
It;
;!i:
J
i :
■' r . .
V’ 't, ■
Ì
ft :
/ i f
ii J !;
ll ■■ !
I ' u r ■ ■ r I
3 2 P 0 0 T E NV
opklimmcn, ’ o f , afdaalencte, tc valien; Dee,
ze Nagekjes zyn hun te meer noodig ter
vasthouding, om n ie t , by, den miniten
wind , van bloemen en bladeren , ter n edite
-ftorten — »• Tusfchen deeze Klaauwtjes
vindt men ook. Kusfentjes, denkelyk om
den voet digter op gladde dingen te kun»
nen ;aanvoegen, en dus in. alle ’ ftanden
gerust voort te wandelen — - Wilde ik
hier uitweiden , dan zou ik U ook wyzen
naar de verfchillende beweging der Pooten ;
doch dit en andere, ftukken blyven voor uw
onderzoek overig. Het is g en o e g , om ü
in deeze .Konstftukken j ’s Scheppers fyn
werkende Almagt (mag ik, my dus uitdruk,
ken ?} te leeren opmerken.
V. Het is ook in'dedaad daartoe g enoeg;
hoewel ik derzelver geheel Lichaam noch
niet kenne.
A. Daarom zal ik er noch byvoegen , dat
deeze Diertjes gelyk andere Schépfelcn ,
den adern' niet haalen door den Mond , màar
door langronde Openingen aan de zyden des
Lichaams geplaatst ; doch de Water Infedten
door ’ t ACTERLYF , waarvan ik in ’ t vervolg
meer z,al zeggen — - dat het .agterly f in. de
• W y fje s opzettelyk . grooter is gevormd dan
in -d e Mannetjes , om datr z y Eieren draagen
. dat dit d e e l, ft welk de Bulk zou
moeten heeten, niet zamengefteld is uit Beendederen
, ^maar uit eene weeke f t o f , zynde
de; Ingewanden , die alleen vier in getal
z y n , naamelyk de Ruggemerg, de Darm-
, 2 a k , ft H a r t ; en de L u g tp yp , allen door
buitenringen gedekt —^ en d a t , • einde-
.lyk , de Angels aan het agterfte van ft l y f
zitten , van verfchillende gedaante en ge-
b ru ik ;. fommigen .fpits om te fteeken ;, anderen
hol . om. Eieren te leggen ; en eenigen
fcherp om te kunnen b o o ren , o f openingen
te maaken.
V . Hoe teelen z y yoort ?
A. Men heeft veele Eeuwen lang alge?
meen g e z e g d ,. en hardnekkig geloofd , hoe
onwaaragtig bet z y , dat veele Infeften uit
verrotting gebooren worden : eene höhnende
Stelling voor. den Schepper, en zeer
nadeelig voor ons , w y l z y den ziilken wapenen
in de hand g e e f t , die met de ¡b'u-
welleer y a n .. een . blind geval gaarne willen
fchermutfelen tegens onzen dierbaaren Godsdienst
— — De minften iDaaren levendige
jongen. Men heeft er egter g e z ien , die
Qx twintig duizend wierpen. D a n , wie leert
den meesten Eieren te le g g en , die allen
uwe befchouwing met het Microscoop verdienen
, zynde rond , kegeiagtig, h o ek ig ,
geribd , gefpikkeld o f geftreept, en dikwerf
met fräaie koleuren g ed e k t! by voorbeeld ,
het Eitje van de Kapdl eener zekere bruine
B 4 ruiÄ
H '
l i '
i :