
isl V ' ß il ß ' , ' 4 ll ff J I i
S" I
" f i i H
' t
m
■ i J
i f i | î ]
f f u i i: i f
iJi i i
graauwen , rooden zo binnen als buiten 9
en geftreepten , ook> zwarten voorkomen ,
gelyk gy daar. zulk eenen Appelboom ziet
dat ze allen in fmaak verfchillen ,
7 itaan z y in denzelfden Grond , en al
kryiten ze dezelfde Zon , en denzelfden
.i ::;;en , om dat de Smaaken der Menfchen
i ii'fcheiden zyn —— - dat men eenen
üc.um door enten kan' dwingen, om gee-
;■'! , rooden en zw a r ten , laat ik zeggen ,
v 't is om twaalf o f. meer foorten van Ap-
p Jen , allen van verfehillenden Smaak, te
draagen ------ dat evenwel geene foort
immer verbasterd wordt ------ en' dat de
V ru ch tb o om en , wegens derzelver. vo o r deelen
, zeer : oud worden , gelyk ik , onder
anderen , eenen Abrikoosboom van
meer dan honderd jaaren gezien heb — -
Gaa nu over , om de rekening op te maaken.
Wanneer gy deeze agttien hoedanigheden
in de Vruchtboomen en derzelver
Vruchten opmerkt , ziet gy *dan niet dingen
, waarop g y nooit gedacht hebt ?
Vindt g y dan niet hierin Godlyke Almagt ,
W y sh e id , G o edh eid, Orde en P rä g t? Is'
dit ü niet genoeg ? En moet het ons
niet dringen tot deezen Lofzang : dat de'
Hemelen haar verblyden , en de aarde haar
verbeuge : dat de zee bruize met haare vol-
heid. Dat het veld, huppele van vreugde *
met
met al dat er in is , dat dan a lle . de boomen
des wouds juichen. Ps. X C V L 11 , 12.
V . Dien Lofzang wil ik met al myn
hart nagalmen ! Eene treurige bedenking
fchiet my egter thans te binnen !
A. Welke ?
V . Dat er , onder alle ongevallen , die
den Vruchtboomen dreigen 9 twee zyn ,
welkdn hem fomtyds aantasten , en o n s ,
wanneer w y gereed itaan , . om de hand uit
te fteeken en de Vruchten te plukken , deze
lve met treurigheid terug doen haalen.
A. Welke twee ongevallen bedoelt gy ?
V . Dat , o f de Vruchten van zelfs a fvallen
, o f door de „Stormen » in < September
te veel afgeworpen worden !
A. Ik erken , de Vruchten vallen fomtyds
;a f ! Gebeurt d i t , herinner U ban
de bedreiging aan, Israël : Olyfboomen zult
gy, hebben in ■ file l uwe Landpaalen : maar.
gy en zult u met olie niet zaiven ; want
awe olyfboom zal zyne ' vrucht afwerpen.
Deut. X X V I IL 40. en denk tevens , bat
het oordeel dikwerf komt , vanwaar g y
het niet verwagt hebt : ook dat het nut*-
tig z y voor onzen zedelyken welftand , dat
onze . verwagtingen nu en dan ¿verydeld
worden, g o d gebruikt dan "Wind en W e der
, die ■ op de Boomen werken , om
ons wys te maaken , ¿om rons te leeremy
dat
I, ■: ri.
■I
Ï
:s
'.I ß; 7
> F :