
: 1
I I 't » .Ü
u
|!
*
i ( ' 1 u ' f i * ! j
f t
i ! ; j
F Ji
5 Í'
r
A. Ik ZOU zeker verder gedacht hebben
! Alles zou in eene aangenaame verwondering
over den g o d der Aarde uit-
geloopen zyn J welke befchouw in g, myne
gedachten ver uitzettende door grootfche
verbeeldingen , my ten ilotte meer
vermaakt , en verlevendigd zou h e b b e a ,
waarin ik n u , door uwe aankomst geftoord
ben.
„ V . Dit fp y t my !
A. Om U dan daarover edelmoedig te
ftraffen , zal ik Ü , onder voorwaarde ,
dat g y , in uw heel leven , de ftille vermaaken
der .'¡Tuinen meer beminnen zult
dan de ydele plaifieren der woelagtige Wa e r
e ld , nu leeren:, wat PLANTEN zyn , waarvan
ik U noch niets gezegd heb.
V. Ik onderwerp my zo gaarne aan deeze
nuttige voorwaarde , als aan deeze zagte
ftraf 1 Dan , mag ik wederom vraagen ,
en zult gy my niet telkens antwoorden ?,
• A . Het; laatfte beloove , bet eerfte ver-
gunne ik Ü ! ; Vraag , zo veel g y wilt.
V . Staat my dit v r y , eilieve leer my.
dan , uit welke Stoffen de Planten beftaaj
®. ?
A. Hit welke ftoffen beftaat uw Lie*
haam , de Lichaamen der Dieren , der
Vogelen , der Visfchen , o f der Infecten
? •.
q s V. G y
X '