
Ws iX ‘ f f
y i V I I I
A 'll l i I
V . D it is vreemd , zeer vreemd ! Maar
hoe gefchiedt dat ? .
A. D e Bladeren bieden aan den opklim-
menden Daauw hunne onderfte Oppervlakte
aan , d ie , tot dat einde voorzien is met
een oneindig getal fyne Buisjes , „ welken
altyd Ft vo g t opflorpen.. '
, V . , Hoe kan ik dat weeten ?
A. ff Zo " gy '' dit b y o n d e rv in d in g , weeten
wilt , - leg. Bladeren met de benedenfte O p pervlakte
• op glazen -, met „water gevuld y
en g y zult ze langen tyd laat my ze g gen
, -Maanden lan g , groen ¡en frisch zien
b ly v en : doch leg anderen- met de bovenfte
Oppervlakte op hec water ; e n : gy zult
ze binnen weinig dagen zien: verwelken
Is niet ■ deeze eene fraaie zekere proe f? — -
Herinner: U . hierby het zo even g e z e g d e ,
dat de Hairtjes der Bladeren , - den Haauw
opvangende , Sapbuisjes zyn , altoos open
en g e re ed , ,om het vogt te ontvangen/;
en dat de Planten , die* geene Bladeren: met
hairtjes hebben , voorzien zyn met oneffenheden
, welke waarfchynlyk dezelfde dien-,
fte'n bewyzen. G y zult derhalven , na deeze
p r o e f , moeten erkennen, - dat hun Maakfel
met de uiterfte fchranderheid is gevormd ,
en da't. de Bladeren overnuttig voor den
Boom --zyn. :»■ ’
- V . Ik erkeiy, dat deeze ontdek kin g ,
dat
¡IM!, .„‘ff