
86: te V G.
. y / i
':il í i
4en íla ap . zo veryeelt , doch waarop
fchyac hovaardig te zyn, Ook moet g y
kennen deszelfs Snuitje , een der grootíle
W o n d e ren , zynde zeer f y n , ‘ hebbende^
b yn a .o p de helft eene opening, door welke
de Mug met vier pookei) íleekt' , ep'
die daarna wederom intrekt. Eén deezer.
vier is een Koker voor de drie anderen
welken z y bergt in een lang groepje ; deeze
drie hebben ruggen gelyk degens , meti
fcherpe tanden aan de puptep , onbefchryf-'
lyk fyn : ’ t pinde des kokera dient' haari
^ot eene Tong. Vindt z y pen yogt i dan
zuigt z y : treft z y een hard vel aan dan
doorbport z y het eerst , trekt d a a rn a d e
Angels terug , en zuigt d ap 'd oo r den K o ker
, als door een .rietje. Hep doorfchy.
nend Lichaam deezer Mug. is door het'
bloeddrinken rood geworden; en dermaat.e.
gevuld , dat z y , om plaats,, te, maaken ,
perst eenen droppel wit Vogts uit baar ly ff
heeft moeten laaten vallen, ’s, Winters eet
z y niets , maar leeft in keldeps en hooien,
, V. D e Mug is dan waarlyk een Konst-
fluk i: , ^ " ■'
, A , Mpn kap niet aqders van haap zeggen
------ Haare StaatsverwisleJing mopp
gy, nu ook kennen — Z y leeft in ’ t W a /
t,er , op de Aarde , en in de Lucht. Ip.
’£ eerftp Elpmppt is z y epn ,X-ischje , doch,
■ te
, / / l :
'I /
I "
- ' f l i
|á/.' i..
n o 87
«e lande een vliegend Diertje , dat drie
veranderingen heeft ondergaan, Hier treft
men onverwagt aan eene nieuwe voorzorg
en wysheid des Scheppers , waarvan w y
geen denkbeeld kunnen maaken , en die
den alleronagtzaamften moet treffen en ver-
baazen. De ouden maaken in ’ t voorjaar
iets , da.t z y nooit hebben zien doen ,
naamelyk , een piatboorad Sehuitjp , uit
eene foort van flym , om niet te zinken.
Op die Schuitje legt de Mug eene groote
menigte Eitjes , niet in vlietend maar in
ffilftaande water , w y l het anders tegen den
ftroom nipt beftand zop zyn., Z y hegt dat
vervplgens met epnen ftaart aan den rand
van, penep, ftoot , dipn z y daartoe verkoo-
zpn heeft ,. op eene goede plaats. vast ,
w y l het Kitje de Zon ter uitbroeinge noodig
hppft.. p i t Schuitje heeft geenen rand :
want h o c zou anders het Wormpje , uit
het Eitje komende , en geene voeten hebbende
, over denzelven geraaken ? Zo
dra het dan uit ’ t Eitje , zyne gevange-
nis , verlost is , wipt het zieh uit hqt
platboomd Schuitje , valt in het water ,
en zinkt naar den grond , daar hec woer-
loos Diertje eenigen tyd leeft voedfel
vindt , en , grooter geworden , door de
hulp van zyn Staarcje zwpmf.
V . Hoe verder ?
F a a ,. W il
I ' ;
1 / ,i< ‘ ■ \ I
j f