onzer Hoven ,• en men
toont' zeer . verkeerdelyk een . a fkeerig» ge-
laat , wanneer men Dieren ziet , die de
fchoonheid van de .Paauw misfen , , hoe-
, J wel
fi ;7 : 1
i ■ 'I
I E 'H
R D W O R M E N. »77
wel z y ons nuttigere dienilen doen. O f
moest de Pad een pragtig gekoleurd Kleed
draagen , dat telkens bemorst w o rd t , wanneer
z e in de hoolen der zwarte Aarde
l e e f t , om » ons van e en » te groot aantal
van fchaadelyke Infeélen te., verlosfen ? ,:
V . , Verdienen niet - de »: a a r d w o r m e n ,
die ook daarin leeven , myne opmerking:?
A. Z ou een lang dun Diertje , dat zonder
oogen , ooren en beenen is __
dat , boven de opening van zynen mond,
eenen . Snuit heeft , waarmede het de aarde
d o o rb o o r t, en tot aartige hoopjes opwerpt
— dat geheel uit - weeke „ en
vieefchige aaneen gevoegde ringen b e ila a t,
gelyk g y .aan het in- en uittrekken des lichaams
zien. kunt dat , in plaats van
p o o te n , veele ; oneffenheden : heeft , met
weJker eerften het Dier , kruipende , den
grond vasthoudt , en de laatfte ringen intrekt
, om dan , met de laatften den
grond r vasthoudende , de .voorfte ringen , te
verlengen , en zo, voort te raaken — —.
dat zelden. op den dag gezien wordt , om
dat,:het geene hette yerdraagen kan ; maar
meest by regenagtig weder , o f in eenen
avond , als er daauw valt dat uit
de aarde komt , als , gy er eene fpade
infteekt , en op dezelve zagtelyk klopt ,
u it, vreeze van eene prooi voor eenen
III. DEEL. M ' wroef
t ,
'III'
" I f t
ft.i
f t
j j ; ! '
' Iii)
. I ■
J I
f t f
'f i
- 1 «
» f f f