
i i I I i i
I # u
lo.X
li'-.'-
J .
i I
II
;
- i . ti
J-
98 MIER ENLE EUW. V E f eNKOt .
bergt , om geen ander Infefl: eenige viefci
aan te jaagen — - wanneer het , zo dra
er iets van den rand van ’ t Kuiltje beneden,
komt , en zulks door het afrollen def
zandkorrels gewaar W o r d t a a n f t o n d s een
hagelbui van zand op ’ t l y f werpt , en
dee/.e zyne prooi door ’ t verder uitvallend
land naar benedeh doet tuimelen , welke
net dan met zyne knypers aan vat , doodt ;
en uit zuigt — - wanneer het daarna den
afgeknaagden romp buiten zyne verblyfplaats
brengt , niet willende , dat men daaf
eenen roofnest vermoede -wanheer
het J zynen verandeiingstyd SSnkomende ;
met vreugde van ft moorden afftaat , en
zyn gevaarlyk K u iltje' z e lf b ed e r ft, op dat
de daarinvallende Infeiten er uit zouden
kunnen komen ------ wanneer het aan eenB
ge zandkorrels eene fyne Zydc vastraaakt ,
welke het , al ronddraaiende , om zielf
zelven fpint , doeh van binnen, een Huisje
, gctapisfeerd met zeer fchoon^ paarlko-
leurig fatyn toeftelt , en dat van den*
eenen Zomer tot den anderen bewoont —
cn wanneer het , eindelyk daaruit komende
, zieh als eene fehoone Scharbout ver*
toont , g y kunt dan dunkt my , by de"
overweeging van dit alles n ie t . ontken-
nen , dat dit Diertje eene eer voor z y nen
Godlyken Maaker is.
V. Kim*
'U f
'•li if /
R e n M o t . ^ g
V , Nimmer kan ik dit ontkennen J Mogt
jk het eens zien J.
A. W y willen in’ ft. Zand myner Hof-
paden , anders . in den gindfchen grond
soeken o f het er zieh ip ophoudt , en
gevangen hebbende in een wyd glas , met
zand g e v u ld , .zetten , om het ip’ huis
op onze tafel van naby te befchopwen.
V . Dit is er geeh hoi van ?
, A. Neen f D it komt immers niet overeen
met de gegeeven’ Befehryving : daar
loopt een veenmol in.
■ V . W e lk een Diertje ? ,
; A . Een. Veenmol l^ .H y is gewapend met
cen harnas , en met eene harde zaag aap
ieder der pooten. Laat ik er U meer van.
zeggen ; hy zal ook uwe verwondering
kunnen gaande houden. Zo hy zyn ka-
mertje onder den grond , waarin , zyne
Eitjes zyn opgelegd , iluit , ' op dat er de
koude Lucht niet inkome , nog de warmte
^ der Litjes wegneeme ; o f op dat eene
kleine T o r , zyn v y a n d , , er niet inllui.
pe , en alles deeriyk verwoeste : 20 h y ,
Tondom zyn kamertje j eene gragc , o f
borstweering., ter afwendinge van gevaa-
ren , graaft : zO ¿en deezer Veenraollen ,
aan derzelver buitenfteri rand , op fchild-
wagt ftaat , zo deeze eene aaukomende
T e r bevegt , en , komen er meer , zieh
G % very
li