
l l
! I
i '
1 '
Gaat niet dit meetkundig Werk in fraai-
heid en necheid den arbeid der grootfte
Konftenakrs te boven ? Z y werken blin-
delings zo keurig , als o f haar het fcherp*
fte vernuft in de Meet- en Eouwkunst gegeeven
ware ; als o f de grootfte W y s-
hcid volgens de ' fchranderfte regelen haar
befticrde ; zo wél , met één woord , eIs
de zuiverfte Liefde voor ’ t algemeen wel-
zyn J door naarftigheid en piigt geleid',
haar hadt kunnen leeren'.
V . Deeze zsven Nuttigheden der'" zeV-
kantige Honigraaten heb' ik nooit begree-
pen , hoe dikwerf ik ze gezien heb. Z y
verbaazen my ! Mogt ik thans ook wed-
ten , wat er in de Celletjes' der Jongen
omgaat ? '
A . D e Koningin gaat ze oprieeméh , en
vindt z y z e volkomen , dan zal z y in
het CelJfetje eener Werkbye géen>-Èi ' van
een ' Mannetje , o f in dac van een Man»
netjd geen Eitje eener WerkBj'e leggen :
z y vergist zieh , denkelyk dp ’ t gevöfei
van ’ t Eitje (want deezen verfchillep va'h
elkander)’ nooit hierin. En , wahneer èr
in' eenen nieuwen K o r f geene Celletjes ge-
iioeg gemaakt zyn , dan legt z y twee d f
w e l eens drie Eitjes in één Ceilecje ; doch ,
w y l hec voor zo veele jonge Wofmpjes ,
die er uit komen , te klein i s ' , ' “ haalt‘ ze
• dedezelven
daarna weer uit , om ze in de
nu voltooiden over te brengen , juist wee«
tende , waarin er te veel gelegd zyn.
De Werkbyen , die anders deeze C e lk n
fluiten , dit kennende , laaten ze daarom
voorbedagtelyk open — - Dan , in ’c
Paleis eener Koningiiine wordt nooit meer
dan één Eitje gelegd , ora het le v en ; van
eene zo groote Perfoonaadje , zo ft fchync*
niet in de waagfchaal te ftellen door het
ovcrbrengen. De beroemde sw a m m e r d am
zag door vyf duizend zeshonderd en negenen-
zestig Byeii in'zes dagen, drie duizend driehonderd
en tweeéniiegeñtig Celletjes vervaar;-
digen ; en een jonge Zwerm hadt , van
ft begin van Jany tot hec einde van Sep«
tember , t¥eeentwintig duizend vyfhonderd
en vierénzÉVentig Ceilen gebouwd. W e lk
een arbeid ! Welk een toezigc Í W e lk
eene ..necheid ! '
' V. ■ S o e --gaat hdt Verder met d.it iegi-
g en der Eitjes ? ■ :
A. D e fchrandere Koningin legt ze niet
op detf'bodeni' der Celien , dewyl de Jonj-
ge daaruit gekroopen Worm dan te' veei
plaats zdu" verliezen door ft hinderend burtenbekleedfel
."van ft E i : hierOm plakt z j
het Eitje- tegen den zolder , en het uitkomend
Jong vindt e r - zieh niet door belemmerd
" Ondertusfchen worden , do?^
I
Í;
■1
r:
. • 'il'''
^ » J 'f -I
I ‘ }
i ; f
( C . '
J «