
. i-
'"à if.
1 !
, f
r J
I !; i.'ll 1 -
V . Voor my niet te veel ! ook zyn we
immers noch niet aan ft einde, ; Ik ben
niet moede ; en zo w y , zittende , even
goed kunnen fpreeken over de noch niet be-
fchouwde fraaie Infeften , laat ons op die
•bank by deezen fchoonen V y v e r gaan neer
'iitten : eene verandering van voorwerpen
kan ' ons nieuwen Just en tevens nieuwe
ftoffe tot fpreeken geeven ?
A. W é l gevonden ! Zie dan , die vrees-
>gtige KIKVORSCHEN , oDs gczicn o f ons
geluit gehoord hebbende , fpringen van
dicn Vyveröever in het heldere water :
zie , hoe aartig z y naar den grond fchieten.
V. Zegt g y my dit , om myne aandagt
tot dat Dier te wekken , deel my
dan mede , het geen ik er niet van
weet.
A, Gy weet misfchien , dat de groene
w a t e r - KIKVORS'CH , met drie geele ftreepen
verfierd , de grootfte van zyne foort
is , en buiten ons Vaderland , gegeeten
wordt ; dat er ook bruine la n d - k ik v o r -
scHEN zyn ; misfchien ook , dat z y jong
zynde , dikwerf van gedaante veränderen 5
maar weet gy wel , dat deeze Verandering
zestienmaal in elk KikvoEschje voor-
valt ? Om dit verbaazend werk , waarin
gy de magt des grooten Scheppers zo ligt
outontdekken
kunt , te z ie n , moet gy ze
van naby befchouwen. S ch ep , in ft voorjaar
, een deel Kikvorfchenfchot , dat ia
ftiJftaande Slooten genoeg gevonden wordt ,
in een groot Glas , en befchouw het da-
geiyks. G y zult agterddn zien : i . een witagtig
Ei mec een zwart ftipje in ft mid-
den. 2. d p n a het E i t je , met flym om-
ringd , in een dun Vliesje. 3. een zwart
langwerpig geworden VJakje. 4. de Vjie,s-
jes van ft zelve gebrooken , en met vel-
letjes er aanhangende. y. ft lymig Vogt ,
als verfteend zieh vertoonende. 0. een klein
z i e h beweegend Wormpje , fteekende met
den mond in eene lymige voedende ftof-
fe. 7. een klein Vischje mec e e n ,H o o fd ,
Lichaam en Staart , zwemmende. 8, een
veel grooter Hoofd , L y f en S t a a r t zieh
zeer fnel beweegende. 9. de Darmen , nu
door het vel te zien. 10. ft Diertje veel
kleiner geworden.» 11. de twee agterfte
Pooten te voorfchyn komende , i en den
Staart grooter geworden.' 12.' de agterfte
Pooten langer uitgegroeid ; een’ der vo o r ften
zieh half uit vertoonende , en de
anderen , beginnende door de huid uit te
puilen. 13. het Diertje • nu grooter geworden.
14. een’ nieuwen aan wasch in grootte.
15. op nieuw uitgezet- 16. thans gebeurt
de laatfte Verandering ; de ingekrorapen
Staart
11
i f t ' i
.
iX' l ii
■i'i ?