
» i"
getast , ik zal , op het ' zien van deeze
PADDESTOELEN Mct doolen , ais ik ze den
grond onwaardig keure.
A. Is ook , in die uw zeggen , geene
■/ V . igheid"? Zyn ze onnut , om dat
.. , te laat plukkende , tyd vergund
, om fchaadelyk te worden ? Deugt
eesch , geen Visch , geene Spy-
dat ze j in den heeten Zomer
:wr kast ílaande , vergeeten zyn , en
üdai'Oiíi beginnen te rotten ? ------ W is t
¿ó Schqpper niet , wat hy deedt , toe®
f iy ¿ duizend Iborten van voortbragt ;
toen ny aan eene kleine Landftreek , , ge?
lyk men U in kan aanwyzen , byna
Jrie honderd foorten fchonk ? O f is dc
onkunde , is de onvoorzigtigheid van zq
te laat op te zamelen hier geene dwaas?
heid ? W ilt gy uVve fchuld den goeden
Schepper toerekenen ? -— Zo gy vreest ,
pVuk dan liever , en eet de verfterkendq
MO'RiLjEs , die hier wél willen groeien.
V . Jk veroordeel mynen drift ! —
Niet meer zo ! Wenden we ons
naar die Heide : waar toe deeze ?
A. Weet g y niet , dat , door g o d s
byzondere zorg , de Heide eene ongemeen
barde Plant is , die ons: zo wél dient tot
Bezemen , tot het dekken van Daken ,
tot Brand , tot Mest , tot het maaken
van Berceau’s voor de fpinnende Zydewormen
,
men , tot het leveren van den Honig
voor de Byen , en zelfs de jonge fprui-
ten* ter Spyze voor de Schaapen ?
V. Die BiEzEN beflaan dan ook niet onnut
deeze plaats ?
A. W y hebben er veele foorten van
ten uitnecmenden gebruike I Kunnen onze
Kuipers de Vaten , die w y in zo veele
gevallen noodig hebben , digt maaken zon-.
der de lange foort te gebruiken ? Dienen
niet de korten tot Matten voor onze ftoe-
len o f voor onze vloeren , die zo zeer
de vertrekken verfieren , als z y warmte
aan de voeten geeven ? En gebruiken niet
onze Landlieden d c c z e ,. kle inen , „ z o , fraai
en geregeld van bq^oop , tot pitten in
hunne Lampen ?
V . Hoe heet die wollige Plant ?
A . KATOENBLOEM, (Eriophorum) die vogtige
plaatzen bemint , en veel voOrkomt.
Haare Floszyde is fchoon , waardig dat
g y ze door het Microscoop beziet. Ze
wordt , dat jammer is , van onze V a derlanders
niet gebruikt., ’ t Ware te wen-
fchen j dat meü ze by geheele Velden
aankweekte , om dat ze , gelyk ik by
ondervinding weet , zeer goed is tot vul-
fels in Vrouwenrokken en Kusfens. : waarfchynlyk
zou men ze ook kunnen fpinnen.
V . Deez-e is geene groote loffpraak voor
onze Landgenooten !
B b 2 A. De
l
» f e i