
iìX :'' t '
3i
li;
X ' i
- . 1
i
; I
1>1 '* j f i
Staart wordt verlooren , en het Diertje
is een volkomen Kikvorsch.
V.- Dus zestien wonderbaare Veranderin«
gen !
: A .t; Laat icmy .U. meer* dingen ■ yraagem;!
W e e t gy , : dat z y : , in ft : wäter fprin«
qende waarvan de Oever begroeid is met
<cherp , Riet o f met- ilekelige/ Planten ",
ranftonds het knipöogend Vlies over" het
Itoornvlies van hun b og trekken , om ,d it
iiec te bezeeren en dan egter" niec blin«
delings fpringen , nadien het gemelde vlies
duii is , en . lichts genoeg doorlaait , om
te zien , waar ze willen belanden. -W e e t
g y wel , dat. ze alleen in den paartyd
o f wanneer z e / v e r v o lg d worden kwak-
ken , een g e l u i d d a t men zeer verre kan
hooren ; en hebt g y er we l by . opgemerkt
, dat . geen ■ yiervoetig Dier op aarde
, geen Visch in het water p v g e en ander
tweeilagtig Dier , i. maar alleen de Kikvorsch ,
die in het »water en op de- aarde le e ft ,
zingt ? dat h y . , o p aarde moetende fpringen
, lange agterpooten q, heeft ontvangen',
en , in het water moetende zwemmen , gei-
yliesde klaauwen heeft gekreegen ?. dat h y
lang zingt , ■» ook in: de maand May niet
pis de Wind uit het koude Noorden; w a a it ,
maar. als de zwoele Zuidewindjes blaazen
? ......................................................... -/ --
V . Hoe
" V. Hoe zingen , hoe kwakken z y ? -
A. Een Vaderlandsch Hoogleeraar , de
beroemde c amp er , heeft , ons onlangs dit
geleerd ; g y moet hec in ft voorjaar z e lf
zien. »Aan de .beid e , zyden van ft hoofd
der Mannetjes zult gy: opmerken twee groote
witte :Blaazen , wanneer z y , , over ’t
water huppelende , een : fchel geraas maaken.
Deeze Blaazen hebben , blk binnen
den mond , eene opening, waarin de .Kikvorsch
de lucht , zo veel hy kan , ia-
geademd hebbende , inperst , en daarna
door -den fpieragtigen rok deezer Blaazen
naar den mond d r in g t, het geen dar fchel
geluid veroorzaakt.
V . Is dit alles ? :.
A. G y kunt verder in deeze Dieren" aan«
merken , dat z y eene gefplecten T o n g hebben
—— dat deeze , lang moetende zyn ,
om hunnen ro o f gewisfer te bemagtigen ,
omgeftagea o f gevouwen in den mond ligt ,
w y l z y » er anders uit "-zöude hangen
dat z y bekleed is met een flymig vogt ;
waardoor a l , wat er aanraakt , vast b ly ft
aanzitten — — dat z y taai van leveS
zyn , en : zonder hart noch eenige uuren
kunnen zwemmen , ja zelfs van dè huid
beroofd y niet fpoedig fierven — dat
z y zeer veel helpen tot het ' uitfoeien der
overtollige fchaadelyke Infe é len , onder àni
m i "
A" /