4 1
liij r-5 1» 1 1i»i |:
|lij
.ßi ’ i !
1 "
k '
■i' i
zonder zulke hoedanigheden geene Planten
zouden zyn ? — . Evenwel moet ik hier
vo o ra f zeggen , dat alle Planten geene
W o r te len , o f Takken hebben. D e n k , dat
ook daarin , volgens het Plan der eeuwi-
;'e Wysheid by de groote Schepping ,
■ ji-velfde verfcheidenheid moet plaats heb-
4er , welke ik U in de Dieren , in de Vo-
ü' iCu Visfchen en Infeélen heb aangewee-
En wanneer eene Plant geene Wor -
/ : m o f Takken heeft , dan loopt deeze
verfcheidenheid , (gebrek kan ik het niet
noemen) op eene andere w y ze a f , en
alles is wél. Hier is al wederom Eenvor-
migheid en Verfcheidenheid.
V . D it zyn dan hier de eerile proeven ,
dac H y , die Hemel en Aarde fchiep ,
ook de w y ze Formeerder der Planten is.?
A. Zulk eene gevolgtrekking is onbe-
twistbaar. Z y is het zout van alle Natuur-
befchouwingen. Ik heb U meermaalen ge-
zegd , dat z y allen anders zonder geest
en leven zyn , en zo zyn z e waarlyk']
V . Waarom is de k o l e ü r der Planten
groen ?
A . Welke andere k o l e u r moest er de Allerhoogite
aan gegeeven hebben ? ___
Het zwarte zou ’ t gelaat der Waereld dermaate
treurig maaken , dat geene, Menschlyke
verbeelding zulks kan bevattsn : de
wit-
Witte , gelyk die van de Sneeuw , o f
hec gloeiend rood van ’ t Scharlaken zou
ons gezigt , door zulke blanke en vuurige
vervven , geweldig afmatten , beleedigen en'
bederven : onze oogen zouden ze niec lang
kunnen uitilaan. De fchoone blaauwe K o leur
des Uitfpanfels , en de groene der
Velden beleedigen o f vermoeien nooit ons
gezigt : integendeel z y bekooren altyd ons
oog 5 en we kunnen ze op den duur g e makkelyk
verdraagen ----- ’t Is zeer verwonderlyk
, dat deeze groene Koleur ,
veroorzaakt , meent men , door de yzer-
deeltjes , die door de Gewasfen verfpreid ,
en van buiten met een vitriool zuur door-
drongen zyn , zo zeer verfchillend is ;
dat ze 'ongemeen zagt en levendig is in
de jonge tedre Bladeren ; dat" ze egter j
hoe verder het in den Zomer komt , en
naar den Herfst gaat , donkerer o f bruiri-
agtig groen wordt door ouderdom ; en dat
eenige weiqige Boomen zwartagtige o f roode
Bladeren hebben ; o f die boven groen en
onder wit zyn , ft w e lk , by ft opwaaien ,
eene aartige vertooning geeft : by eenigen
is groen en wit fraai doorden gemengeld;
In onze Weiden groeit eene Plant, de k o e k *
KOEKs-BLOEM (LycJinis) geheeten , welker
groene Bladeren met zwarte vlakken be^
fprenkeld zyn. — By eene zonderlinge bree?
III. DEEL. king
'Uli
i i i -
v'Hr
i i i l ' i
■'j; Ii
J
; i r f ■ i