
i f
" f l ! 1
knobbeltjes op de huid , met vier pootjes
, en een langen ftaart onder en boven
f c h e r p ,. alle vier o f v y f dagen in den
zomer de huid qáfleggende , doch . ’s winters
, wanneer z e zieh verfchuilen , alisen
om de vyftien dagen , zegt men ,
welke verwisfeling men nooit zo dikwerf
i l eenig Dier gevnnden heeft zo d enk ,
«: at dit de h a a g d i s o f w a t e r - s a l a m a n d e r is ;
can , zo gy er een vindt met eenen rondín
ftaart , dat ; zieh ’s winters in gaten
erbergt , doch ■ in ’ t , voorjaar voor den
dag komt , zo .weet , dat dit de t u i n -
HAAG DIS is. :
V. Waarvan leeven d,e Water-Salaman-
ders ? »
„ A. Onderzoek , o f gy het vinden kunt.
Een myner Vrienden , de Heer en Mr. c.
VAN H á S S E L T tc Amiiem , heeft er fommigen
, twee jaaren lan g , onder eene groote
glazen klok gehad , en , zonder hun te
voeden , vrolyk en gezond zien leeven.
V . Dit Diertje heeft geene meer zonder-
linge eigenfehappen ?.
A. Ik , zal er maar ééne noemen , die
verwonderlyk genoeg is ! ffnydt deszelfs
Staart en Pooten a f ; het Diertje zal ande-
ren krygen , waarin gy , gelyk in de voo-
rigen , mgemnnegentig Beendeten zult te ilen.
Hervat de affnyding , z y zullen we derom
M
derom aangroeien. Men heeft dit beproefd ,
en : in ; zulk , een Diertje zeshonderd zevenen-
veertig. nieuwe voortgebragte Beendeten geteld.
V . Hoe verbaast my deeze woncjerbaare
zorg van God , dit vermoogen tot herftelling
des Salamanders ! Da n , waartoe dient
de Haagdis ?
A. Zy is geformeerd , om toe te z ie n ,
dat Mieren , Vliegen , en andere Infec-
sten , van welken z y le e v en , niet te zeer
vermenigvuldigen,
V. Nu : kan : ik begrypen , waarom de
vruchtbaare ; Infeélen niet zo fterk vermeei-
deren , als men anders wel verwagten zou.
Z y hebben veele vyanden , die hen verdelgen
, en deeze worden wederom door anderen
in ; topm gehouden : dus is dit even-
wigt , het geen God in alles houdt , een
der verwonderlykfte dingen , die men. befchouwen
kan 3 een fpreekend bewys der
algemeene , Voorzienigheid. :
■A.'Uwe Aanmerking is zeer goed : want
z y , verheerlykt onzen Schepper ----- D a n ,
zullen w y nu niet eens verpoozen na zo
lange Zamenfpraak ? Zullen we niet een
weinig rusten ? W y hebben nu zo veele
en verfchillende Infeélen befchouwd , dac
w y wel , tot eene apdere ftoffe mögen over-
§330.,: , :
V. Voor
; /I
i l