
U":; t
«?' -i !
3i'
I
de zyden met fyne hairtjes bezet om ’ t
water te kunnen wegflaan. Ook veegt het
zindelyk Beestje , d ikw e r f, met: dezelven de
vuiligheden van zyn b o v en lyf a f ; o f kamt
er de hairtjes mede uit , die; onder aan
het l y f en de pooten »zitten , op dat ze
beweegbaarer en bekwaamer tot het roeien
louden zyn. Om adem te h a a l e n f t e e -
en z y ; hun agterlyf ujt het wgter ; en ,
■at qpepende , neemen ? y nieuyye- luqht
: . In een gla® zittende , roeien z y foms
s o fnel en , geweldig tegen ..hetzelve , dat
men het klinkend geluid van het aanbot-
zen kan hooren. Z y hebben ook vleuge*
len , en vliegen naar grooie ilaande wateren
, daar z y ; paaren , leggende .daarna
in warme pla#® hunne Eieren.
V. Ik wil dit Diertje morgen zpeken.
,A . Zpek da.n ook de groote verwonder*
-lyke WATERSPIN , zo gelykvormig aan onz
e Huisfpin . met e en »frgai verzilverd agte
r ly f , fpinnende geene draaden j . ; , maar
maakende aan eene Plant eenen Waterloo,-
zen Nest , mede verzilverd , in ,.Xt midden
des vogts vast en pitgefpannen.,: Om
denzelven toe te ftellen , gaat z y gelyk
ik dikwerf heb gezien , naar de oppervlakte
des waters , fteekt haar agterlyf
daar uit , opent dat , vangt (jaarin e.en
deel lychis , dniitt dan . naar ¡.beneden ,
brengt
brengt haar agterfte in ’ t klein gevormd
Nestje , en laat de opgevangen’ lucht
daarin los. Dus zet zieh dc Nest in ’c
midden van ’ t water uit , dewyl z y dit
zo lang herhaalt , tot dat die voor haar
wyd genoeg is , om er ruim in te wooten
: en wanneer die gefchonden wordt ,
gelyk ik dat fomtyds deedt , om te zien ,
wat z y dan zou uitvoeren , herftelt ,zy
telkens denzelven; ’ t Öpmerkelykfte in myn
oog is , dat z y in denzelven kan in- en
uitgaan, zonder dat het water er in dringt.
Ik heb voorheen zulke Spinnen , met alle
de genoemde Water-Infeften , in " de
bekende Pestlaan buiten -Leiden gevangen >
langen tyd in glazen gehad , en met jonge
Muggen gevoed , welken ik met een
Icoper tangetje zagtjes aan den Nest bragt ,
waarop z y , o f dit ziende , o f d o o r . ft
aanraaken van ft bewoogen waterplantje
merkende , zieh gewannen den kop er uic
te fteeken , en het Muggetje 'van my
aan te neemen.
V. G y wekt myne verwondering door
zulke W a ter-Infeften hoe längs te meer
op 1 De Hand des Almagtigen, dunkt my ,
is in deezen zo opmerkelyk en heerlyk als
in de Land-Infeften.
A. Buiten twy fel ! Dan , er is noch
«en ander Infefl , v e e l v o e t (Polypus) ge-i
hee-'
ij
X " ■. MS i :.j"