
1 *1 ; '
i
'5' ; I
-V f f f
ft :
( I Deel bl. 223 , 224) zeide , by des
eerstgonoeroden Heer op Wieringen gezien
te hebben ; en verder een fraai iluk Barn-
* / ) beiden door deezen waardigen Na-
' snner my onlangs ten gefchenke ge-
. n , om U met het gezigt deezer
Vaderlandfche Zeldzaamheden te ver-
■ F. Die laatfte ftuk vondt deeze op-
¿ ie Waarneemer op het Strand van
iiland. Voor eenige jaaren deifde Hy ,
t zo genoemde K lif aldaar , ook een
ander uit den grond ter diepte van veer*
tién voeten ---- Hier ligt een Steen ,
waarop de Bladeren eener Plant met eene
purpere koleur zyn ingedrukt ; ook een
andere platte Steen , die de fchyf van
den ftam eenes Booms met zyne ringen verbeeldt,
welken ik beide met deeze Diamanten
J Agaaten-j' Jaspisfen', Toetsfteenen',
Marmerfteenen met Kriftaljen , en veele andere
fchoon ; gekoleurde en getekende ", by
den Watervai aan den Imboschß op deeze
Veluwe heb verzameld — — daar eenige
grooce " Veluwfche D iam a n te n " op het
fraaie Rhederoord gevonden , die gefleepen
zynde , voor waare Diamanten gehouden
zullen Worden. Bezie deeze Knoopea
iu myne mouwen , die zyn er van gemaakt
——. Zie hier ook een’ Zeehoorn ,
behoorende 'to t de- foort der geknohhelde
'■ Eel-
Belhoorns , by Deutichem gevonden , nevens
eenen grooten brok Klai met duizend
Zeehoorntjes en SchuJpen , aan den Lochemfchen
Berg opgeraapt ------ daar eenen
gewoonen Metzelfteen , by den Huize
Grimberg in Overysfel gebakken. Ik zal
hem ftraks in hec Water werpen , en gy
zult hem zien dryven. Wanneer de Met-
zelaar deezen , nevens anderen van dezelfde
foort , naar gewoonte in zynen
Waterbak droeg , om ze vervolgens aan
een Gebouw te gebruikep , ftondt de on-
weetende Man , dezelven zo haast ziende
boven komen en dryven , als hy ze er
in gelegd hadt , er zodanig van ve rfte ld ,
en werdt met zo veele bygeloovige denk-
beelden bevangen , dat hy ze naauwiyks
durfde vermetzelen.
V. Dit is ook zeer vreemd !
■ A. G y ziet er eene oude waarheid door
bevestigd 1 Onkunde verwekt B y g e lo o f ;
B y g e lo o f baart ydele Vreeze. Waarom toch
beefde de Man ? Hadt hy een ftuk van
deeze Steenen geflaagen , tot fyne deelen
geftampt, in het water geworpen , en dat
omgeroerd , hy zou ze , gelyk er nu de
proe f van genomen is , hebben zien zinken.
V. Byzondere deelen van deezen won-
derbaaren Steen zinken , eh de geheele
■Í Steen dryft ! Hoe dit te verftaan ?
'JIL DEEL. p A. J a !
i t
i ‘ I
'I
' J!' 3 ■ r Í f . i
i
: I i ii;